Senaat stemt ook in met EU-verdrag
De Eerste Kamer stemde dinsdagmiddag in met het nieuwe EU-verdrag dat de verworpen EU-grondwet vervangt.
PvdA-senator Eigeman wees er maandagin het Kamerdebat over het verdrag op dat de status van het nieuwe EU-verdrag echter „ongewis” is. Het kan pas in werking treden als alle 27 EU-lidstaten ermee hebben ingestemd. Tot nu toe hebben 21 parlementen er hun goedkeuring aan verleend.In Ierland heeft de bevolking echter het verdrag in een referendum verworpen. De president van Tsjechië wil het verdrag daarom niet ondertekenen. Ook de Poolse president wil dat niet; hij rekent op nieuwe onderhandelingen. De Duitse president kan zijn handtekening er nog niet onder zetten. Het grondwettelijke gerechtshof in Duitsland moet nog beoordelen of het verdrag niet tegen de Duitse grondwet indruist. In Oostenrijk is de ratificatie stopgezet na de val van het kabinet. Bondskanselier Gusenbauer wil een referendum over het verdrag, maar vicekanselier Molterer niet.
Balkenende en de Eerste Kamer willen dat alle EU-landen doorgaan met ratificatie van het Verdrag van Lissabon. „Het Ierse nee is niet meer waard dan het ja van andere landen”, aldus de premier.
De ChristenUnie in de senaat stemde net als CDA, PvdA, VVD, GroenLinks en D66 voor het nieuwe EU-verdrag. De SGP is er, net als SP en PvdD, tegen. CU-senator Kuiper, die in een Senaatsdebat in april nog mede namens de SGP sprak, deed dat gisteren alleen namens de ChristenUnie.
Hij is voor het nieuwe EU-verdrag, omdat dat geen grondwet meer is en omdat de EU er democratischer door wordt. „Het nieuwe verdrag is qua karakter en strekking een ander verdrag geworden dan de EU-grondwet”, lichtte Kuiper toe. Hij erkende dat in het Verdrag van Lissabon „heel veel is overgenomen uit het grondwettelijk verdrag”, maar stelde dat de EU „afscheid heeft genomen van staatkundige aspiraties.”
Omdat in het verdrag aan veel Nederlandse bezwaren tegen de EU-grondwet is tegemoetgekomen, zou het volgens de CU-senator „niet van goed Europees staatsmanschap getuigen als Nederland ditmaal het verdrag zou afwijzen.”
Kuiper pleitte voor „een min of meer definitieve regeling” van de verhouding tussen Brussel en de afzonderlijke lidstaten. Premier Balkenende voelt daar niets voor. Hij weigert mee te denken over de grenzen van Europa. „De regering wil de verdere ontwikkeling van de EU niet beperken.”