Volg aanpassing AWBZ kritisch
Het kabinet kort 800 miljoen op de AWBZ (RD van 14 juni). Sommige voorgestelde maatregelen zijn goed en noodzakelijk, vindt Ben Post, maar het gevaar dreigt dat mensen verstoken raken van zorg of begeleiding. Cliëntenorganisaties en cliëntenraden moeten de veranderingen daarom kritisch volgen.
Wie kennisneemt van de plannen van staatssecretaris Bussemaker kan niet ontkennen dat er fors ingegrepen gaat worden in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). Deze ingreep betreft echter niet alleen een platte bezuiniging, maar maakt deel uit van een omvangrijk herzieningstraject. Wat betekent dit concreet voor mensen die nu en straks een beroep gaan doen op de AWBZ?De AWBZ is in 1968 ontstaan in een tijd waarin nog weinig sociale voorzieningen voorhanden waren. De wet is bestemd voor groepen langdurig (chronisch) zieken, ouderen en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
In de loop der jaren zijn verschillende zorgfuncties aan de AWBZ toegevoegd, denk hierbij aan de geestelijke gezondheidszorg zoals de RIAGG en Beschermd Wonen, maar ook onderzoek naar aangeboren stofwisselingsziekten en de gezinsvervangende tehuizen.
De laatste moderniseringsslag in 2003, waarbij de functiegerichte omschrijvingen werden ingevoerd, heeft weliswaar geleid tot een eenheid van taal, maar niet tot beperking van de zorgaanspraken. Integendeel, steeds meer mensen doen een beroep op de AWBZ, waardoor de kosten enorm zijn gestegen.
De huidige AWBZ bevat daarmee veel ”onbedoeld” gebruik. Als voorbeelden zijn al genoemd: wandelen in het park, huiswerkbegeleiding en dergelijke als onderdeel van de AWBZ-functie ”ondersteunende begeleiding”. De spits van de nieuwe AWBZ-maatregelen is daarom gericht op het krijgen van wat genoemd wordt een ”glasheldere polis”. Voor de cliënt heeft dit gevolgen. Ik wil drie dingen noemen.
Zelfredzaamheid
1. De in 2003 bereikte eenheid van taal zal verder vereenvoudigd worden door samenvoeging van de huidige activerende en ondersteunende begeleiding tot een nieuwe begeleidingsfunctie. De begeleidingsfunctie die dan overblijft, zal zich dan vooral richten op de mate van zelfredzaamheid van de cliënt. Elementen waarbij de cliënt actief betrokken is en die nu nog deel uitmaken van de begeleidingsfunctie, zullen daarbij uitgefilterd worden. Voorbeelden hiervan zijn: begeleiden bij naar school gaan, vrijetijdsbesteding, uitstapjes en kerkgang.
Dit soort taken zullen niet meer bekostigd worden vanuit de AWBZ, maar verschoven worden naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en worden daarmee de verantwoordelijkheid van gemeenten. De meer complexere taken en ondersteuning in de dagelijkse routine vallen onder zelfredzaamheid en blijven binnen de AWBZ.
Het zal duidelijk zijn dat het onderscheid tussen zelfredzaamheid en participatie niet altijd met een schaartje te knippen is. Met name bij de begeleiding van verstandelijk gehandicapten kunnen deze dingen door elkaar heen lopen. De wijze waarop deze knip zal uitwerken in bijvoorbeeld de vele persoonsgebonden budgetten is nog onduidelijk.
- De overheveling van een deel van de ondersteunende begeleiding naar de WMO brengt een nieuw knelpunt met zich mee. Hoe kan een groep kwetsbare mensen -want hierover gaat het immers- een beroep doen op de WMO?
We praten nu over drie bekostigingssystemen met eigen domeingrenzen: de AWBZ, de Zorgverzekeringswet en de WMO. Samenwerking tussen deze domeinen is moeilijk te realiseren en leidt tot ongewilde bureaucratie en administratieve lasten. Bovendien -en dat is belangrijker- zien cliënten door de bomen het bos niet meer, waardoor deze door de verschillende domeingrenzen verstoken kunnen blijven van noodzakelijke hulp.
Eigen bijdrage
3. Om lichtvaardig gebruik van de AWBZ tegen te gaan zal in 2010 een eigen bijdrage ingevoerd worden op alle vormen van zorg die bekostigd worden vanuit de AWBZ. Het doel hiervan is dat mensen kritischer gaan kijken naar hun eigen zorgconsumptie. Een exacte invulling moet nog gegeven worden.
Terecht zal de Kamer hier kritisch over zijn. Met name in de geestelijke gezondheidszorg zien we dat invoering van eigen bijdrage een belemmering kan zijn om de noodzakelijke hulp te zoeken, met alle gevolgen van dien.
De toekomst van de AWBZ is vooral gericht op de meest kwetsbaren in de samenleving aldus het kabinet. De uitwerking van de voorstellen zal duidelijk moeten maken dat er geen mensen buiten de boot vallen en daarmee verstoken raken van zorg of begeleiding. Zonder af te doen aan enkele volstrekt goede maatregelen is het zaak dat cliëntenorganisaties, cliëntenraden en cliëntenplatforms alert en kritisch blijven.
De auteur is financieel manager in de zorg.