Problemen bij Ahold „donderslag bij heldere hemel"
De problemen bij Ahold waren voor het voormalige hoofd van de administratie van het supermarktconcern „als een donderslag bij heldere hemel" gekomen. Bert Verhelst, opgeroepen door de verdediging tijdens de vierde zittingsdag in het hoger beroep in de Ahold–affaire, begreep pas eind 2002 dat er problemen waren met de boekhouding bij het concern.
Verhelst zei woensdag dat hij zich tijdens zijn aantreden bij Ahold in 1997 wel had verbaasd dat inkomsten van joint ventures, waarin Ahold een belang had van minder dan 100 procent, volledig werden opgenomen in de jaarrekening. „Ik wist dat het kon, maar was het niet gewend", aldus Verhelst.Ahold kwam in 2003 onder meer in de problemen doordat bleek dat het concern inkomsten van enkele joint ventures volledig had geconsolideerd. In zogenoemde side letters ontkende Ahold dat het de baas was bij deze buitenlandse samenwerkingsverbanden zoals in andere documenten (zogenoemde control letters) wel werd beweerd.
Eind 2002 hoorde Verhelst over de side letters ofwel geheime brieven. „Toen schrok ik wel", aldus Verhelst. „Mijn gedachte was: dit kan niet".
Verhelst, naar eigen zeggen door toenmalig financieel topman Michiel Meurs ingelicht over de brieven, stapte naar bestuursvoorzitter Cees van der Hoeven. „Van der Hoeven was niet vrolijk", aldus Verhelst. Hij kon uit de reactie van Van der Hoeven niet opmaken of hij al op de hoogte was van de side letters.
Tijdens de zitting waren voormalig topman Van der Hoeven, ex–bestuurder Jan Andreae en oud–commissaris Roland Fahlin aanwezig. Meurs was net als tijdens de eerdere zittingsdagen niet present.
In 2006 werden de oud–bestuurders veroordeeld tot voorwaardelijke celstraffen en geldboetes tot 225.000 euro. Fahlin werd vrijgesproken voor zijn rol in het schandaal dat Ahold in 2003 aan de rand van de afgrond bracht.