Opinie

Geding in Dordt wel degelijk zaak van leven en dood

Het geding tussen Arminius en de gereformeerde theologie is geen verschil van leven en dood te noemen, aldus dr. W. J. van Asselt (RD van woensdag). Volgens dr. C. A. van der Sluijs is dat een miskenning van het gewicht en de strekking van de Dordtse Leerregels.

4 July 2008 09:48Gewijzigd op 14 November 2020 06:03
„In de Dordtse genadeleer gaat het ten diepste om het genadekarakter van het geloof.” Foto: de synode van Dordrecht (1618-1619).
„In de Dordtse genadeleer gaat het ten diepste om het genadekarakter van het geloof.” Foto: de synode van Dordrecht (1618-1619).

Mijn opinieartikel van 23 juni was geen reactie op het proefschrift van William den Boer, zoals Van Asselt schrijft, maar een reactie op een interview daarover. Daarbij maakte ik allerminst in zo’n kort bestek aanspraak op wetenschappelijke volledigheid.Van Asselt ontkent dat het in het geding tussen Arminius en de gereformeerde theologie ging om een zaak van leven en dood, zoals ik schreef. Ik meen dat hij het gewicht en de strekking van De Dordtse Leerregels als belijdenisgeschrift daarmee niet genoegzaam onderkent.

Dezelfde zaken als in de tijd van de Reformatie werden immers een eeuw later in ons land opnieuw actueel in de strijd tegen de remonstranten of arminianen. Ook toen draaide het ten diepste om het alleen door de Schrift, alleen door de genade, alleen door het geloof. Dit betekent dat er op dit punt zich een scheiding der geesten voltrok die het verschil aangaf tussen leven en dood.

Opnieuw was het eigenlijke van de Reformatie in het geding, namelijk het zalig worden uit genade alleen, zonder de werken der wet. En eigenlijk gaat het daarbij ten diepste in de uitgewerkte Dordtse genadeleer om het genadekarakter van het geloof. Daarmee is in dit belijdenisgeschrift tegelijk het andere brandpunt (of het énige!) van de Reformatie opnieuw aan de orde gesteld: de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen.

Aldus beoogt Dordt iedere afwijking in de genadeleer te signaleren als afwijking van de geloofsleer. Wat voor de arminianen bijkomstige of tweederangszaken waren, bleken voor Dordt zaken te zijn van leven en dood. Daarom was de kerk in Nederland toen ook in statu confessionis, dat wil zeggen dat de kerk toen noodzakelijkerwijs van Godswege in staat gesteld werd het geloof van de kerk der eeuwen door te vertalen en door te geven in het twistgeding om de rechte leer.

Dordt theologiseert voortdurend op een magistrale wijze (de hand van de Meester!) vanuit God naar de mens en nooit omgekeerd vanuit de mens naar God, want dit laatste is remonstrantisme of arminianisme van het zuiverste water, al verschijnt het ook vandaag in een rechtzinnig gewaad. Dan zijn we bij God terug. En dan zijn we waar we van nature niet zijn willen. Dat is nu juist genade! De genade die de katholiciteit van de kerk der eeuwen uitmaakt.

Dordt verwerpt dat „de genade en de vrije wil gedeeltelijke oorzaken zijn, die beide tezamen het begin van de bekering werken, en dat de genade in orde van werking niet gaat vóór de werking van de wil; dat is, dat God niet eer de wil van de mens krachtig helpt tot de bekering, dan wanneer de wil van de mens zich zelf beweegt en daartoe bepaalt” (DL III/IV, 9). En dan gaat het inderdaad om een verschil tussen leven en dood.

De auteur is hervormd emeritus predikant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer