De CDA-bewindsvrouw noemde dinsdag een voorstel hiertoe „merkwaardig.” Werktijden gelijk laten lopen met schooltijden van kinderen is volgens haar een „onbegaanbare weg.”Wat PvdA en ChristenUnie betreft krijgen ouders -met kinderen van 4 tot 12 jaar- een wettelijk recht om twee dagen per week om drie uur te stoppen met werken, zodat de kinderen van school kunnen worden gehaald. Zogenoemde schooltijdbanen moeten de combinatie van werk en opvoeding vergemakkelijken.

Fractievoorzitters Hamer (PvdA) en Slob (ChristenUnie) lanceerden het voorstel afgelopen zaterdag op hun afzonderlijke partijcongressen. De ChristenUnie heeft het voorstel voor schooltijdbanen vorig jaar al eens eerder gedaan.

Volgens Slob willen veel ouders best langer werken, wanneer het maar verenigbaar blijft met de zorg die ze zelf aan hun kinderen willen besteden. Uit onderzoek blijkt, zo stelt hij, dat meer geld uitgeven aan kinderopvang weinig effect sorteert.

De PvdA ziet schooltijdbanen als een tussenoplossing in afwachting van het moment dat Nederland de schooltijden aanpast. Hamer verwacht daarnaast dat schooltijdbanen de wachtlijsten voor buitenschoolse opvang kunnen terugdringen.

Het CDA heeft aangegeven het idee sympathiek te vinden, al ziet de partij liever dat sociale partners in cao’s afspraken maken over schooltijdbanen. Daarnaast begrijpt het CDA niet waarom de regeling zich tot twee dagen zou moeten beperken. Het CDA prefereert dat boven een wetswijziging, onder meer omdat via de cao voor elke branche een passende regeling kan worden gemaakt.

Ook vakbonden staan positief tegenover het voorstel. Werkgevers zien er echter niets in. Volgens Van der Hoeven is het plan voor werkgevers ook niet uit te voeren, omdat deze dan rekening moeten houden met uiteenlopende schoolroosters van kinderen van werknemers.

In plaats van minder moeten we met elkaar juist méér uren per week gaan werken, stelt de bewindsvrouw. „Eigenlijk zou 40 uur weer de norm moeten zijn en niet 36 uur, wat zijn oorsprong vindt in de jaren dat er sprake was van massawerkloosheid.” Van der Hoeven noemt het „logisch” om dan bij „een spiegelbeeldige situatie van ernstige arbeidstekorten de situatie om te draaien en de 36 uur als ijkpunt los te laten.”

Daarbij komt volgens Van der Hoeven dat scholen de plicht hebben om voor- en naschoolse opvang aan te bieden zodat de leerlingen na school goed worden opgevangen.