Gemengde gevoelens in Congo over crisis zaak–Lubanga
In de Democratische Republiek Congo wordt met gemengde gevoelens gereageerd op de crisis die bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag is ontstaan in de zaak–Lubanga. Na procedurefouten van de aanklagers hebben de rechters de zaak tegen de eerste verdachte die ooit in handen van het ICC kwam, aangehouden en beraadslagen volgende week over zijn mogelijke vrijlating.
Bij de slachtoffers in Congo heerst „diepe teleurstelling", zo melden mensenrechtenorganisaties. Bij de Hema’s, de stam waartoe Thomas Lubanga behoort, leeft daarentegen de hoop dat hun held gauw weer naar huis mag.In Congo zijn de afgelopen jaren meer dan 4 miljoen mensen om het leven gekomen als gevolg van oorlog. Lubanga is aangeklaagd wegens zijn rol bij de strijd tussen de Hema’s en de Lendu’s in het oosten van het enorme Afrikaanse land. Volgens ICC–hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo heeft hij kindsoldaten geronseld en ingezet, een oorlogsmisdaad.
Een aantal Congolese mensenrechtenorganisaties en de FIDH in Parijs hebben het ICC opgeroepen beter in Congo uit te leggen wat er in Den Haag gebeurt, gelet op de verwachtingen die er bij de slachtoffers zijn gewekt.
Hema’s daarentegen zeiden tegen het Institute for War and Peace Reporting (IWPR) dat Lubanga hun redder was. „Wij renden om ons leven met baby’s in onze armen", aldus een vrouw. „Thomas kwam ons redden".
Een Hema–man verdedigt de inzet van kindsoldaten. Veel Hema’s waren wees geworden door de strijd met de Lendu’s. „Dan is het beter kindsoldaat te zijn. Kinderen werd een mogelijkheid gegeven zich zelf te beschermen".
Het ICC zetelt sinds 2002 in Den Haag. Naar het begin van het eerste ICC–proces is met spanning uitgekeken, in Congo en ook daarbuiten. Het Strafhof is het eerste permanente hof voor de berechting van oorlogsmisdadigers en markeert een nieuw tijdperk in de internationale strafrechtspleging, na de tijdelijke VN–tribunalen voor ex–Joegoslavië en Rwanda.