Urgentie
Veel regels in de democratie zijn ongeschreven. Vooral als het gaat om het nemen van politieke verantwoordelijkheid of het trekken van politieke consequenties.
Maar de meeste staatsrechtgeleerden zijn het er wel over eens dat het met de carrière van een politicus is gedaan als hij van ernstige corruptie wordt verdacht en er ook nog eens een vernietigend rapport over zijn leiderschapskwaliteiten in oorlogstijd op tafel ligt.De Israëlische premier Ehud Olmert bevindt zich in die situatie. Het zogenaamde Vinogradrapport liet weinig heel van Olmerts optreden tijdens de Libanonoorlog van 2006. De eerste minister moet zich bovendien dezer dagen verantwoorden voor het aannemen van steekpenningen van een Amerikaanse zakenman. Politiek rivaal Ehud Barak heeft al het aftreden van Olmert geëist. En ook binnen zijn eigen Kadimapartij wordt zijn leiderschap ter discussie gesteld.
Reden genoeg dus voor Olmert om gehoor te geven aan die ongeschreven democratische regels. Niets is echter minder waar. Hoewel er wel volop over zijn politieke toekomst wordt gespeculeerd, blijft de premier voorlopig zitten waar hij zit. Sterker nog: in weerwil van zijn interne politieke problemen, reisde Olmert zelfs af naar Washington voor een ontmoeting met president Bush. En dat, terwijl Bush vorige maand nog op bezoek in Jeruzalem is geweest. Dat geeft iets aan van de urgentie van deze trans-Atlantische missie.
En die urgentie is er ook. Hoofdonderwerp van gesprek waren opnieuw de nucleaire ambities van de Islamitische Republiek Iran. Een kwestie die momenteel niet bijster hoog op de agenda van de internationale gemeenschap staat. Tot bijna wanhopig ongenoegen van de Joodse staat.
En dat is ook niet verwonderlijk. Neem alleen de taal van de Iraanse president Ahmadinejad op de voedseltop in Rome deze week. Nota bene een conferentie die in het teken van humaniteit stond. „Israël is gedoemd te verdwijnen”, aldus de leider uit Teheran. Dat roept herinneringen op aan zijn eerdere uitspraken dat „Israël van de kaart geveegd dient te worden” en de referentie aan de Joodse staat als een „zinkend lijk dat als een dode rat aan zijn einde is gekomen.”
Retoriek? Zeker. Maar wel retoriek die serieus genomen dient te worden. Volgens recente rapporten van de Israëlische inlichtingendienst Mossad zal Iran „zeer spoedig” het ”point of no return” bereiken in de verwerving van atoomwapens en zullen de komende weken en maanden cruciaal zijn. Ahmadinejad beroemt zich erop dat hij inmiddels 3000 centrifuges voor uraniumverrijking in bedrijf heeft. Verder heeft Teheran de afgelopen tijd hoogexplosieve ontstekingsmechanismen getest en de neuskegels van de langeafstandsraket Shahab-3 aangepast om nucleaire oorlogskoppen te kunnen dragen.
Elke inlichtingendienst maakt fouten. Neem de CIA-rapportage over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak. Ook de Mossad is niet onfeilbaar. De inzet voor de Israëlische inlichtingendienst is echter niet minder dan het voortbestaan van de staat Israël. En die is bij Iran bepaald niet in goede handen.