Opinie

Dreiging van hiv en aids niet voorbij

Er zijn positieve tendensen te zien als het om hiv en aids gaat, zo blijkt uit een deze week besproken VN-rapport. Toch voelen Darija Kupers-Oving en Anke van Well niet voor een juichstemming. Het aantal zieken neemt nog steeds toe en de gevolgen zijn enorm.

13 June 2008 21:47Gewijzigd op 14 November 2020 05:58
„Het is inderdaad hoopgevend dat de wereldwijde inspanningen van de afgelopen tien jaar in de strijd tegen de ziekte aids hun vruchten afwerpen. Maar nog steeds is grote inzet nodig om de doelstelling voor 2010 te halen.” Foto: de zevenjarige Chinese Ma R
„Het is inderdaad hoopgevend dat de wereldwijde inspanningen van de afgelopen tien jaar in de strijd tegen de ziekte aids hun vruchten afwerpen. Maar nog steeds is grote inzet nodig om de doelstelling voor 2010 te halen.” Foto: de zevenjarige Chinese Ma R

Ter voorbereiding op de conferentie over aids die deze week in New York door de VN werd georganiseerd, is een rapport opgesteld door de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki Moon. De resultaten uit dit rapport werden eerder deze week gepresenteerd in de pers. De berichtgeving voerde een positieve boventoon met titels als ”Strijd tegen aids werkt”.In het VN-rapport staat dat zowel het aantal sterfgevallen door aids als het aantal nieuwe besmettingen met hiv afneemt. Daarnaast zien we een verschuiving in de risico’s, waar de wereldgezondheidsorganisatie WHO onlangs over rapporteerde. Waar eerst gevreesd werd dat in India en China hiv en aids voor eenzelfde probleem zou gaan zorgen als in Afrika, blijkt nu dat de epidemie in Azië zich beperkt tot de zogenaamde hogerisicogroepen en zich niet verder onder de gehele bevolking verspreidt.

Betekent dit dat de aidsproblematiek, met alle gevolgen van dien, een gepasseerd station is? Het is inderdaad hoopgevend dat de wereldwijde inspanningen van de afgelopen tien jaar in de strijd tegen de ziekte aids hun vruchten afwerpen.

Maar nog steeds is grote inzet nodig om de doelstelling voor 2010 te halen. In 2010 moet er universele toegang zijn tot preventie van hiv-besmetting, behandeling en zorg van hiv- en aidspatiënten. We zijn ook halverwege de streefdatum voor het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelstelling 6 over hiv en aids. Op dit moment lijken beide doelen onbereikbaar.

Er zijn meer middelen en diensten nodig om vooruitgang te boeken. De interventies blijven achter op de epidemie zelf. In 2007 was het aantal nieuwe hiv-geïnfecteerden 2,5 keer hoger dan de toename van het aantal mensen dat aidsremmers ontvangt. Ongeveer 3 miljoen mensen ontvangen nu aidsremmers. Hoewel dit een grote toename is, betreft het slechts 30 procent van het aantal mensen dat ze nodig heeft.

Kinderen

Naast toegang tot behandeling en preventie is beperking van de gevolgen van hiv en aids van groot belang. Zowel op korte als op lange termijn. Aids blijft onze aandacht nodig hebben. Prisma wil daarbij kwetsbare en gemarginaliseerde groepen niet uit het oog verliezen.

In de eerste plaats zijn dit de kinderen van wie de ouders zijn overleden aan aids. Deze aidswezen worden vaak opgevangen in andere gezinnen. Slechts 15 procent van deze wezen ontvangt enige vorm van assistentie. Het aantal aidswezen wereldwijd is inmiddels gegroeid tot ongeveer 15 miljoen.

Ook mensen met een fysieke of mentale beperking lopen meer risico om besmet te worden met hiv. Zij zijn vaak een vergeten groep als het gaat om goede voorlichting, toegang tot medische zorg en bescherming tegen seksueel misbruik.

Een andere kwetsbare groep vormen jongeren tussen de 15 en 24 jaar. Slechts 40 procent van hen heeft adequate kennis over hiv. Prisma onderstreept het belang van aandacht voor jongeren en seksualiteit en wil dat jongeren vaardigheden ontwikkelen om verantwoorde keuzes te maken op het gebied van seksualiteit.

Vrouwen blijven een kwetsbare groep, waarbij prostituees extra risico lopen. Vrouwen zijn niet alleen biologisch meer kwetsbaar voor hiv besmetting, maar ook economisch en sociaal. In Sub-Sahara-Afrika hebben zij vaak gelijke (of soms betere) toegang tot medicijnen, in tegenstelling tot landen waar de epidemie zich beperkt tot risicogroepen. Aandacht voor vrouwen is dan ook van groot belang, zonder daarbij de rol en betrokkenheid van mannen uit het oog te verliezen.

Gebed en gave

Ook christelijke organisaties en kerken zijn actief in de strijd tegen aids. Zij zijn vaak goed gepositioneerd om hun rol hierin te vervullen. Al sinds het begin van de epidemie zijn zij betrokken. Ook internationaal komt er steeds meer erkenning voor de rol van religieuze organisaties. Zij spelen een belangrijke rol in beïnvloeding van gedrag en houding van mensen, en in het voorzien van zorg en ondersteuning met betrekking tot hiv- en aidspatiënten.

Als christelijke organisaties voor ontwikkelingssamenwerking willen we ons sterk maken voor een wereld waar liefde en gerechtigheid centraal staan. Daarom willen wij uitbuiting en onderdrukking aan de kaak te stellen, ook die van seksuele uitbuiting en onderdrukking. We willen ons blijvend inzetten voor het terugdringen van deze epidemie en haar verwoestende gevolgen, zowel in Afrika -het continent dat zo hard wordt getroffen- als in andere gebieden waar aids vooral de risicogroepen raakt. Beide hebben ze onze bemoediging en steun nodig.

Laten we als christenen blijven bidden voor de mensen die leven met hiv en de gevolgen van aids dagelijks ondervinden, en de organisaties die zich inzetten in deze strijd blijven ondersteunen door gebed en met onze gaven.

De auteurs zijn respectievelijk beleidsmedewerker hiv & aids en programmacoördinator gezondheidszorg bij Prisma, een samenwerkingsverband van christelijke ontwikkelingsorganisaties.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer