Zeeslag in de Bocht van Piran
Het is ogenschijnlijk rustig in het Kroatische havenstadje Zavudrije. Vissers inspecteren op een boot hun netten. De regen die af en toe van de hemel neerdaalt, deert hen niet. Op de wal zijn de voorbereidingen voor het jaarlijkse feest ter ere van de beschermheilige van de stad in volle gang. Niets wijst op een geladen stemming in dit stadje aan de Golf van Piran, het water dat Kroatië scheidt van Slovenië. Toch heerst er onder de vissers een wat grimmige sfeer. Al langere tijd liggen ze overhoop met hun Sloveense collega’s uit Piran.
Inzet van het conflict is de zeegrens tussen Kroatië en Slovenië in de bijna 40 kilometer brede Golf van Piran. Volgens Kroatische vissers loopt de grens langs een denkbeeldige diagonale lijn vanaf de kust, die het water precies middendoor snijdt. Het zuidelijk deel behoort toe aan Kroatië, het noordelijke deel aan buurland Slovenië. De vissers beroepen zich daarbij op artikel 15 van de VN-zeerechtconventie, dat bepaalt dat in dergelijke gevallen de middellijn de officiële grens is, tenzij er historische aanspraken of andere bijzondere omstandigheden zijn. Op die uitzonderingsbepaling beroept de regering in Ljubljana zich op haar beurt.
De Kroaten weten zich gesteund door hun parlement in Zagreb. Dat weigert een akkoord te bekrachtigen dat de Kroatische minister-president, Ivica Racan, vorig jaar sloot met zijn Slovenische ambtgenoot Janez Drnovsek. Volgens dat akkoord zou Slovenië 160 vierkante kilometer water extra krijgen. Daarmee zou Slovenië niet alleen 80 procent van de golf in eigendom krijgen, maar eveneens een vrije toegang tot de internationale wateren. Inmiddels heeft ook premier Racan weer afstand genomen van zijn eigen akkoord.
De Sloveense vissers in Piran storen zich niet aan de politiek. Sinds jaar en dag vissen zij in de bewuste bocht, zowel in hun eigen als in de omstreden wateren. „Tot voor kort was dat geen enkel probleem. De Kroaten deden er niet moeilijk over”, vertelt Zladko Novogradec (43), woordvoerder van de Sloveense vissers. In de haven van Piran is hij bezig een boot te verven. „De problemen begonnen twee maanden geleden. Opeens mochten we de grens niet meer passeren. Kroatische vissers namen het recht in eigen hand en beletten ons de doorgang. Ook de Kroatische politie te water hield ons tegen en stuurde ons terug.”
Sindsdien nam de onenigheid toe, vervolgt Novogradec. „Op een gegeven moment kregen twaalf Kroatische vissersboten het aan de stok met zeven boten uit Slovenië. Zowel de Kroatische als de Sloveense politie keek toe en greep niet in.”
De vertegenwoordiger van de Sloveense vissers trad op als conflictbemiddelaar. „We spraken met de Kroatische vissers af dat we niet meer in Kroatische wateren zouden vissen totdat er een oplossing zou zijn voor de problemen.”
Vrienden
Die oplossing kwam er, zij het tijdelijk. Racan en Drnvosek kwamen op 10 september overeen dat de Kroatische en Sloveense vissers in de Bocht van Piran gebruik mogen maken van elkaars territoriale wateren. De vissers hebben nu een speciale vergunning en hebben moeten beloven zich aan de regels te houden van een gemengde Kroatisch-Sloveense commissie. De commissie heeft het recht de visvangst te reguleren en eventueel te beperken. De premiers uit beide landen hebben benadrukt dat het gaat om een voorlopig akkoord.
Waarom de Kroaten ineens zo moeilijk doen, begrijpt Novogradec niet goed. „Er is genoeg plek voor de vissers uit beide landen. Wij hebben 107 beroepsvissers, van wie er maar vijftig actief zijn. Bovendien neemt het aantal vissers in Slovenië steeds verder af. Blijkbaar dulden de Kroaten geen Sloveense vissers meer in hun wateren.”
Novogradec hoopt dat de ruzie zo snel mogelijk definitief wordt bijgelegd. „Ik verwacht van de Sloveense regering dat ze zo snel mogelijk een einde maakt aan deze situatie. Ook al zou dat betekenen dat we niet meer over de middellijn mogen komen. Ik wil vóór alles duidelijkheid, zodat we weten waar we aan toe zijn.”
De visser uit Piran wijst erop dat hij persoonlijk geen ruzie heeft met zijn Kroatische collega’s en dat er zich onder hen goede vrienden van hem bevinden. Voor hem is het een politiek conflict en daar wil hij niets mee te maken hebben.
Uitverkoop
Iemand die evenmin goede woorden overheeft voor de politiek, is de Kroaat Danilo Latin (42), woordvoerder van de Kroatische vissers. Ook hij wil niet weten van een persoonlijk conflict met de vissers uit Slovenië. „Vandaag hebben we ons jaarlijkse feest in de haven van Zavudrije. Daar komen ook Slovenen. De band zingt afwisselend Kroatische en Sloveense liedjes.”
Ondanks de schijnbaar goede relaties is Latin het duidelijk niet eens met de aanwezigheid van Sloveense vissers in Kroatische wateren. Niet dat de visser hen daar persoonlijk voor verantwoordelijk houdt. „De regering van Slovenië gebruikt de vissers om een deel van het Kroatische water in handen te krijgen.”
Met een vrije doorvaart voor Sloveense schepen richting de internationale wateren zegt Latin geen enkele moeite te hebben. Maar hij wil dat het water in handen blijft van Kroatië. De woordvoerder van de Kroatische vissers is het niet eens met het voorlopig akkoord. Hij spreekt van een capitulatie van zijn regering, die hij veel te toegeeflijk vindt. „Zagreb doet ons land in de uitverkoop. Ik vecht voor mijn land.”
Latin is het niet met zijn Sloveense collega Novogradec eens dat het conflict pas van recente datum is. „De problemen zijn al begonnen in de herfst van 1993, toen de Sloveense regering een wet aannam die een groot deel van de Bocht van Piran tot Sloveens water verklaarde. Meteen daarop viel de Sloveense politie te water een Kroatisch schip lastig dat in eigen wateren voer. De politie vernielde de radio aan boord, verwondde een visser en nam de kapitein van het schip de papieren af. Tot op de dag van vandaag heeft hij die niet teruggezien. Sindsdien is het onrustig op het water.”
Boterham
Sloveense vissers moeten terug achter de middellijn, vindt Latin. Dat hij helemaal geen vissers uit Slovenië in Kroatische wateren wil, ontkent hij. „Een stuk of vijf, zes is geen probleem.” Voor meer is er volgens hem geen plaats. „Moeten Kroatische vissers thuis gaan zitten omdat de Slovenen zo nodig in onze wateren moeten vissen?”
De visser blijkt niet alleen voor zijn land te vechten, maar ook voor zijn boterham. „De laatste tien jaar is het aantal Kroatische vissers flink gegroeid”, zo vertelt hij. „In 1991 waren er nog maar een stuk of vijftien, nu zijn het er meer dan honderd. Voorheen werkten ze in een fabriek, maar die werd gesloten. Wij moeten onze vrouwen en kinderen onderhouden. Waarom zouden wij plaats moeten maken voor Sloveense vissers?”
Dat er volgens Novogradec maar vijftig Sloveense vissers actief zijn, sterkt Latin alleen maar in de mening dat Slovenië uit is op het inpikken van Kroatisch gebied. „Waarom heeft de regering in Ljubljana anders 140 vergunningen voor haar vissers aangevraagd? De Slovenen willen de grens verder naar het zuiden verleggen.”
De reden waarom Slovenië zo happig is op het Kroatische deel van de golf is volgens Latin niet alleen een eigen verbinding met de internationale wateren. De mogelijke aanwezigheid van olie in de bodem van de Adriatische Zee speelt volgens hem een minstens zo grote rol. „Als de Slovenen een groot deel van de zee in eigendom hebben, kunnen ze rustig gaan boren naar olie.” Daarmee zouden de Slovenen een grote concurrent worden van de Kroatische oliemaatschappij INA, van wie het concessiegebied reikt tot in de Bocht van Piran.
Propaganda
De Sloveen Alon Gal (24) moet niets van de Kroatische vissers en politici hebben. Op een boot in de haven van Piran is hij vis aan het schoonmaken. De Kroatische politie te water vergelijkt hij met gorilla’s, „zoals ze voor je staan.” Gal probeert de pose van de agenten te imiteren. „Ze proberen ons te intimideren en doen alsof we terroristen zijn. De Kroaten hebben het over een internationaal incident. Moet je je voorstellen, een internationaal incident met een vissersbootje van 4 meter lang.” Volgens de vissersmaat is 80 procent van de Kroaten gek en zijn ze er alleen maar op uit om Slovenisch gebied in te pikken.
Iemand die van geen conflict wil horen is een uitbater van een pizzarestaurant in Piran, die niet bij name wil worden genoemd. „Er is geen conflict. Het is alleen maar propaganda van journalisten.” Hij wil er geen woorden aan vuilmaken. „U moet eens met intelligente mensen gaan praten”, zegt hij. „Ik praat liever over voetbal en niet over politiek.”
Toch laat de restauranthouder zich tot een uitspraak verleiden. „Het is logisch dat er nu een nieuwe grens is. We zijn immers geen Joegoslavië meer. Toen konden we vissen tot aan Servië en Montenegro. Nu zijn we zelfstandig, hebben we nieuwe grenzen en klagen sommigen dat het in Joegoslavië beter was. We moeten niet achterom- maar vooruitkijken, richting Europese Unie.”
Internationale arbitrage
Het EU-lidmaatschap lijkt voor Slovenië niet ver meer weg. De algemene verwachting is dat Slovenië per 1 januari 2004 toetreedt tot de Unie. Voorwaarde voor het EU-lidmaatschap is wel dat nieuwe lidstaten geen politieke conflicten met buurlanden mogen hebben. Dergelijke problemen moeten voor toetreding zijn opgelost.
„Ik denk niet dat het probleem tussen Kroatië en Slovenië van zo’n omvang is dat het een hindernis zou worden voor de toetreding van Slovenië tot de EU. De golven die de vissers veroorzaken, zijn kleiner dan de golven in de pers”, zegt dr. Franz-Lothar Altmann van het Institut für Wissenschaft und Politik in Berlijn. „De EU zal op beide landen druk moeten uitoefenen om te komen tot een oplossing. Ik ga ervan uit dat het komt tot internationale arbitrage.”
Of beide landen een uitspraak van een internationale arbiter zullen accepteren, „is bij deze landen niet zo gemakkelijk te zeggen”, vindt de Balkan-deskundige. „Ik heb het gevoel dat de binnenlandse politiek in deze landen een belangrijker rol speelt dan rechtsopvattingen. Zowel Kroatië als Slovenië gebruikt deze kwestie namelijk voor politieke doeleinden in eigen land. Maar ik denk dat internationale arbitrage de enige mogelijkheid is om dit conflict op te lossen zonder dat een van beide landen gezichtsverlies hoeft te lijden.”
„De EU moet proberen Slovenië en Kroatië duidelijk te maken dat als ze lid willen worden van de Unie en hun onderlinge conflicten niet zelf kunnen oplossen, ze moeten accepteren dat de Europese familie een uitspraak doet. Dat er anders geen plek voor hen is in de EU”, meent Altmann, die ervan uitgaat dat binnen een paar maanden beide landen wel bereid zullen zijn internationale arbitrage te aanvaarden.
Kerncentrale
Naast het grensconflict hebben Kroatië en Slovenië ook nog onenigheid over een gemeenschappelijke kerncentrale in het Sloveense Krsko. Kroatië wil zijn aandeel in de centrale verkopen, maar wijst het Sloveense aanbod van 150 miljoen dollar af. „Deze discussie kan ook nog een struikelblok worden. Door de ruzie over de onderlinge grenzen is dit conflict wat op de achtergrond geraakt. Maar ook hier ga ik ervan uit dat beide landen te veel belang hebben bij het lidmaatschap van de Unie om het conflict te laten voortduren”, aldus Altmann, die vermoedt dat Kroatië juist nu Slovenië onder druk probeert te zetten, omdat Ljubljana afstevent op het EU-lidmaatschap.