„Ik kwam om mensen te vermoorden”, zei de 25-jarige Tomohiro Kato later tegen de politie. „Ik heb een hekel aan mijn leven en het maakte niet uit wie ik zou doden.” Een van de slachtoffers was een politieagent die een gewonde te hulp schoot.Kato huurde een vrachtwagen nabij zijn appartement in de prefectuur Shizuoka, op enige uren rijden van Tokio en vooral bekend om de heilige berg Fuji. Hij heeft er waarschijnlijk bewust voor gekozen zijn plan in de wijk Akihabara uit te voeren. De hoofdstraat van Akihabara, wereldberoemd om zijn vele honderden elektronicawinkels, is op zondagen afgesloten voor het verkeer en wordt zeer druk bezocht.

Omstreeks halfeen reed Kato eerst in op drie voetgangers en daarna ramde hij een taxi. „Hij reed ontzettend hard”, zei een ooggetuige op de Japanse televisie. „Gewoonlijk stop je als je tegen iemand aanrijdt, maar hij reed keihard door.”

Zo’n 30 meter voorbij de taxi kwam de vrachtwagen tot stilstand en stapte Kato uit. Hij stak onmiddellijk vier mensen neer, onder wie de politieagent. Volgens een ooggetuige gebruikte hij een groot survivalmes.

Kato liep daarna verder de hoofdstraat in en stak nog acht mensen neer. Hierna liep hij een zijstraatje in, waar drie politieagenten hem wisten te overmeesteren. Na zijn arrestatie bleek dat Kato nog een mes bij zich had. Twee andere slachtoffers werden in hetzelfde zijstraatje gevonden. Het hele incident duurde slechts vijf minuten. Dit was vooral te danken aan het feit dat de politie snel ter plekke was.

Televisiebeelden toonden een enorme chaos. Overal lagen mensen op straat en omstanders en ambulancepersoneel boden eerste hulp aan de slachtoffers.

Mensen die in hetzelfde flatgebouw woonden als Kato zeiden hem niet te kennen. Velen zeiden hem zelfs niet te herkennen op foto’s die werden getoond.

Het incident wordt vergeleken met soortgelijke gebeurtenissen die de afgelopen maanden hebben plaatsgevonden. Een 24-jarige man stak in maart acht mensen neer in de provincie Ibaraki, waarbij een 27-jarige man om het leven kwam. In januari stak een 16-jarige scholier in Tokio vijf mensen neer met twee keukenmessen.

Het incident in Akihabara is de ernstigste steekpartij sinds de 37-jarige Mamoru Takuma in 2001 acht scholieren doodstak in een lagere school in een buitenwijk van Osaka. Takuma werd hiervoor in 2004 ter dood gebracht. Dit bloedbad werd eveneens op de 8e juni aangericht.

Japanse media tekenen een beeld van toenemende misdaad en onveiligheid in Japan, maar statistisch gezien neemt de misdaad de laatste jaren juist af. En hoewel veel ouderen geloven dat Japan tijdens hun jeugd veel veiliger was, is precies het tegenovergestelde het geval. In het begin van de twintigste eeuw werd er in Japan elk jaar één moord gepleegd per 30.000 inwoners. Tegenwoordig ligt dit op één moord per 100.000 inwoners.

Bloedbaden zoals die in Osaka en Akihabara zijn overigens geen nieuw verschijnsel in Japan. In 1893 vermoorde de 36-jarige Kumataro Kido en zijn student elf mensen, waaronder een baby, in Kawachi in Osaka. Zij gebruikten pistolen en zwaarden voor hun bloedbad. In 1938 ging de 21-jarige Mutsuo Toi tekeer in zijn dorp in de prefectuur Okayama. Met een geweer en zwaard vermoorde hij liefst 30 dorpsbewoners, waaronder zijn 76-jarige grootmoeder. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn er ten minste tien moordpartijen geweest waarbij tien of meer mensen om het leven kwamen.

Niets nieuws onder de zon dus, maar mensen hebben doorgaans een slecht geheugen wanneer het gaat om zware misdaad. Het zal de experts en critici in Japan er zeker niet van weerhouden aan te tonen dat er iets ernstig mis is met de Japanse maatschappij. Politici en naar geld hongerende kopstukken bij de politie zullen ongetwijfeld ook graag gebruikmaken van dit tragische bloedbad.