Gewetensbezwaarde ambtenaar nog niet veilig
Het kabinet houdt vast aan de beleidslijn dat er ruimte moet zijn voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren (RD van donderdag). Volgens drs. F. A. J. Th. Kalberg is dat onvoldoende. Bezwaarde ambtenaren zijn pas veilig als er wettelijke beschermende maatregelen worden genomen.
Kamerlid Anker van de ChristenUnie heeft vragen gesteld aan minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken naar aanleiding van het door de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) in april uitgebrachte advies. Daarin stelt de CGB dat een trouwambtenaar alle huwelijken moet sluiten of geen enkele.In haar antwoord op de vragen stelt de minister van Binnenlandse Zaken dat de regering blijft bij haar eerder gekozen beleidslijn. Dit houdt in dat in alle gemeenten homo’s moeten kunnen trouwen en dat de benoeming van nieuwe trouwambtenaren een verantwoordelijkheid is van gemeenten, terwijl voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren een praktische oplossing moet worden gezocht.
Anker is tevreden met het antwoord van de minister, omdat het kabinet vasthoudt aan de geest van het regeerakkoord. SGP-Kamerlid Van der Staaij daarentegen acht het antwoord niet zo bevredigend, omdat de in het regeerakkoord gemaakte afspraak over wettelijke beschermende maatregelen voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren uitblijft. Gemeenten kunnen zich beroepen op de uitspraak van de CGB dat trouwambtenaren alle huwelijken moeten sluiten. Daardoor ontstaat volgens hem verwarring.
Het lijkt mij dat Van der Staaij gelijk heeft en de instemming van Anker met het antwoord van de minister onvoldoende gemotiveerd is. Het antwoord van de minister kan slechts worden aangemerkt als een herhaling van een eerder gekozen compromisoplossing ten opzichte van de in het regeerakkoord neergelegde tekst. In dat akkoord is bepaald dat, „mochten er in de gemeentelijke praktijk problemen ontstaan, er initiatieven worden genomen om de rechtszekerheid van gewetensbezwaarde ambtenaren veilig te stellen.”
Rechtspositie
Het kabinet wil hieraan kennelijk ook nu nog geen uitvoering geven, ondanks het feit dat er bezwaarde trouwambtenaren zijn die hun functie niet meer kunnen uitoefenen. Ook zijn er kandidaat-trouwambtenaren die te kennen geven geen homohuwelijken te willen sluiten en die daarom niet voor een benoeming tot trouwambtenaar in aanmerking komen.
De vraag is wat de rechtspositie is van deze ambtenaren als er geen beschermende wettelijke maatregelen worden getroffen. In verband met de geschiedenis van de grondwetswijziging van 1983 is het van eminent belang dat er een wettelijke regeling voor gewetensbezwaarde ambtenaren komt.
Voor de noodzaak daartoe attendeer ik op de volgende uitspraak van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, prof. mr. W. F. de Gaay Fortman: „In een rechtsstaat kan de burger zich in beginsel niet met een beroep op het eigen, individueel geweten aan legaal tot stand gekomen verplichtingen onttrekken. Slechts voor bijzondere gevallen zal de wetgever een regeling voor gewetensbezwaren treffen, zoals voor de vervulling van de militaire dienst en voor betaling van premies voor verzekering en voor andere specifieke heffingen.”
Wanneer geen beschermende maatregelen worden getroffen en er over enkele jaren een meer libertijns gezind kabinet komt, dat uiteraard niet gebonden is aan het huidige regeerakkoord, kan er een situatie ontstaan waarin zo’n kabinet zich zal aansluiten bij het advies van de CGB, met alle gevolgen van dien. Wat in een dergelijke situatie een bindende uitspraak van de rechter zal inhouden is in hoge mate onzeker.
De auteur is deskundige op het gebied van het staatsrecht.