De rechters hebben hun besluit genomen op basis van een vertrouwelijk verzoek dat de aanklagers op 17 september hadden ingediend. Over de datum van de moordpoging zijn geen mededelingen gedaan.

De getuige, voor zijn eigen bescherming aangeduid met de codenaam C-028, zal een „cruciale getuigenis afleggen omtrent hooggeplaatste leden van de vermeende gemeenschappelijke criminele onderneming en het conflict in Kroatië.” De gemeenschappelijke criminele onderneming -JCE in tribunaaljargon, een afkorting van ”joint criminal enterprise”- is de juridische constructie waarmee Slobodan Milosevic in verband wordt gebracht met misdaden in Bosnië en Kroatië. Volgens de VN-aanklagers was de president in Belgrado niet alleen op de hoogte van wat de Servische leiders in de buurlanden uitspookten, maar hielp hij ook mee bij de etnische zuiveringen of nam gruweldaden op de koop toe in het kader van het streven naar een Groot-Servië.

De aanklagers hopen dat te bewijzen door de zogeheten insider-getuigen uit de kring rond Milosevic. C-028 is slachtoffer geweest van „pogingen hem lichamelijke schade toe te brengen of te vermoorden”, aldus de rechters. Daarom zal C-028 op een nog te bepalen datum achter gesloten deuren worden gehoord, aldus het rechterlijk bevel.

De voormalige Joegoslavische republiek Macedonië vindt dat het Joegoslavië-tribunaal de leiders van het nationale bevrijdingsleger UCK, de guerrillaorganisatie van de Albanese minderheid in Macedonië, moet vervolgen. Dit blijkt uit een brief van het openbaar ministerie in Skopje aan het VN-hof in Den Haag. Het Macedonische UCK gebruikt dezelfde afkorting als het Kosovo Bevrijdingsleger in de naburige Servische provincie Kosovo. Behalve in Albanië leven er etnische Albanezen in onder meer de buurlanden Macedonië, Servië en Montenegro.