Een leeg hart
Hij was drie jaar profvoetballer, kwam in die periode „bewust tot het geloof”, maar bleef op zondagochtend trainen. Jelmer Slager uit Leeuwarden vindt de keus om de kerkdienst te verzuimen voor een voetbalwedstrijd „een persoonlijke zaak.” Tegelijk zegt hij: „Als God op de tweede plaats komt, moet je oppassen.”
De 26-jarige Slager komt uit een gereformeerd vrijgemaakt milieu. Zijn ouders stuurden hem naar de basisschool van de eigen kerkelijke kleur, 7 kilometer fietsen van zijn woonplaats Marrum. „Ons gezin behoorde helemaal tot de gereformeerde zuil.”Jelmer is vijf als hij zich voor het eerst aansluit bij een voetbalclub. Op elfjarige leeftijd maakt hij de overstap naar SC Cambuur in Leeuwarden, een club van profvoetballers die uitkomt in de eerste divisie. „Ik was buitengewoon fanatiek, maar speelde niet op zondag. Dat mocht niet van mijn ouders. Ik accepteerde dat gewoon. Het was op dat moment voor mij geen issue.” Het voetballen kost Jelmer zo veel tijd en energie dat hij bewust het vwo inruilt voor de havo. „Dat was beter te combineren.”
Op 18-jarige leeftijd krijgt de Fries een contract aangeboden als profvoetballer bij SC Cambuur. „Dat was voor mij een doorbraak. De eerste stap op weg naar de top.” Jelmer traint keihard voor 1450 euro per maand. „Ik speelde in totaal dertig, veertig wedstrijden.”
In deze periode komt Jelmer „bewust tot het geloof.” „Ik was altijd kerkelijk geweest, maar God betekende persoonlijk weinig voor mij. Dat veranderde radicaal toen ik samen met mijn vrouw Renske een Alpha-cursus ging volgen. Ik ben toen tot bekering gekomen, zo heb ik dat ervaren. God werd de eerste, de belangrijkste in mijn leven.”
Jelmer blijft voetballen, ook op zondagochtend, het wekelijkse trainmoment van SC Cambuur. Hij krijgt kritiek. „Niet iedereen begreep mij. Het was voor mij ook een vraag: Kan ik voetballen als anderen in de kerk zitten? Ik denk van wel. Er staat weliswaar in de Bijbel: „Gedenkt de sabbatdag”, maar de waarde daarvan is dat je niet opgaat in je eigen leven, maar dat God een dag verdient om Hem in rust te eren. Ik deed dat door in plaats van ’s ochtends ’s middags naar de kerk te gaan.”
Na drie jaar kapt Jelmer met profvoetbal. „Ik was niet goed genoeg en ben er eigenlijk uitgezet. Zo gaat dat in die wereld. Ik ben wel blijven voetballen, eerst bij de Flevo Boys en daarna bij de Harkemase Boys. Bij die laatste club zit ik nog steeds.”
Als je bereid bent de kerk te laten schieten voor het stadion stel je God op de tweede plaats.
„Daar ben ik het niet mee eens. God moet elke dag centraal staan in mijn leven, niet alleen op zondag. En ook op het voetbalveld kan ik een getuige van God zijn.”
God nodigt Zijn gemeente in het bijzonder op zondag uit om naar Hem te luisteren, maar jij zegt: Ik ga voetballen.
„God nodigt ons niet alleen op zondag uit. Verder zou ik de stelling ”Je moet in de kerk zitten, omdat God je roept” enigszins willen nuanceren. Je gaat ook naar de kerk omdat je daar God wilt ontmoeten. Er is niets mooiers dan samen met anderen God te eren.”
Hoe kun je op het voetbalveld een getuige van God zijn?
„Voordat ik ga spelen, bid ik in de kleedkamer. Ik heb persoonlijke gesprekken met de andere jongens, onder meer over God en de Bijbel. Nog niet zo lang geleden is een van die jongens tot geloof gekomen. Dat zie ik als een bevestiging van mijn taak als christen op het voetbalveld.”
Jelmer grijpt naar zijn Bijbel in de Groot Nieuws Vertaling en zoekt Romeinen 10 op. „Hier staat het: „Hoe zullen ze in Hem geloven als ze niet van Hem gehoord hebben?” Christenen moet het Evangelie uitdragen. Niet alleen in de kerk, maar overal. Ook op het voetbalveld.”
Oud-profvoetballer Bert Konterman noemt de voeltbalwereld individualistisch, hard, materialistisch en vooral iets voor macho’s. Hoe typeer jij de voetbalwereld?
„Het is een cultuur die erg is gericht op eigen prestatie, al speel je in teamverband. Dat geeft een spanningsveld. Je doet het samen, maar er is veel onderlinge competitie. Iedereen wil graag de beste zijn. Je traint met 24 man, terwijl er maar 11 kunnen spelen. Sommigen hebben een over-mijn-lijkmentaliteit. De een z’n dood is de ander z’n brood. Als christen heb je het in zo’n wereld niet gemakkelijk. Maar dat geldt ook voor een christelijke bouwvakker op de steiger met vloekende collega’s en harde muziek om zich heen.”
De christelijke voetballer Kew Jaliens stelt dat het als christen moeilijk is in de voetbalwereld. Er zijn veel verleidingen: seks, geld, dure auto’s. Heb je als christen überhaupt wel iets in die wereld te zoeken?
„Waarom niet? Voetbal is een prachtig spel. Daar mag je als christen aan meedoen. Je hoeft er echt niet al je principes voor aan de kant te zetten, al heeft de voetbalwereld wel impact op je geloofsleven. Je wordt snel meegenomen in de drang om te presteren, om te overleven, om helemaal gefocust te zijn op dat ene: voetbal. Maar het is geen puur slechte wereld, zoals je soms hoort zeggen. De tegenstelling tussen de gewone wereld en de voetbalwereld wordt wel eens opgeblazen. Voetballers praten ook over het nieuws, het kopen van een huis en vul zelf maar aan.”
Voetbal is onlosmakelijk verbonden met eigen eer en roem.
„Belangrijker is de vraag: Wat betekent Christus voor mij als voetballer? Als ik zeg dat God in mijn leven op de eerste plaats staat, moet dat aan mij te merken zijn. Het ”Gij geheel anders” is een serieuze zaak in de Bijbel die ook voor voetballers geldt. Ik ben gereformeerd genoeg om te weten dat we daar weinig van terechtbrengen, omdat de zonde diep in ons zit. Toch kan ik als voetballer God verheerlijken met mijn spel. Door te spelen volgens de regels, door respect te tonen voor de scheidsrechter, mijn teamleden en mijn tegenstanders, en door God de eer te geven bij het behalen van successen.”
Kun je God de eer geven op een plaats waarvan je weet dat er nergens zo veel wordt gevloekt als daar?
„Zegt dat iets over het spel of over de mensen? Ik denk het laatste. Het vloeken is voor mij geen reden om weg te blijven. Wel om me bewogen te tonen over degene die vloekt.”
Christenen dienen een goddelijk beroep te kiezen. Is topsporter dat?
„Is hypotheekadviseur een goddelijk beroep? Sommige mensen redeneren sterk vanuit de tegenstelling: ja of nee. Je doet het of je doet het niet. Maar het gaat ten diepste om de persoonlijke invulling die je aan welk beroep dan ook geeft.”
Voetbal is religie. Alles moet ervoor wijken. Als profvoetballer werk je dus voor de afgod van andere mensen.
„Daar heb je wel een punt, ja. Elk mens zoekt goden. Voor velen is voetbal zo’n god. Tegelijk weten we als christenen dat er maar één God is. Alle andere goden zijn afgoden. Maar voor mij is voetbal geen religie, geen afgod.”
Waar je mee omgaat, word je mee besmet. Dat is voor een christen toch genoeg reden om topsport te mijden?
„Dan kom je weer op het Bijbels vreemdelingschap. Dat ervaar je in de sportwereld meer dan elders. Waarom ik dan toch voetballer ben? Ten diepste om God te eren in mijn spel.
Komt het daarvan?
„Ik bid om de juiste houding. Ik bid niet om een overwinning, want dan zou ik God voor mijn karretje spannen. Het gaat erom dat ik met God in gesprek blijf.”
Hoe kijk je tegen het EK voetbal aan?
„Ik zie ernaar uit, maar ik hang geen vlaggetjes aan mijn huis, zoals m’n buurman. Ik volg de wedstrijden via de tv. Niet allemaal; ik maak keuzes. Ik besef dat voetbal uiteindelijk m’n hart leeg laat, mijn diepste verlangens niet bevredigt. Elke afgod laat je hart leeg. Ook voor christenen ligt het gevaar op de loer dat ze door het EK alleen maar bezig zijn met voetbal. Dan werkt voetbal verslavend.”
Jelmer Slager volgt op dit moment de parttimeopleiding godsdienst pastoraal werk aan de Christelijke Hogeschool Ede. Hij is tweedejaars. Daarnaast voetbalt hij -tegen een bescheiden vergoeding- bij de Harkemase Boys en werkt hij één dag per week bij de stichting Sports Witnesses in Leeuwarden die christelijke sporters ondersteunt. „We geven de sportbijbel ”Meer dan overwinnaars” uit met getuigenissen van christelijke sporters en we organiseren sportkampen voor jongeren van 10 tot 18 jaar. De belangstelling voor onze activiteiten groeit.”
Hoe komt dat?
„Sporters zijn in de regel spiritueel ingesteld. Ze hebben behoefte aan iets buiten zichzelf vanwege de grote lichamelijke en psychische druk waaronder ze staan. Helaas nemen velen hun toevlucht tot allerlei vormen van bijgeloof. Het is onze missie om zo veel mogelijk sporters in aanraking te brengen met het Evangelie. We doen dat vanuit het besef dat er iets groters is dan sport, namelijk dat je God als Heer hebt.”
Niemand kan twee heren dienen. Het is koning voetbal of koning Jezus.
„Helemaal mee eens. Het gaat uiteindelijk om de vraag: Wie is koning over mijn hart? Tegelijk zeg ik: Maak de tegenstelling tussen voetbal en de gewone wereld niet te groot. De zucht naar macht, roem en eer vind je overal.”
Naam: Jelmer Slager
Leeftijd: 26 jaar
Woonplaats: Leeuwarden
Functie: voetballer en student godsdienst pastoraal werk
EK voetbal
Het Europees kampioenschap voetbal (EK) start vandaag en duurt tot 29 juni. Gastlanden zijn Zwitserland en Oostenrijk. De 31 wedstrijden, verdeeld over zestien teams, worden gespeeld in acht verschillende stadions. De finale is in Wenen, in een stadion met 50.000 zitplaatsen.
Het EK vindt om de vier jaar plaats, evenals het WK (wereldkampioenschap). Het eerste EK was in 1960, in Frankrijk. Recordkampioen is Duitsland: dit land won drie keer het EK. Nederland werd eerste in 1988. Organisator van het kampioenschap is de UEFA, de Europese voetbalbond.
Vandaag zijn er twee wedstrijden. Nederland speelt zijn eerste wedstrijd maandag, tegen Italië. Op 13 en 17 juni kruist Nederland de degens met Frankrijk en Roemenië. Alle drie wedstrijden vinden plaats in Bern.
Tegen betaald voetbal en kampioenschappen als het EK en WK bestaan in orthodox-christelijke kring grote bezwaren. Tegenstanders wijzen op de massahysterie in stadions, het vele gevloek tijdens de wedstrijden, de torenhoge bedragen die profs betaald krijgen, het criminele gedrag van hooligans, de verheerlijking van voetballers als godenzonen en de ontheiliging van de zondag.
Tijdens het WK, twee jaar geleden, lieten diverse mensen uit de achterban van deze krant waarschuwende geluiden horen. Een selectie.
Ds. A. Schreuder, predikant van de Gereformeerde Gemeenten: „Hoe vaak het Nederlands elftal ook wint, de duivel zal meer overwinningen behalen. Hij heeft miljoenen mensen een afgod gegeven. Daarom is er slechts één alternatief voor het WK - ik zeg het uit liefde, niet met een geheven vingertje: Kijk niet en dien de Heere. Dat levert zo veel meer op. De afgod voetbal vraagt alleen maar. De Heere geeft.”
Gymleraar J. Möhlmann: „De prestatie moet niet belangrijker worden dan de persoon. Als ik een speler moet neerhalen om meer geld te kunnen verdienen, gaat dat te ver. Tenslotte gelden de Tien Geboden van de Heere ook ten aanzien van sport.”
SGP-Kamerlid Van der Vlies: „Voor mij is sporten op zondag zonde. Als ik talenten krijg, kan het niet zo zijn dat God van mij vraagt die aan te wenden op een dag waarvan Hij Zelf zegt: Die is voor Mij.”
Ds. R. van Kooten, predikant Hersteld Hervormde Kerk: „Sporters doen alles om voor de hoofdprijs te gaan. Alles staat in dienst van dat éne doel. Nu zegt Paulus in de Korinthebrief: Jaag jij ook zo naar die ene prijs? Neem deel aan de wedstrijd van je leven. Dat zal niet tevergeefs zijn. Je zult winnen.”
Johan Jonker, ex-voetballer in Katwijk: „Voetbalvelden zijn voor mij plaatsen waar ik de Heere niet groot kan maken. Christus, de enige echte Overwinnaar, wordt er gemist. Hij is niet te vinden op het groene gras, maar wel in de grazige weiden van Zijn Woord.”