Bussemaker erkent inschattingsfout embryobrief
Staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid erkent dat ze een inschattingsfout heeft gemaakt door de brief over de uitbreiding van mogelijkheden voor embryoselectie niet eerst aan het kabinet voor te leggen.
Ze zei dat ze onvoldoende politieke signalen had opgevangen dat dit onderwerp met name voor de ChristenUnie zo’n gevoelig punt is. Dat zei de bewindsvrouw aan het begin van de middag in de Tweede Kamer tijdens het spoeddebat over embryoselectie.Bussemaker zei dat ze vanuit de Tweede Kamer en vanuit een klankbordgroep die ze voor embryoselectie had ingesteld, geen aanwijzingen kreeg dat haar brief op bezwaren zou stuiten. Volgens de staatssecretaris is haar brief geen „ethische breuk” met het verleden, maar bevat deze alleen „een zekere nuancering”.
ChristenUnieKamerid Wiegman weersprak deze lezing van Bussemaker. Tijdens een commissievergadering over embryoselectie in november vorig jaar heeft de CU duidelijk laten weten dat de partij grote bezwaren heeft tegen verruiming van de regels.
Op dit moment mag embryoselectie alleen in het geval voor 100 procent vaststaat dat de drager een ernstige aandoening ook daadwerkelijk krijgt, bijvoorbeeld de ziekte van Huntington (een hersenziekte) of de ziekte van Duchenne (een spierziekte). Bussemaker wil selectie uitbreiden tot bepaalde erfelijke vormen van kanker. Daarvan staat echter niet vast dat de drager ook daadwerkelijk de ziekte krijgt.
Een brief hierover van de bewindsvrouw, die vorige week dinsdag bij de Kamer aankwam, is vrijdag weer ingetrokken onder druk van vicepremier en CU-leider Rouvoet. Hij voelt niets voor de verruiming en vindt dat Bussemaker niet goed handelde door de brief zonder overleg in het kabinet naar de Tweede Kamer te sturen.
Tijdens het debat, dat af en toe fel van toon was, kregen PvdA, CDA en ChristenUnie kritiek van VVD, GroenLinks en D66. PvdA-Kamerlid Arib zou volgens de oppositiepartijen duidelijk moeten aangeven dat zij niet akkoord gaat met een andere brief van Bussemaker dan die vorige week naar de Kamer is gegaan. Het PvdA-Kamerlid hield het bij haar constatering dat de brief van haar partijgenoot goed was. Ze voegde er aan toe dat ze zich ook voor kon stellen dat de coalitiegenoten wat meer tijd willen voor overleg en debat. Arib kon daarmee haar critici niet geruststellen. Volgens de oppositie heeft de PvdA zich „belachelijk” heeft gemaakt en D66-leider Pechtold denkt dat Arib haar partij op deze manier „naar de knoppen” helpt.
Arib op haar beurt maakte VVD en D66 verwijten. Ze blikte terug op de vorige kabinetsperiode. De toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid, Ross, zette in mei 2006 een rem op voortgaande embryoselectie. VVD en D66 hadden dat toen moeten voorkomen, zo stelde Arib. De fractievoorzitters van de twee voormalige regeringspartijen, Rutte en Pechtold, verwierpen dat verwijt door de stellen dat het kabinet enkele weken na het verschijnen van de brief, is gevallen.
Ook het CDA kwam onder vuur te liggen. „Ik heb de heer Ormel veel op televisie gezien, maar niets horen zeggen”, constateerde VVD-voorman Rutte. Ormel gaf dat toe. Hij benadrukte dat het CDA nog „worstelt” met de kwestie. Tegenover deze krant zei de CDA’er voor aanvang van het debat dat de CDA-fractie verdeeld is over de vraag hoever embryoselectie mag gaan. Pas als het kabinet een standpunt heeft ingenomen, zal het CDA haar reactie geven.
VVD en D66 vroegen de ChristenUnie waarom deze partij wel akkoord gaat met een zwangerschapsafbreking van een foetus van drie maanden dat een gen met zich meedraagt dat een erfelijke vorm van kanker kan veroorzaken, terwijl er geen embryo uitgeselecteerd mag worden met dezelfde ziekte. De ChristenUnie mag volgens de oppostie haar principiële ’nee’ tegen embryoselectie niet opleggen aan een Kamermeerderheid. Wiegman liet zich echter niet verleiden tot een inhoudelijke discussie. Ze benadrukte dat het debat procedureel van aard was en de inhoud aan de orde komt als het kabinet een nieuwe brief naar de Kamer heeft gestuurd.
SGP-Kamerlid Van der Vlies maakte wel enkele inhoudelijke opmerkingen over embryoselectie. „Embryo’s moeten beschermd worden, niet gedood. Het voorstel van de staatssecretaris was een slecht voorstel. Intrekken dus principieel gewenst en politiek verstandig”, aldus de SGP-voorman. Hij kreeg voor zijn standpunt alleen steun van de Partij voor de Dieren. Die wil eerst een breed maatschappelijk debat over het onderwerp voor tot uitbreiding gesproken wordt.
Staatssecretaris Bussemaker beloofde dat ze had uiterste best zal doen om voor het zomerreces, dat 4 juli begint, een nieuw kabinetsstandpunt over embryoselectie naar de Kamer te sturen.