Oud-RPF-leider Leerling schenkt in zijn minderheidsrapport over de plaats van homoseksuelen binnen de ChristenUnie klare wijn. Hij vindt dat mensen die leven in een homoseksuele relatie de partij niet kunnen vertegenwoordigen.Leerling wil -in tegenstelling tot de meerderheid van de commissie-Cnossen- een uitgebreide gedragscode waarin staat welke gedragingen voor partijvertegenwoordigers niet zijn gewenst. Daarbij richt het commissielid zich niet alleen op het afkeuren van een homoseksuele leefwijze.

In een voorstel voor een gedragscode die Leerling heeft opgesteld staat dat een ChristenUnievertegenwoordiger zich moet onthouden van zaken die hem of haar in opspraak kunnen brengen. „Te denken valt daarbij aan diverse vormen van verslaving (drank, drugs, seks, gokken), fraude of andere vormen van puur winstbejag, leven in overspel of leven in een andere relatie dan het wettig huwelijk tussen man en vrouw (de exclusief Bijbels genormeerde relatie van één man en één vrouw aangegaan op een voor de samenleving en de gemeente erkende wijze), echtbreuk, in haat en onmin verkeren met familie en/of vrienden en dergelijke zaken.”

Dat de meerderheid van de commissie geen duidelijke afwijzing van de homoseksuele praktijk bepleit, heeft volgens de oud-RPF-leider alles te maken met de ontwikkeling onder theologen. Zij „versoepelen” volgens hem de Bijbelse standpunten als blijkt dat mensen van hetzelfde geslacht in liefde en trouw een relatie aangaan. Als voorbeelden noemt hij concreet de christelijk gereformeerde hoogleraar prof. dr. G. C. den Hertog, de Nederlands gereformeerde emeritus predikant ds. H. de Jong, boegbeeld van de Vergadering van Gelovigen dr. W. J. Ouweneel alsook de oud-ChristenUnieleider dr. K. Veling.

Leerling kiest een andere insteek. De Bijbel wijst zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament homoseksualiteit af. Nergens wordt een uitzondering gemaakt voor mensen van hetzelfde geslacht die in liefde en trouw samenleven.

In een Bijbelgetrouwe partij moet volgens het oud-Kamerlid voor alles de Bijbelse norm bepalend zijn. „Ongeacht hoe men daar „in de wereld” over denkt. Daarbij uitgaande van de Bijbelse opdracht Gode meer gehoorzaam te zijn dan mensen. We moeten ook in ons levensgedrag willen buigen voor het gezag van de Schrift. Als God in Zijn Woord dat aangeeft, moeten we zonde ook zonde blijven noemen en daaruit consequenties trekken. Dat gebeurt naar mijn wijze van zien in het rapport van de commissie niet of niet voldoende.”

Volgens Leerling hoeft de partij niet te vrezen voor juridische of politieke consequenties als zij kiest voor de lijn die hij voorstaat. De gedragscode is volgens hem een partijaangelegenheid en dat valt onder de vrijheid van het verenigingsrecht. Als een strikt standpunt van de partij zou leiden tot een kabinetscrisis, dan „zij dat zo”, stelt de oud-RPF-fractievoorzitter. „Misschien vraagt het wel een prijs. Politiek bedrijven is voor een christen geen doel in zich en evenmin het deelnemen aan een kabinet.”

Angst is volgens de opsteller van het minderheidsstandpunt een slechte raadgever. „En wat belangrijker is: als we Gode meer gehoorzaam willen zijn dan de mensen, mogen we erop vertrouwen dat Hij ons zegent en ons niet zal begeven of verlaten. Het is een geloofszaak!”

Klik hier voor het minderheidsstandpunt van Leerling