Cultuur & boeken

Aardig en meedogenloos

Titel:

Dr. J. de Gier
23 October 2002 10:15Gewijzigd op 13 November 2020 23:53

”Willem Frederik Hermans. De aardigste man ter wereld”
Auteur: Freddy De Vree
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2002
ISBN 90 234 0038 0
Pagina’s: 343
Prijs: € 27,50. „Wim is voor mij afwisselend een vader geweest - (…) een begripvolle vader, een alwetende leraar… Wim is voor mij iemand geweest die altijd open stond met verklaringen, hoe tegenstrijdig ook, omtrent zijn werk, altijd openhartig omtrent zichzelf, altijd bereid tot luisteren, altijd een vriend, hoe fel hij ook weleens kon uitvallen. Wim gaf zonder te nemen.” Wim is Willem Frederik Hermans. De vertrouwelijke aanspreekvorm gebruikt de journalist en essayist Freddy de Vree in zijn recente boek: ”Willem Frederik Hermans. De aardigste man ter wereld”.

De titel ”De aardigste man ter wereld” maakt direct al duidelijk vanuit welke optiek De Vree de vermaarde schrijver benadert: ongeremde bewondering. Deze titel is een variant op die van een boek van Jeroen Brouwers dat ook over Hermans gaat, namelijk over diens Brusselse tijd: ”Het aardigste volk ter wereld”.

Het begon allemaal in 1962. De Vree schreef in dat jaar een bewonderende brief aan Hermans, die toen nog lector was aan de Groningse universiteit. Bewondering voor Hermans’ romans was het startpunt van een verhouding die wel afstandelijk en gereserveerd begon, maar zou uitgroeien tot een hechte vriendschap: meneer Hermans werd ”Wim”.

Toen Hermans in 1995 stierf, is De Vree zijn materiaal uit de periode 1962 tot 1995 -brieven, ansichtkaarten, foto’s, typoscripten- gaan ordenen. En vooral transcripties van de vele gesprekken met Hermans die hij op de band had opgenomen. Het leidde uiteindelijk tot dit boek, waarvan de hoofdmoot uit gesprekken bestaat.

Chaotisch boek
Wat kun je van zo’n boek, geschreven vanuit bewondering, verwachten? Zeker geen objectief verhaal. In zijn ”Woord vooraf” informeert De Vree de lezer op een eerlijke wijze: het boek biedt een „anekdotische benadering”, het is „onwetenschappelijk” en „niet-chronologisch.” Eén ding vergeet hij echter: het is ook een buitengewoon chaotisch boek, vol herhalingen en overlappingen, een samenraapsel van van alles en nog wat, een grabbelton, waarin zo hier en daar belangrijke dingen verstopt zijn.

Tot die belangrijke zaken reken ik Hermans’ levensvisie, zijn kunstopvatting of poëtica, zijn politieke standpunten, de thematiek in zijn romans, en dergelijke. Het boek moge verdeeld zijn in 28 hoofdstukken, wat een zekere ordening veronderstelt, je moet enorm goed zoeken wil je de fundamentele uitspraken eruit vissen. Ze worden bedolven onder allerlei uitspraken -vaak tot vervelens toe herhaald- over Hermans’ liefde voor de Belgen, frietjes en niertjes, zijn katten en zijn hond, zijn voorkeur voor snelle sportwagens, zijn verzamelwoede gericht op schrijfmachines. Voor Hermans-freaks zullen dat wel interessante details en anekdoten zijn. Iemand die dieper wil doordringen in de romans, moet zich echter wel door een heleboel irrelevante gegevens heenworstelen. En dat is jammer. De sympathie die het boek draagt, had niet hoeven te leiden tot zo’n chaotische opbouw.

Meedogenloos
Hermans is een schrijver die met zijn beste romans behoort tot de Europese top. Hij staat bekend als een meedogenloos auteur: scherp, satirisch, hard. In de roman ”Nooit meer slapen” bijvoorbeeld worden alle vormen van geloof -religieus, politiek, maatschappelijk, humanitair- op één grote hoop gegooid: het is geloven in „sprookjes.” Godsdienst is een vorm van „troost” die mensen hebben uitgevonden en waarmee ze in „slaap gesust” worden. Het leven is zonder zin, er is geen hiernamaals en de mens is de mens een wolf.

Dit laatste verwoordt de hoofdpersoon Alfred in ”Nooit meer slapen”, als hij zegt: „Ik zal liever omkomen als slachtoffer van de elementen dan van de mensen.” En over God lezen we in deze roman: „Waarom het ingewikkeld te maken met een wezen dat niemand ooit gezien heeft? God is een woord dat niets betekent.” Daar kunnen we het mee doen. Ook in de gesprekken met De Vree komt die onwrikbare visie op leven, mens en geloof af en toe naar voren: „waarom wij bestaan” weten wij niet, we zijn allemaal als „meteorieten op aarde terechtgekomen”, „de hele godsdienst” met de gedachte van een hiernamaals is „bedacht.”

Was de méns Hermans ook meedogenloos? Voor De Vree in elk geval niet. Hij noemt hem niet voor niets een vaderfiguur. Hij noemt hem zelfs de „aardigste man ter wereld.” Dit is natuurlijk rijkelijk overdreven, maar als zo vaak is er wel iets van waar. Er zijn meer getuigen die bevestigen dat we de buitenkant van de mens Hermans niet moeten laten samenvallen met zijn binnenkant. Zo noemde Wilbert Smulders, die op ”De donkere kamer van Damocles” promoveerde, Hermans „geen sikkeneurig heerschap, geen zure man.” Hij was eerder wat impulsief en argeloos, wat leidde tot een zekere onhandigheid en stijfheid.

Biografie
Hoe dit zij, het wachten is op een gedegen, wetenschappelijk verantwoorde biografie en daarin zal, denk ik, het gangbare beeld van Hermans wel enigszins worden bijgewerkt. Enigszins, wel te verstaan, want al mogen we de mens achter de schrijver nooit vereenzelvigen met de auteur zoals die zich in zijn werk doet kennen, een gemakkelijk mens is Hermans niet geweest, en zeker niet „de aardigste man ter wereld.”

De Vrees boek doet sympathiek aan en getuigt overal van bewondering voor de schrijver. Het bevat aardige opmerkingen en illustraties en vooral veel anekdotes en onbelangrijke details. Het valt niet mee om de krenten uit de pap te halen.

Het is een boek voor Hermans-fans, die alles over hun idool willen weten. Wie echter diepgaand kennis wil maken met de auteur -levensvisie, thematiek, kunstopvattingen- kan beter bij andere, fundamenteler beschouwingen terecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer