Opinie

Hirsch Ballin begeeft zich op een hellend vlak

De manier waarop minister Hirsch Ballin omgaat met de vrijheid van meningsuiting kan uitlopen op een heksenjacht, stelt Marianne Meijssen. De overheid begeeft zich op een hellend vlak als ze zich bemoeit met de vraag welke specifieke uitlatingen acceptabel zijn en welke niet.

4 July 2008 09:46Gewijzigd op 14 November 2020 06:03

Om aandacht te vragen voor de steeds verdergaande politieke inmenging in de vrijheid van meningsuiting trokken de Jonge Democraten dinsdag in een begrafenisstoet van het Tweede Kamergebouw naar het ministerie van Justitie. In het commentaar van dezelfde dag noemde deze krant dit een smakeloze actie en een kwetsend excuus om gewoon te schoppen. Met uitholling van het (te?) vrije woord zou het vast zo’n vaart niet lopen.De Jonge Democraten delen dit optimisme niet en maken zich ernstige zorgen om de steeds verdergaande politieke inmenging in dit fundamentele grondrecht. Dinsdag vatte voorzitter Floris Kreiken een en ander treffend samen: „De vrijheid van meningsuiting is een recht om met een mening die niet voorbehouden is aan het heersende establishment, zaken in twijfel te trekken. Je zou zeggen: onmisbaar in een democratie, omdat zo ook minderheden een stem krijgen, zonder vrees voor vervolging, intimidatie of censuur.”

In deze context is de vrijheid van meningsuiting een recht dat minderheden niet alleen soms kwetst, maar juist meestal dient. Zo zal de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking de standpunten van de kleine christelijke partijen over homo’s als zeer grievend ervaren. Daarom is het óók een vrijheid om te provoceren. De mogelijkheid om dergelijke standpunten uit te dragen, bestaat immers alleen wanneer de eisen die fatsoen en moraal aan de dagelijkse omgang stellen, niet samenvallen met de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.

De Jonge Democraten vinden dat die grenzen er wel moeten zijn. Dit maakt ons initiatief dus nadrukkelijk geen pleidooi voor een absolute vrijheid van meningsuiting, noch een poging om racistische uitlatingen goed te praten. Wel vinden wij dat de overheid terughoudend moet zijn in de inperking van deze pijler van onze democratie.

Bovendien moet dat gebeuren op de manier die we met zijn allen in onze Grondwet hebben afgesproken, namelijk door wetten, gemaakt door regering en parlement tezamen. Wij constateren echter dat deze broodnodige zorgvuldigheid momenteel niet voldoende in acht genomen wordt.

Censuur
Zo is het algemeen bekend dat minister Hirsch Ballin van Justitie er een zeer conservatieve opvatting omtrent de vrijheid van meningsuiting op na houdt en ook niet schroomt om het openbaar ministerie aanwijzingen in dit kader te geven. Wanneer een minister zich concreet gaat bemoeien met de vraag welke specifieke uitlatingen acceptabel zijn en welke niet, bevinden we ons op een hellend vlak. Een vervolging en de gang naar de strafrechter kunnen voor een individu heel aangrijpend zijn, zelfs als het niet tot een veroordeling komt.

Als minister Hirsch Ballin en het openbaar ministerie op de huidige voet doorgaan, lopen zij het risico dat hun huidige beleid ontaardt in een heksenjacht. Op deze manier scheppen zij namelijk een klimaat waarin mensen niet meer voor hun mening durven uit te komen en zichzelf gaan censureren.

Zo gaven na de aanslag op Theo van Gogh meerdere opiniemakers aan niet meer alles te durven zeggen uit angst voor gewelddadige reacties van radicale moslims. Als een vage dreiging uit ondefinieerbare hoek al een dergelijk resultaat kan hebben, laat het zich raden wat voor schade een overheid die denkt de waarheid in pacht te hebben, kan aanrichten.

De auteur is secretaris politiek van de Jonge Democraten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer