Gekluisterd aan het beeldscherm
Ze hebben een profiel op Hyves, kletsen via MSN met vrienden, kijken filmpjes op YouTube en genieten van computergames vol actie. Wat is het effect van media op kinderen die gekluisterd zijn aan het beeldscherm?
De toelichting op de achterflap van ”Uw kind op internet” het jongste boek van Justine Pardoen, klinkt wat aanmatigend: „Een handig en uniek beeldboek dat de generatiekloof op het gebied van internet tussen ouders en kinderen overbrugt.” Toch is het voor ouders die weinig van internet weten inderdaad een niet al te moeilijk boek met uitleg over allerlei termen waar ze in hun omgeving regelmatig van horen: van Google tot MSN en van mp3 tot webcams.In zes hoofdstukken worden de belangrijkste bezigheden van tieners op internet behandeld door de hoofdredacteur van Ouders Online, die voor dit boek samenwerkte met grafisch ontwerper Evert Bergervoet. Op elke rechterpagina is in beeld te zien wat de tekst aan de linkerbladzijde uitlegt.
Hoewel het beeldboek informatief bedoeld is, steken de auteurs zowel de positieve als de negatieve kanten van internet niet onder stoelen of banken. Er is duidelijk nagedacht over de vormgeving: positieve punten zijn voorzien van een hartje; negatieve aspecten van internet krijgen een doodshoofdje mee.
De eigen visie van Pardoen en Bergervoet klinkt duidelijk in het geheel door: overdrijf de risico’s van internet niet. „Het internet is immers vooral leuk. Een grote speeltuin waarin kinderen volop kunnen experimenteren.” Zelfs de risico’s hebben volgens de twee nog iets positiefs: „Er gaat weleens iets mis, maar kinderen leren daar vaak ook uit zichzelf goed mee omgaan. Ook dát is een belangrijk leerproces voor een kind: narigheid overwinnen geeft zelfvertrouwen.” Is dit niet ál te gemakkelijk? Slachtoffers van pesten of van seksueel misbruik na een afspraak met een onbekende via MSN dragen de gevolgen levenslang met zich mee.
Wel iets doen
Het boek gaat de schaduwzijden van internet over het algemeen niet uit de weg. Zo bestaat internet voor meer dan de helft uit pornografische en gewelddadige websites, stellen Pardoen en Bergervoet: „Internet bevat alles: in een paar muisklikken kun je kijken naar grof geweld en gore porno. U moet dus wel iets doen om dat te voorkomen.”
Terecht signaleren de twee auteurs ook dat op profielsites jongeren erg ver gaan om zo populair mogelijk te zijn: „Je ziet dat meisjes nogal eens foto’s plaatsen waarop ze uitdagende poses aannemen of schaars gekleed zijn.” Maar is het dan niet wat mager om vervolgens te concluderen dat dit hoort bij de leeftijd en de behoeften in de puberteit en het dan „toch wel goed is om daar eens samen over te praten”?
De strekking van het boek is duidelijk: doe wat je wil, maar wees je bewust van een aantal risico’s en zorg dat je anderen geen schade berokkent. De auteurs kijken duidelijk vanuit een seculiere invalshoek naar moderne media. Om die reden biedt het boek voor christelijke opvoeders te weinig handvatten om kinderen in overeenstemming met Gods Woord te begeleiden op internet. Eén voorbeeld: Pardoen en Bergervoet benoemen de trend dat er steeds meer profielsites zijn die mensen met een bepaalde passie of levensstijl bij elkaar brengen. Daarvoor beschrijven ze zonder enige terughoudendheid een site met house- en dancemuziek.
Agressief
Is ”Uw kind op internet” vooral een handboek voor ouders, ”Beeldschermkinderen” van prof. dr. Patti Valkenburg, hoogleraar Kind en Media aan de Universiteit van Amsterdam, is juist bedoeld voor studenten, docenten en beleidsmakers. Het bevat dan ook geen uitleg over internet, maar geeft inzicht in psychologische en andere wetenschappelijke theorieën over de inhoud, het gebruik en effecten van tv en pc. Hebben media voornamelijk positieve of juist negatieve effecten op kinderen? Worden kinderen agressief of angstig van mediageweld en wat is de invloed van hun veelvuldige gebruik van MSN?
Uitgebreid beschrijft de Amsterdamse hoogleraar maatschappelijke visies op kinderen en media vanaf de zeventiende eeuw. Ook gaat ze in op de indicaties dat de jeugdfase aan het veranderen is. Zo gedragen kinderen van nu zich niet alleen volwassener, ze blijken ook intelligenter te zijn dan hun leeftijdsgenoten uit eerdere generaties. Dat zal een puber als muziek in de oren klinken.
Volgens Valkenburg kan niemand het feit negeren dat de kindertijd in westerse samenlevingen sinds 1960 grondig aan het veranderen is. „Het kan niet ontkend worden dat de veranderingen in de jeugdfase parallel lopen aan de opkomst van de televisie. Ook kan niet ontkend worden dat de televisie kinderen informeert over zaken waar ze vroeger nooit mee in aanraking kwamen.”
Een uiterst relevante vraag is daarom hoe de jeugdfase zich zal ontwikkelen, parallel aan de digitale media. Valkenburg denkt dat het steeds moeilijker zal worden kinderen af te schermen van de volwassenencultuur. „In de eerste plaats vereisen internet en mobiele telefoons in vergelijking met telvisie een individueler gebruik. Het mediagebruik van kinderen vindt steeds meer plaats buiten het ouderlijk gezichtsveld, hetgeen de controle erop extra bemoeilijkt. Het kindernetwerk is ook meer afgescheiden van dat van ouders.”
Privacy
Via hun zelfbeheerde e-mailadressen, MSN-contactlijsten, websites en mobiele telefoons hebben kinderen al jong een hoge mate van privacy, constateert de Amsterdamse hoogleraar. „Het gevolg hiervan is dat het voor ouders moeilijker is dan voorheen om als ’poortwachter’ te fungeren van de informatie en communicatie die op hun kinderen afkomt.” Een opmerkelijk gegeven in het licht dat veel buitenschoolse activiteiten van kinderen zich juist hebben verplaatst van de straat naar de huiskamer.
Veel ouders moeten wennen aan de veranderende omstandigheden. Dat maakt hen onzeker en bezorgd, constateert Valkenburg op grond van een aantal onderzoeken. Opvallend detail: kinderen blijken vaak een mobieltje te hebben omdat het apparaat hun bezorgde ouders een gevoel van veiligheid biedt.
Hoewel ”Beeldschermkinderen” een groot aantal theorieën over kinderen en media voor het voetlicht brengt, daalt de auteur gelukkig soms ook af van het wetenschappelijke niveau naar het leven van alle dag. „In het hedendaagse gezin is het onvermijdelijk dat kinderen via de media worden geconfronteerd met normen, waarden en rolmodellen die niet stroken met die van hun ouders. (…) Elke nieuwe rage dringt immers door tot alle uithoeken van de kindercultuur. (…) Ouders, onderwijzers en beleidsmakers zullen zich terdege moeten realiseren dat de media kinderen een pedagogiek bieden die steeds minder buiten een contrapedagogiek van ouders en opvoeders kan.” Werk aan de winkel voor christelijke opvoeders!
Wie er nog altijd niet van overtuigd is dat gewelddadige mediabeelden invloed hebben op kinderen, moet het boek van Valkenburg beslist lezen. Haar conclusie is duidelijk: wie die invloed ontkent, geeft blijk van een duidelijke misinterpretatie van wetenschappelijke onderzoeken. Dankzij de uitbreiding van het aantal commerciële tv-zenders, de toename van het aantal computergames en de entertainmentmogelijkheden van internet zullen kinderen bovendien steeds vaker met mediageweld worden geconfronteerd. Terecht wijst Valkenburg dan ook op het belang van een vaste plaats van mediaopvoeding binnen de school en het gezin.
Bang
Richt de discussie zich in wetenschappelijke en politieke kring vooral op gewelddadige films en games en de agressie die deze media-uitingen bij jongeren veroorzaken, Valkenburg wijst ook op angstgevoelens. „Zowel Nederlands als buitenlands onderzoek laat zien dat de invloed van televisie op angstervaringen soms wordt onderschat.” Schokkend is haar constatering dat uit onderzoek blijkt dat veel zogenaamde kinder- en familiefilms juist om die reden niet geschikt zijn voor jonge kinderen. „Het is daarom van belang dat volwassenen zich realiseren dat het niet voldoende is om mee te kijken. Want ook al kijkt er een volwassene mee, dan nog kunnen jonge kinderen intens bang worden.”
Onthutsend is ook de analyse van de Amsterdamse hoogleraar dat kinderen vaak niet doorhebben dat ze zich op een website bevinden die primair een commercieel doel heeft. „De kindermediamarkt is in tegenstelling tot vroeger lucratief, waardoor hedendaagse kinderen niet alleen hun eigen tv-kanalen, maar ook hun eigen games, chatprogramma’s en websites hebben.”
Het is de laatste jaren niet altijd gemakkelijk om een game onder te brengen in een van de bekende categorieën als actie-, sport- of schietgames, stelt Valkenburg. „Vooral de nieuwste spellen zijn vaak een combinatie van verschillende speltypen.” Wel maakt ze duidelijk dat veel games van oudsher een machowereld vertegenwoordigen. „Als er al überhaupt vrouwen te zien zijn, dan worden ze karikaturaal vrouwelijk afgebeeld: grote borsten, ronde billen, lange benen en gekleed in sexy bikini’s.”
De seksualisering blijkt ook op profielsites: „De foto’s op profielsites zijn soms goed te vergelijken met die in professionele glamourbladen. De zelfbeschrijvingen zijn soms zeer openhartig, variërend van informatie over het mooiste lichaamsdeel tot de seksuele voorkeur van de profielhouder.”
Geen afweging
Interactieve media hebben positieve effecten, concludeert Valkenburg: kinderen die veel gamen zijn in het voordeel wat betreft oog-handcoördinatie en ruimtelijk inzicht. De negatieve effecten van games en internet hebben vooral met de inhoud ervan te maken. „Onderzoek leert dat confrontatie met geweld en seks in interactieve media kan leiden tot ongewenste houdingen ten opzichte van seksualiteit en tot agressie.”
Als wetenschapper waagt Valkenburg zich niet aan het afwegen van voor- en nadelen, maar zet ze de positieve aspecten en de schaduwzijden van internet naast elkaar. Het boek biedt christelijke opvoeders in dat opzicht voldoende aanknopingspunten om te blijven bij een kritische en selectieve houding ten opzichte van media.
N.a.v. ”Uw kind op internet”, door Evert Bergervoet en Justine Pardoen; uitg. A. W. Bruna, Utrecht, 2008; ISBN 978 90 229 5843 8; 127 blz.; €14,95;
”Beeldschermkinderen. Theorieën over kind en media”, door Patti Valkenburg; uitg. Boom, Amsterdam; 2008; ISBN 978 90 473 0060 1; 223 blz.; €29,50.
Verstrikt in het web
Er verschijnen niet alleen informatieve boeken over internet op de markt. Interactieve media bieden ook aanknopingspunten voor schrijvers om thema’s zoals verleiding en misleiding in romans te verwerken. Een korte beschrijving van drie boeken.
Via haar werk bij de recherche komt Helen Vreeswijk dagelijks in contact met jongeren die op de een of andere manier het slachtoffer worden van een misdaad. In haar jeugdboek ”Chatroom” surfen Floor en Marcia, verscholen achter hun anonimiteit, rond op internet, op zoek naar leuke jongens. Op een profielsite presenteren ze zich zo aantrekkelijk mogelijk. Ze veranderen hun naam en leeftijd en passen hun uiterlijk aan.
Helaas zijn Floor en Marcia niet de enigen die de waarheid verdraaien. Al snel raken de meisjes verstrikt in een web van intriges en verandert een onschuldig avontuur in een ware nachtmerrie. Ze worden door anderen gedwongen om tegen hun zin seksuele handelingen te verrichten. Helaas bedient de auteur zich in haar streven om zo realistisch mogelijk te zijn van grof taalgebruik en gedetailleerde seksuele beschrijvingen.
Dat laatste geldt ook voor de jeugdroman ”Heej sgatje” van Wilma Geldof. Tim en Jorrit proberen via MSN zo veel mogelijk meisjes te versieren. Ook Sacha waagt zich op het liefdespad en probeert een vervelende ervaring die zij had met een student -die haar dwong tot seks- te boven te komen. Het boek is bedoeld als waarschuwing voor jongeren. In dat licht is het hoogst merkwaardig dat er tips volgen over hoe jongeren meisjes kunnen versieren via MSN of in het gewone leven.
Geen roman, maar een informatief boek over de populairste vriendensite van dit moment is ”Hyves” van Eva Kol. Ze maakte de oprichting van nabij mee, liep stage bij de internetonderneming en was er vervolgens werkzaam. In het boek wordt beschreven hoe het allemaal begonnen is, hoe Hyves werkt en hoe het bedrijf zich zo snel heeft kunnen ontwikkelen. Een kritische beschouwing van het hele fenomeen blijft achterwege.
N.a.v. ”Chatroom” door Helen Vreeswijk; uitg. Manteau, Antwerpen, 2007; ISBN 978 90 223 2232 1; 327 blz., €16,95;
”Heej sgatje”, door Wilma Geldof; uitg. Uitgeverij Holland, Alkmaar, 2008; ISBN 978 90 251 1041 3; 155 blz., € 9,95;
”Hyves”, door Eva Kol; uitg. Kosmos Uitgevers, Utrecht, 2008; ISBN 978 90 215 2623 2; 221 blz.; € 9,95.
Tips om puber aan de praat te krijgen
Wacht niet tot er problemen ontstaan, maar maak ervaringen op internet zo vroeg mogelijk tot een regelmatig terugkerend gespreksonderwerp.
Wanneer u iets vraagt over de belevenissen van uw kind op internet, neem dan ook echt de tijd om te luisteren naar het antwoord. Er is niets zo erg voor een kind als een ouder die na twee minuten ineens naar de wc gaat of verveeld de krant pakt. Ook al begrijpt u niet meteen alles, luister toch.
Praat nooit over „dat internet”, „die computer” of „dat MSN” - al dan niet uitgesproken op minachtende toon of met het woordje ”stomme” erbij. Besef dat internet voor kinderen vanaf 10 jaar een belangrijk deel van het contact met de buitenwereld vertegenwoordigt. Wees dus voorzichtig met zulk afkeurend taalgebruik, om te voorkomen dat u het contact met uw kind kwijtraakt.
Kies situaties waarin u uw kind niet recht in de ogen hoeft te kijken. Naast elkaar in de auto, samen staand aan het aanrecht of tijdens een wandeling; dat zijn goede momenten om te praten.
Een puber uitlokken om iets te vertellen over zijn of haar leefwereld en gevoelsleven gaat het beste met een kapstok. Bijvoorbeeld door te beginnen over anderen, of door te vragen als ze zelf iets vertellen over wat iemand anders heeft meegemaakt. Ook kunt u beginnen over iets wat u zelf hebt gehoord of gelezen in de krant. „Moet je horen wat ik nou gelezen heb! Wat vind jij daar nou van?”
Als praten echt niet lukt, is schrijven een optie.
Bron: ”Uw kind op internet”.
Conferentie MediaWijzer
Veel ouders en opvoeders hebben in de dagelijkse opvoeding met Hyves en MSN te maken. Voor het platform Mediawijzer is dit aanleiding een werkconferentie over het thema te organiseren.
De conferentie die vrijdag in Gouda wordt gehouden heeft als titel ”Grenzeloze vriendschap”. De werkconferentie draait om de inhoud van twee Mediawijzerbrochures over Hyves en MSN. Tijdens de conferentie wordt de nieuwe brochure ”Dicht bij de ander” over MSN gepresenteerd. De brochure over Hyves verscheen eerder dit jaar.
Volgens Mediawijzer biedt het gebruik van MSN positieve mogelijkheden en is het op zichzelf beschouwd niet zo verschillend van communicatiemedia als brief, e-mail en telefoon. Tegelijkertijd is het volgens het platform voor genormeerd mediagebruik duidelijk dat er ook risico’s en bezwaren aan verbonden zijn. De lage drempel, het oppervlakkige contact, het tijdsbeslag, het taalgebruik, de mogelijkheden van misbruik in de vorm van pesten of seksuele intimidatie en de wereldse uitstraling van andere MSN-diensten kunnen voor ouders en jongeren gegronde redenen zijn om geen gebruik te maken van MSN.
Van praatjeskamers tot videofilmpjes
Wat zijn MSN en Hyves precies? Een korte uitleg.
CHATTEN: Letterlijk betekent het kletsen. Op internet gebeurt dat door het intikken van korte berichtjes die snel heen en weer gaan. Dit kan via een openbare of een besloten ruimte op internet, de zogenaamde chatbox. De letterlijke vertaling daarvan is praatjeskamer.
MSN: Kletsen via een afgeschermde ruimte die alleen toegankelijk is voor mensen die je eerst zelf hebt toegevoegd aan je eigen vriendenlijst.
WEBCAM: Sommige mensen maken gebruik van een webcam. Dat is een kleine camera die al of niet is ingebouwd in de computer. Door middel van een webcam kunnen mensen elkaar zien tijdens het chatten.
HYVES: Een vriendensite waarop mensen een profiel van zichzelf kunnen maken en dat van anderen kunnen bekijken. Inmiddels hebben zich 6,7 miljoen mensen zich aangemeld. Op een profiel kunnen gebruikers foto’s, video’s en andere persoonlijke gegevens plaatsen. Ook kunnen ze berichtjes plaatsen op de eigen pagina of op die van anderen die aan hun profiel zijn gekoppeld.
YOUTUBE: Een website waar mensen op internet gratis videofilmpjes kunnen plaatsen of bekijken. Vaak wordt er een filmpje gemaakt met het mobieltje of de webcam en vervolgens op deze site gezet. Er is veel seksueel getint en gewelddadig materiaal te vinden.
GOOGLE: Een zoekmachine op internet. Via deze site kunnen mensen met behulp van een trefwoord op internet zoeken.
MP3: Een techniek om grote geluidsbestanden zo klein van formaat te maken dat ze niet veel ruimte in beslag nemen op de harde schijf van de computer of op een losse mp3-speler.