„Geen verschoningsrecht voor Deloitte”
De rol van accountantskantoor Deloitte tijdens het boekhoudschandaal bij supermarktconcern Ahold blijft de gemoederen bezighouden. In een apart ingelaste zitting in het hoger beroep in de zaak tegen vier oud–bestuurders van Ahold voor het gerechtshof van Amsterdam discussieerden openbaar ministerie (OM) en verdediging maandag over de vraag of Deloitte zich mag beroepen op het verschoningsrecht.
Het OM heeft het accountantskantoor meerdere malen gevraagd bepaalde informatie over de zaak, waaronder een zogeheten review rapport, over te dragen. In eerste instantie had de accountantsfirma gezegd niet in het bezit te zijn van het betreffende document, maar een kleine week geleden meldde Deloitte het rapport toch te hebben. Deloitte wil de review niet verstrekken en beroept zich op het recht vertrouwelijke informatie van een cliënt niet openbaar te hoeven maken.Zowel de verdediging als het OM waren niet te spreken over de houding van Deloitte. „Deloitte spreekt met twee tongen: ze zeggen volledig te willen meewerken, maar ze doen het tegenovergestelde", aldus advocaat Michail Wladimiroff, die oud–topman van Ahold Cees van der Hoeven ter zijde staat in het hoger beroep. De advocaat–generaal (van het OM) vroeg zich hardop af of Deloitte een spelletje speelt.
Volgens Wladimiroff geldt het verschoningsrecht niet voor accountants. Bovendien is het opgevraagde rapport niet opgemaakt met Nederlandse advocaten en kan er dus geen sprake zijn van een beroep op het Nederlandse verschoningsrecht. „Het rapport kan cruciaal zijn in de waarheidsbevinding in dit hoger beroep", aldus de raadsman. De verdediging hoopt middels het rapport ontlastend materiaal te vinden voor hun cliënten.
Het OM vindt wel dat het opgevraagde rapport vertrouwelijke informatie bevat. Daarmee volgt het OM een uitspraak van de waarnemend deken van Amsterdam die, op verzoek van de advocaten van Deloitte, heeft gekeken of de accountant zich kan beroepen op verschoningsrecht. Wel zette de advocaat–generaal vraagtekens bij de totstandkoming van het rapport en de rol die de advocaten van Deloitte daarbij hebben gespeeld. De advocaat–generaal verzocht het hof om aanvullend onderzoek en het horen van een extra getuige.
Woensdag doet het hof uitspraak over dit onderdeel van de zaak. Mocht het hof nader onderzoek gelasten, dan kan dit tot vertraging van het hoger beroep leiden.
Geen van de verdachten, oud–bestuurders Cees van der Hoeven, Michiel Meurs, Jan Andreae en oud–commissaris Roland Fahlin, was maandag in de rechtszaal aanwezig.