Tussen 1997 en 2000 is het bruto modaal jaarinkomen met 10 procent gestegen. De gemiddelde koopsom van een nieuwbouwwoning steeg in dezelfde periode met 26 procent en de gemiddelde koopsom van alle koopwoningen met liefst 53 procent. Vanwege de hoge huren blijven mensen toch naar koopwoningen uitkijken.

NRC Handelsblad wees zaterdag de zogenoemde starters en gezinnen met één inkomen aan als grote verliezers op de huizenmarkt. Om de omvang van die groep te kunnen bepalen, heeft de krant samen met het Centraal Planbureau (CPB) een methode opgesteld. Uit die berekeningen blijkt onder meer dat mensen met een gemiddeld inkomen zich in 1997 nog een gemiddelde koopwoning in de provincies Groningen, Friesland en Zeeland konden veroorloven. In de andere provincies kon dat al niet meer.

In 2000 was het gemiddeld inkomen alleen nog voldoende voor een doorsnee appartement in de provincies Groningen, Friesland en Zeeland. De schattingen voor dit jaar geven aan dat een modaal inkomen alleen toereikend is voor een appartement in Friesland. Door de prijsstijgingen zijn in het hele land de doorsnee koopwoningen te duur geworden voor de modale inkomens. Kopers in spe zullen zich dus op het goedkopere segment moeten richten.

Uit de zogeheten betaalbaarheidsindex van de makelaarsvereniging NVM blijkt dat een modaal eenverdienershuishouden nog slechts driekwart van het inkomen heeft dat nodig is voor de aankoop van het doorsnee huis van 206.000 euro. Ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking heeft een modaal inkomen of minder.

NRC Handelsblad constateert dat de overheid weinig kan doen om het woningbezit te bevorderen. In Nederland kan een koopsubsidie worden verstrekt voor woningen die maximaal 118.000 euro kosten. Deze regeling had ertoe moeten leiden dat er jaarlijks 20.000 huurwoningen eigendom worden van de huurders. Van de slechts 620 aanvragen zijn er tot nu toe 380 toegekend. Voor 118.000 euro zijn er in Nederland in geen velden of wegen eengezinswoningen te vinden.