Elke keer weer een wonder
Een jaar geleden werd er een stevige discussie gevoerd over het door de EO weglaten van gedeelten uit films van de Britse documentairemaker David Attenborough die al te nadrukkelijk over evolutie gingen. Attenborough maakt voor onder andere de Britse omroep BBC indrukwekkende natuurdocumentaires.
Aanhangers, twijfelaars en tegenstanders van de evolutietheorie kijken naar dezelfde natuur, maar interpreteren wat zij zien totaal verschillend. De Bijbel windt er geen doekjes om: op honderden plaatsen wordt geproclameerd dat God de Schepper is van hemel en aarde. Als je dat gelooft, ziet de wereld er heel anders uit. Geen kil toeval, maar opofferende liefde. Geen leven uit materie, maar door God bezielde wezens. Geen doelloosheid, maar zinvolheid. Geen dood als het einde, maar eeuwig leven - op voorwaarde dat je Hem in dit leven hebt lief gekregen.Het is goed om als je de natuur intrekt te letten op de wonderen van de schepping. Als je alleen al oppervlakkig kijkt, sta je perplex over wat je ziet. Maar als je wat dieper graaft, blijkt alle leven uiterst vernuftig in elkaar te zitten. Ook ingenieurs kijken er vol bewondering naar.
De voorbeelden liggen voor het oprapen. Neem nu de vleugels van insecten en vogels. Als we de ragfijne structuur van een vlindervleugel bekijken, blijken de schubbetjes op de vleugel in de meest geprononceerde kleuren als dakpannen over elkaar heen te liggen. De kleuren ontstaan door interferentie van licht. Die vleugels groeien in een paar weken binnen een door de rups gesponnen cocon en ontvouwen zich in luttele uren in de zonnestralen. Talloze eiwitten, aangemaakt door een volkomen onbegrepen proces van genexpressie, waren daarvoor nodig.
Dat kan toch geen mens bedenken? Hier word je toch helemaal stil van? Ook Attenborough steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken. Jammer dat hij als evolutionist ontkent dat dezelfde God hiervoor verantwoordelijk is als de God die wij kennen vanuit de Bijbel.
Vliegenvleugel
Een vliegenvleugel is ook zo’n ongeëvenaarde schepping. Alleen de allersnelste camera’s kunnen de vleugelbewegingen volgen. Als je de insectenvlucht vergelijkt met die van vliegtuigen met hun starre vleugels, waar een tamelijk simpele aerodynamica achter zit, snap je niet hoe die vleugels worden bestuurd door een minuscuul klein zenuwstelsel, wat zich in een kopje ter grootte van een speldenknop bevindt. In dat kopje zitten ook nog eens de meest gevoelige reukorganen en uiterst gecompliceerde facetogen. En dan te bedenken dat er honderdduizenden verschillende soorten bestaan.
Als iemand meent dat dit via evolutie tot stand is gekomen, moet hij of zij zich toch ten minste afvragen wat de zin is van deze rijke verscheidenheid. En dat allemaal volgens eenzelfde concept, gecodeerd met behulp van vier moleculen, basen, in lange DNA-strengen bijeengepakt in chromosomen, nodig voor de bouw, ontwikkeling en reproductie van levende wezens.
Visarend
Kijk eens naar de vogels met hun verenkleed, dat zich ontvouwt tot een prachtige vleugel. Er komt een klein vormeloos vogeltje uit het ei, dat zich binnen een paar weken ontwikkelt tot een ware schoonheid. Daar vliegt een reiger, met zijn langzame koninklijke vleugelslag; ginds een protesterende merel en een snaterende eend.
Zie die reiger eens roerloos aan de waterkant staan; niets ontsnapt aan zijn scherpe blik. Razendsnel is zijn reactie als er een visje of een kikker langskomt. Van de aard van zijn bewustzijn weten we niets. We noemen zijn gedrag instinct, maar daar is absoluut niets mee verklaard.
Door iets een naam te geven denk je soms het onderwerp te beheersen, maar dat is alleen maar het vastleggen in een begrip en op zijn best het opschuiven van een kennisgrens. Een visarend die op een hoogte van 100 meter vliegt, kan de vis zien die hij in zijn duikvlucht uit het water zal plukken. De kracht van zijn vleugels is enorm. Ze kunnen een spanwijdte van 2 meter bereiken. Het is een van de weinige vogels die de neusgaten dichtdrukken als ze kopje-onder gaan. Zijn staart fungeert onder water als hoogteroer. Zwemmend met zijn vleugels kan hij een vis aan land brengen als die te zwaar is om uit het water te lichten.
Vlinder- en vogelvleugels hebben een verschillende bouw. Het bouwwerk is voor iedereen zichtbaar; de Ontwerper is alleen te zien als daar je ogen voor zijn opengegaan (Rom. 1:20) - de variatie van Zijn schepping is oneindig. Het meest wonderlijke is nog wel dat je die verscheidenheid in levensvormen in korte tijd ziet groeien; voor je ogen voltrekt zich elke keer weer een wonder. (Zie ook het hoofdstuk ”Een wereld vol wonderen” uit ”En God beschikte een worm”, C. Dekker e.a.; Kok, Kampen, 2006.)
Miljardvoudig
Wat is eigenlijk een wonder? Is dat iets wat zich eenmalig, bovennatuurlijk en onverwacht voltrekt, zoals de Bijbel dat beschrijft als God ingrijpt in een bijzondere situatie - of kan een wonder zich ook herhaald afspelen, duizend- of miljardvoudig? Is het dan opeens geen wonder meer? Als uit een graankorrel een halm komt, uit een eitje een adelaarsjong, uit een baarmoeder een kind - is dat dan geen groot wonder?
De auteur is hoogleraar medische informatica en was eerder rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Reageren aan scribent?
goedbekeken@refdag.nl.