Biobrandstof verergert klimaat- en voedselcrisis
De massale run op biobrandstoffen is desastreus voor het klimaat en de voedselprijzen, stelt Farah Karimi. Nederland en Europa moeten daarom afzien van de voornemens om deze vorm van bio-energie op grote schaal te gebruiken.
Biobrandstoffen leken het ei van Columbus: van landbouwgewassen die we op grote schaal verbouwen maken we brandstof voor auto’s en zo dringen we onze afhankelijkheid van olie (en van olieproducerende landen) terug. Nog mooier: biobrandstof zou minder CO(in2(-uitstoot opleveren, dus zou het een ideale oplossing tegen de klimaatverandering zijn. De VS en Europa omarmden biobrandstof en pompten er enorme subsidies in.Maar biobrandstof bleek een paard van Troje. Voortschrijdend inzicht leert dat biobrandstof vaak juist zorgt voor méér CO(in2(-uitstoot en een van de belangrijke oorzaken is van de wereldwijde voedselcrisis. De snel stijgende vraag naar biobrandstof zorgt namelijk voor concurrentie met voedsel voor de armen.
De voedselprijzen zijn over de kop gegaan (83 procent stijging sinds 2005). Voor miljoenen mensen die lijden aan aanhoudende honger en die al 80 procent van hun inkomen kwijt zijn aan voedsel, is dat desastreus. De voedselcrisis heeft al 30 miljoen mensen de armoede in geduwd en in Oost-Afrika loert opnieuw een grootschalige hongersnood.
Biobrandstof is niet de enige oorzaak: ook de stijgende olieprijzen, verwaarlozing van de landbouwsector in arme landen en ongunstige wisselkoersen spelen een rol, evenals de snel stijgende vraag naar graan en vlees in vooral China. Volgens het Internationaal Monetair Fonds zijn biobrandstoffen voor 30 procent verantwoordelijk voor de voedselinflatie.
Biobrandstoffen richten nog meer schade aan: arme boeren raken hun land kwijt aan grote plantages, waar de arbeidsomstandigheden erbarmelijk zijn en de lonen laag. Het meest cynisch is dat bij de huidige plannen voor toename van de productie van biobrandstof er alleen maar méér CO(in2( vrijkomt. Steeds meer bos- en moerasachtige gebieden, die als opslagplaats voor CO(in2( dienen, worden in gebruik genomen. Bij ontginning komt veel meer CO(in2( vrij dan door biobrandstof kan worden bespaard.
Duurzaamheid
De door de EU geplande groei naar 10 procent biobrandstoffen in 2020 zal 70 procent meer CO(in2(-uitstoot opleveren dan wat de EU aan CO(in2( hoopt te besparen. Biobrandstof is dus geen oplossing voor het klimaatprobleem, maar verergert het alleen maar.
Zijn biobrandstoffen dan totaal niet te gebruiken? Het grootste probleem is de schaal waarop de EU en de VS deze brandstoffen willen invoeren. De meest veelbelovende projecten om biomassa-energie in te zetten zijn gericht op de energievoorziening van arme mensen in afgelegen gebieden. Zo zijn er in Mali succesvolle projecten waar arme vrouwen en mannen op het platteland vernieuwbare energiebronnen kunnen verbouwen. Als hoofdpijler van een beleid om olie als transportbrandstof te vervangen faalt biobrandstof echter dramatisch.
Nederland heeft zich vastgelegd op een bijmengdoelstelling van 5,75 procent in 2010 en investeert in hoog tempo in overslagcapaciteit zonder dat er garanties zijn voor een duurzame productie. In de praktijk blijkt dat het bereiken van de volumedoelstellingen zwaarder weegt dan het voldoen aan duurzaamheidcriteria, die Nederland nota bene zelf heeft ontwikkeld. Duurzame productie, zonder milieuschade en negatieve gevolgen voor de arme bevolking, is bij productie op deze grote schaal in de praktijk niet haalbaar.
Nederland moet dan ook snel terugkomen op de bijmengdoelstelling van 5,75 procent, laat staan door te groeien naar 10 procent. Ook Europa moet van zijn voornemens afzien. De massale financiële steun voor biobrandstoffen belemmert de ontwikkeling van echte duurzame energie en vormt geen prikkel voor vermindering van het energieverbruik.
De auteur is algemeen directeur van Oxfam Novib.