Brussel wil visquota weer sterk verlagen
De Europese Commissie wil de vangstquota volgend jaar opnieuw sterk verlagen. Verschillende vissoorten, zoals kabeljauw en schelvis, bevinden zich volgens commissaris Fischler van Landbouw in een hachelijke situatie.
Op basis van het advies van Europese visserijbiologen presenteerde Fischler dinsdag het voorstel om de quota in 2002 net als dit jaar fors te beperken. „Vanwege een aanzienlijke overcapaciteit van de Europese vloot is er al jarenlang sprake van overbevissing." Ondanks de verlaging van de quota in de afgelopen jaren is de situatie volgens de commissaris nog steeds zorgwekkend. „We staan met de rug tegen de muur."
Zware klap
Fischler wil ook de vangstcapaciteit sterk verlagen. Er zijn volgens hem bijna twee keer zoveel schepen als er vis beschikbaar is. „Ik besef terdege dat de voorstellen een nieuwe zware klap zijn voor de Europese vissers. De Commissie wil de moeilijkheden voor de vissers daarom zoveel mogelijk beperken."
Omdat kabeljauw vaak bijvangst is, moet de vangst op sommige platvis, wijting en schelvis opnieuw beperkt worden, maar met hooguit 40 procent. Fischler zegt dat hij de toch al zwaar getroffen vissers enigszins wil sparen. Zo moet de vangst van tong in de Noordzee, een vissoort die voor Nederlandse vissers belangrijk is, met 25 procent omlaag.
Omdat de onderhandelingen met Noorwegen over maximale vangsthoeveelheden in de Noordzee en het Skagerrak vorige maand zijn vastgelopen, blijven specifieke voorstellen voor die gebieden voorlopig uit. De Europese Unie beheert daar samen met Noorwegen de vangst van onder andere kabeljauw, schelvis en haring. De visserijministers bespreken de voorstellen van Fischler op 17 en 18 december. De commissaris deed een beroep op de ministers om af te zien van de gebruikelijke ‘koehandel’ bij de vaststelling van de quota. Brussel wil voor de ministerraad de onderhandelingen met Noorwegen alsnog afronden.
Volgende week zal de Europese Commissie herstelplannen presenteren voor kabeljauw en heek. Vooral in de paaitijd in de eerste maanden van het jaar moet de vangstcapaciteit drastisch omlaag. Voorstellen om de vloot in 2002 vooruitlopend op een nieuw visserijbeleid alvast in te krimpen, stuitten vorige maand op bezwaren van de visserijministers, onder wie ook staatssecretaris Faber. Fischler kondigde aan dat hij later deze maand met een soort ‘zeedagenregeling’ komt, wat erop neerkomt dat vissers een bepaald aantal dagen aan de wal moeten blijven.
Geschreeuw
De Nederlandse vissers hebben de plannen met gemengde gevoelens ontvangen. Een positief punt is dat Fischler het scholquotum niet opnieuw wil verlagen, aldus voorzitter B. Daalder van de Federatie van Visserijverenigingen. Het voorstel om het tongquotum met 25 procent te verminderen vindt hij „volstrekt onnodig, want het gaat best goed met de tong."
De vissersvoorman vindt dat Brussel voor wat betreft de overcapaciteit van de vloot de situatie meer per lidstaat moet bekijken. In de afgelopen jaren is de capaciteit in Nederland met 160 kotters gedaald tot ongeveer 400 schepen. „Wij voldoen aan de Europese doelstellingen. Fischler moet dan ook ophouden met zijn ongenuanceerde geschreeuw."
De flinke verlaging van het kabeljauwquotum heeft minder gevolgen, omdat Nederland slechts 10 procent van het Europese quotum in de Noordzee mag vangen. Het plan van de Commissie om de vis in de paaitijd te beschermen door een beperking van het aantal zeedagen, sluit volgens Daalder aan bij het voorstel van de Nederlandse vissers voor een stilligregeling in deze periode. Deze week overleggen de vissers met staatssecretaris Faber over de plannen van Fischler.