De wereldleiders onderkennen dat stijgende olie- en voedselprijzen de wereldwijde economische groei ondermijnen. Ze noemen evenwel tegelijkertijd de economische vooruitzichten op de lange termijn positief.De G-8 roepen de olieproducerende landen op de productie en de raffinage op korte termijn op te voeren. Ook dienen investeringen in olie-exploratie en de productie op de middellange termijn te worden verhoogd. In het algemeen wordt gepleit voor een grotere diversiteit van energiebronnen en meer inspanningen om de energie-efficiëntie te bevorderen.

„Wij blijven positief over de weerbaarheid van onze economieën op de lange termijn en de toekomstige wereldwijde groei”, aldus de G-8. De top signaleert dat met name de economische groei van relatieve nieuwkomers -India, China, Zuid-Afrika, Brazilië en Mexico (de G-5)- krachtig blijft. De G-8 onderkennen dat de prijsstijgingen speciaal zwakkere groeperingen treffen en de wereldwijde inflatie bevorderen.

Sinds de laatste top, vorig jaar in Duitsland, is de wereldeconomie dramatisch verslechterd als gevolg van uit de pan rijzende inflatie, de kredietcrisis en instortende markten. Analisten spreken van de ergste crisis sinds de financiële crisis in Azië in de periode 1997-1998.

De Amerikaanse president Bush erkende zondag bij aankomst in Japan dat de Amerikaanse economie „niet zo robuust groeit als wij zouden willen”, maar zei vertrouwen te hebben in een nieuw pakket stimuleringsmaatregelen.

De persvoorlichter van het Japanse ministerie van buitenlandse zaken zei dat de G-8-leiders tijdens hun besprekingen van mening verschilden over de oorzaken van de crisis. Enkelen hadden de olieprijsstijgingen op het conto geschreven van de stijgende vraag, anderen hadden gewezen op de rol van speculatie.