Rapport legt verschillen CDA en PvdA bloot
Het rapport van de commissie-Dijsselbloem legt meningsverschillen tussen coalitiepartners CDA en PvdA over het onderwijs bloot. Zo wil de PvdA tegen het zere been van het CDA dat groepen leraren zich van scholen kunnen afsplitsen.
Dat bleek dinsdag tijdens het debat in de Tweede Kamer over de recente vernieuwingen in het onderwijs die de commissie heeft onderzocht. De twee partijen verschillen ook van inzicht over de manier waarop zwakke schoolbesturen moeten worden aangepakt.Met toestemming van ouders moeten leraren „zelfstandig van het schoolbestuur door kunnen gaan. Ze moeten met behoud van gebouw en middelen de mogelijkheid krijgen een nieuw onderwijsconcept op te zetten als daar behoefte aan is", zegt Tweede Kamerlid Staf Depla van de PvdA.
CDA-Kamerlid Van Dijk noemt het voorstel „heel gek". Volgens hem voegt het plan niets toe aan de huidige mogelijkheden van ouders om zelf een nieuwe school te beginnen. Hij ziet dat niet als de taak van leraren, die immers werknemers van de school zijn.
Ook Slob, Kamerlid van coalitiegenoot ChristenUnie, is niet gecharmeerd van het PvdA-plan. Slob denkt zelfs dat het voorstel in strijd is met de grondwet. Hij vindt wel dat leraren een grotere stem moeten krijgen in scholen.
GroenLinks en de SP steunen het idee van Depla wel. Zij vinden wel dat het PvdA-Kamerlid er niet voor moet terugdeinzen als kleinere scholen meer geld blijken te kosten. Volgens Depla is dat echter helemaal niet zeker.
Het PvdA-Kamerlid is het op zijn beurt niet eens met de manier waarop CDA’er Van Dijk zwakke scholen wil aanpakken. Volgens het CDA-Kamerlid moet alleen een rechter kunnen beslissen om een bewindsvoerder aan te stellen bij scholen die slechte lessen blijven verzorgen.
Depla wil dat de overheid de controle van slecht functionerende besturen moet kunnen ontnemen. Rechters moeten alleen achteraf kunnen toetsen of dat terecht was, stelt hij.