Dat is zaterdag vernomen uit Nederlandse diplomatieke bronnen in Brussel. Volgens de bronnen is er geen rechtstreekse link met het Nederlands-Britse staalconcern Corus. „Het gaat er ons vooral om dat er hardere toezeggingen komen. Tot nu toe is het vooral bij beloften gebleven van Tsjechische kant”, aldus een bron. „Dat is voor ons onvoldoende. Er moet nu een degelijk herstructureringsplan op tafel komen.”

Nederland en de twee andere lidstaten konden daarom afgelopen vrijdag tijdens diplomatiek overleg in Brussel niet instemmen met een akkoord over het concurrentiebeleid in de tien hoofdzakelijk Oost-Europese kandidaat-lidstaten van de EU. Daardoor zullen de onderhandelingen over staatssteun langer blijven aanslepen. Het gevoelige punt concurrentiebeleid is het sluitstuk van de onderhandelingen met de Europese Commissie over de EU-uitbreiding.

Volgens bronnen betekent deze opstelling echter nog niet dat Nederland samen met de Oostenrijkers en Spanjaarden nu de uitbreiding daadwerkelijk blokkeert. „We hebben ze huiswerk meegegeven, dat ze snel zullen moeten maken”, aldus een bron.

Ook zou de Nederlandse weigering vrijdag niet zijn ingegeven door de Haagse bezwaren tegen de wens van veel andere EU-lidstaten om ook boeren in de nieuwe lidstaten in de toekomst inkomenssteun te geven. Deze zaken zouden los van elkaar staan.

De kwestie-staatssteun staat morgen op de agenda tijdens overleg van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken over de uitbreiding. Demissionair staatssecretaris van Europese Zaken Nicolaï zal deze bijeenkomst in Luxemburg bijwonen, maar mag daar het woord niet voeren. De Tweede Kamer moet zich een dag later namelijk nog uitspreken over het Nederlandse beleid ten aanzien van de EU-uitbreiding met tien landen.

Oostenrijk heeft moeite met tal van Tsjechische regels die de banksector beschermen. Dat verhindert Oostenrijkse banken om na toetreding van Tsjechië tot de EU snel plaatselijke banken over te nemen. Oostenrijkse bankiers azen al langere tijd op de Tsjechische markt.

Spanje heeft moeite met de geleidelijke afbouw van overheidssubsidie aan een Volkswagen-fabriek in Slowakije. Deze afbouwregeling verloopt in de ogen van Madrid te langzaam. Daardoor bestaat het gevaar dat Volkswagen een deel van de productie van de Spaanse dochteronderneming Seat overbrengt naar Slowakije, omdat de arbeidskosten door staatssteun daar lager zijn. De Spaanse bonden vrezen dat dit leidt tot fors banenverlies in eigen land.