’t Pak van de priester
De synode van de Anglicaanse Kerk in Engeland gaat praten over het pak van de priesters. Er ligt een voorstel om de geldende kledingvoorschriften uit het kerkelijk wetboek te schrappen. De komende discussie betreft eigenlijk iets onbenulligs. Heeft een synode zich niet met belangrijker zaken bezig te houden? Met bezinning op de prediking van het Woord? Met het uitkijken naar de geboorte en opwas van het nieuwe leven? Met zending en evangelisatie?
Inderdaad. De genoemde onderwerpen behoren hoog op de agenda te staan. Het is geen teken van gezond geestelijk leven als kerkelijke vergaderingen de toevlucht denken te moeten nemen tot extra regelgeving buiten de Bijbel om. Waar het aantal geboden stijgt, neemt ook de overtreding toe. Toch is het positief -wij leven immers in een door individualisme gekenmerkte cultuur- dat mensen nog over gemeenschappelijke gedragsregels durven spreken.
Zo heel onbelangrijk is het komend debat trouwens niet. Het voorstel wordt geen hamerstuk. Anglicaanse priesters dragen namelijk niet zomaar hun toga, koorhemd en stola. Hun gewaad heeft een liturgisch karakter. Er leeft vanouds een strenge, formele stroming in de Engelse kerk die sterke nadruk legt op het belang van het ambt en liturgische gebruiken. Vertegenwoordigers van die richting hechten aan de traditionele priesterkledij. Ten onrechte. Want eigenlijk heeft het pak van de priesters iets oudtestamentisch. Het afschaffen ervan zou werkelijk aanbevelenswaardig zijn. Indien er geen andere argumenten in het spel waren.
Welke? Het agendapunt blijkt niet bedoeld om zich te distantiëren van overgebleven resten van het roomse leven, dat rijk is aan rituelen. Een van de bisschoppen onthulde wat er eigenlijk achter zit. Hij zou zich wel in spijkerbroek op de kansel willen wagen om buitenkerkelijken te kunnen trekken. Daar doet zich een dilemma voor. Wanneer valt iets nog te rekenen onder het de Joden een Jood en de Grieken een Griek zijn? En op welk ogenblik bereikt de kerk de grens van een ontoelaatbare aanpassing aan de dominante cultuur?
Zijn allerlei vernieuwingen zinvol om de kerk weer vol te krijgen? Is het goed voor de voortgang van het Evangelie als de priester of de dominee een ander pak aantrekt? Dat valt te betwijfelen. Op dat gebied hebben gemeenteleden en ambtsdragers al zoveel -soms bijna clowneske- kunstjes uitgehaald. Maar na verloop van tijd bleken ze geen van alle blijvende zegen op te leveren. Eigentijdse muzikale prestaties die de traditionele gemeentezang verdrongen, zetten de ontkerstening niet stop. Dat zal evenmin het geval zijn als deze of gene bisschop zijn gemeente gaat toespreken in gerafelde vrijetijds- of zelfs strandkleding.
Het synodaal gesprek over het priestergewaad is de gereformeerde gezindte niet vreemd. Sommigen stellen zich oudtestamentisch en wereldvreemd op. Zij zien er nauwgezet op toe of de dominee zich wel aan de gedragscode houdt en correcte kledij draagt. Ondertussen zorgen zij zelf bijkans voor een modeshow in de kerk. Met wereldgelijkvormige prijzen. Anderen gooien alle stijl en deftigheid overboord en menen dat het er allemaal toch niet toe doet.
Wat is het erg indien feitelijk onbenullige zaken zoals het pak van de priester een ereplaats krijgen op onze kerkelijke agenda’s. En niet het brengen van de alle kwaad ontmaskerende goede boodschap aan zondige mensen. Wat is het erg als een ambtsdrager meent dat hij kunstjes uit moet halen, omdat het enkele Woord tekort zou schieten. Wat is het erg als het in ons aller leven niet van binnen uit komt en vanzelf spreekt dat we ons gedragen als stijlvolle ambassadeurs van de Koning der koningen.