Meer ruimte voor toepassing lage btw
De EU-landen mogen in de toekomst op veel meer goederen en diensten het lage in plaats van het hoge btw-tarief toepassen. Europees commissaris Kovács (Belastingen) heeft maandag een voorstel hiertoe gepresenteerd.
Hij wil op deze manier de eenvormigheid bevorderen van de regimes die op nationaal niveau worden gehanteerd op dit onderdeel van het fiscale beleid. Of er inderdaad een grotere gelijkheid komt is onzeker, want de lidstaten zijn tot niets verplicht. Zij beslissen zelf of zij van de verruiming gebruikmaken. Bovendien moet de door Brussel geopperde uitbreiding nog de unanieme goedkeuring krijgen van de ministers van Financiën.Momenteel zijn er op het betrokken terrein onder de 27 EU-partners individuele uitzonderingen van kracht. Zo kwam er voor Nederland in 2000 groen licht om het werk van fietsenmakers, kappers en schoenlappers over te hevelen naar het lage tarief. De maatregel was bedoeld om banen te scheppen en zwartklussen tegen te gaan. Zij zou volgens het besluit van destijds eind 2010 aflopen, maar op basis van de nu ingediende plannen kunnen kabinet en parlement er een permanent karakter aan geven.
Op de lijst van de Hongaarse Eurocommissaris staan verder onder andere maaltijden in restaurants en van cateraars, luiers, reparaties van kleding, computers en horloges, tuinonderhoud, huishoudelijke hulp, cd’s met daarop de gesproken tekst van boeken en hulpmiddelen voor gehandicapten, zoals brailleapparatuur. Ook voor de bouw en de renovatie van huizen mag straks de goedkope variant gelden. Tot dusver bleef in die sector deze mogelijkheid beperkt tot de sociale woningbouw. In het algemeen betreft het arbeidsintensieve en lokale diensten, waarbij geen sprake is van verstoring van internationale concurrentieverhoudingen.
De EU schrijft wat betreft het hoge btw-tarief een ondergrens voor van 15 procent. Voor het lage trekt zij een streep bij 5 procent. Nederland kent heffingen van respectievelijk 19 en 6 procent.