Een op drie arme AOW’ers vangt geen bijstand
Ongeveer een op de drie arme gepensioneerden met een onvolledige AOW maakt ten onrechte geen gebruik van aanvullende bijstand. Dat is beduidend lager dan werd gedacht.
Uit een onderzoek dat het Sociaal en Cultureel Planbureau vorig jaar uitbracht, werd het niet-gebruik van bijstand door arme 65-plussers met een AOW-gat nog op 70 procent geschat.Dat staat in een onderzoek van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), dat de uitvoerder van de AOW maandag heeft gepubliceerd. Het kabinet heeft juist vorige week besloten om de SVB de aanvullende bijstand voor arme 65-plussers te laten regelen, zodat deze mensen niet meer zelf hun hand hoeven op te houden bij gemeenten. Op die manier moet het niet-gebruik worden teruggedrongen.
In Nederland bouwen mensen tussen hun 15e en hun 65e jaar AOW op. Vooral allochtonen die op latere leeftijd naar ons land zijn gekomen en Nederlanders in het buitenland hebben vaak een tekort op hun staatspensioen. Elk jaar dat mensen niet in Nederland wonen, betekent een tekort van 2 procent.
Eind vorig jaar ontving een op de zes AOW’ers een onvolledige AOW, ofwel 425.000 mensen. Dat aantal stijgt tot 2020 naar een op de vier, wat neerkomt op ruim 925.000 personen. De meeste mensen hebben met hun werk wel voldoende aanvullend pensioen opgebouwd om boven het sociaal minimum uit te komen, maar naar schatting 26 procent van de mensen met een AOW-gat niet.
Een kleine 30.000 mensen ontvangen nu aanvullende bijstand op hun AOW, omdat ze anders onder de armoedegrens terechtkomen. In 2020 gaat het naar verwachting om 60.000 personen.
In januari had de SVB nog 27.000 65-plussers aangeschreven dat ze mogelijk voor aanvullende bijstand in aanmerking komen. Op deze brief hebben inmiddels 1500 gepensioneerden gereageerd met een aanvraag.
Vooral mensen met een klein eigen vermogen vragen geen bijstand aan, omdat dat nadelig kan uitpakken. Ook is het niet-gebruik hoger onder AOW’ers die in grotere huishoudens leven. Daarentegen doen bewoners van een huurhuis, niet-westerse allochtonen en gescheiden mensen weer vaker een beroep op aanvullende bijstand.