Nederlander bang voor islamisering
DEN HAAG – De meeste Nederlanders maken zich zorgen over de groei van de islam in Nederland en vrezen islamisering van de cultuur. Tegelijkertijd lopen ze „niet blind achter Wilders aan.”
Dat blijkt uit een donderdagmorgen gepubliceerd onderzoek in opdracht van tv rubriek Netwerk en het Nederlands Dagblad.
Bijna 60 procent van de Nederlanders denkt dat de islam over veertig jaar minstens zo bepalend is voor het aanzien van Nederland als het christendom dat nu is. Ongeveer evenveel mensen noemen de groei van het aantal moslims bedreigend voor de Nederlandse cultuur en voor de godsdienstvrijheid in het land.Twee derde van de ondervraagden is het (helemaal) eens met de stelling dat er een stop moet komen op de bouw van grote, gezichtsbepalende moskeeën in Nederland. SGP stemmers zijn het bovengemiddeld eens met die stelling (87 procent). Van de ChristenUniestemmers vindt 67 procent dat er geen grote islamitische gebedshuizen bij moeten komen.
Sowieso liggen de opvattingen van CU-stemmers vaker dichter bij het gemiddelde dan de opinie van SGP’ers. Ruim 80 procent van de staatkundig gereformeerde achterban vindt de groei van de islam een gevaar voor de godsdienstvrijheid, tegen 57 procent van de CU-kiezers.
SGP Kamerlid Van der Staaij denkt dat SGP’ers „eerder uiting geven aan zorg over ontwikkelingen rond de islam.” Zijn achterban „moet niets hebben van de algemene houding dat je met elke godsdienst een goede en verkeerde kant op kunt.”
De SGP legt van oudsher ook „meer accent op de bijzondere positie van het christendom en wijst de neutrale staat af.” De ChristenUnie legt volgens Van der Staaij meer nadruk op de gelijkberechtiging van godsdiensten.
Hoewel Nederlanders zich zorgen maken over de islam, „lopen ze niet blind achter Wilders aan”, constateert hij. De meeste SGP en CU-stemmers zijn tevreden over de houding van hun partij jegens de islam. Verreweg de meesten zullen zeker niet op Wilders stemmen.