De rekenkamer van de gemeente onderzocht, halverwege de raadsperiode, of het college van burgemeester en wethouders de doelstellingen die het zich heeft gesteld, ook heeft gehaald. Over bijna de helft van die doelen kon de rekenkamer niets zeggen, omdat de benodigde stukken ontbraken.Het college sprak bij zijn aantreden in 2006 af binnen vier jaar 53 mijlpalen te halen, zoals schonere voertuigen en minder werklozen. Van de 28 meetbare doelen heeft het bestuur nu ruim de helft gehaald. „Dat is een hele nette score”, zei een woordvoerder van de rekenkamer vrijdag.

Het vorige college begon, mede op initiatief van burgemeester Opstelten, met deze zogeheten Rotterdamse aanpak. Hiermee kon Rotterdam het bestuur afrekenen op het behaalde resultaat.

Nu spreekt het college van elkaar aanspreken op de doelstellingen. „We zien dat we goed op koers liggen, maar we zien ook dat we moeten bekijken hoe we een en ander beter kunnen oppakken”, aldus een woordvoerster van locoburgemeester J. Kriens.

Vier jaar geleden kon de rekenkamer halverwege de raadsperiode twee derde van de doelen niet onderzoeken, omdat de gegevens er niet waren. Aan het einde van de collegeperiode was dat een derde. De zegsman van de rekenkamer verwacht dat het huidige bestuur snel van de eigen „beginnersfout” zal leren.