Nederlandse vlaggetjes op Estse trams
Op de trams in de Estse hoofdstad Tallinn wapperen Nederlandse vlaggetjes. Af en toe trekt een lange rij zwarte limousines door het fraaie centrum. Koningin Beatrix is voor een driedaags staatsbezoek in het land.
Lees hier de volledige tafelrede van de koningin.De inwoners van Tallinn lijken drukker te zijn met andere dingen. De talloze toeristen vragen de aandacht van de ondernemers in de binnenstad. De passagiers van twee reusachtige cruiseschepen en andere toeristen bevolken het centrum. De vrijwel complete middeleeuwse stadsmuur en de vele fraaie gevels zijn een trekker. Ook koningin Beatrix zag er donderdagmorgen iets van tijdens een wandeling door het oude centrum.
Woensdagmiddag maakte de vorstin kennis met een heel ander en zeer eigentijds aspect van de Estse samenleving: de papierloze vergaderzaal. De Estse ministers hebben tijdens hun beraad geen stapels documenten meer voor zich, maar zien alle stukken op scherm, zo liet de Estse minister-president Ansip haar zien.
Het is die tweezijdigheid die koningin Beatrix ’s avonds prijst in haar tafelrede tijdens het staatsbanket. „Deze combinatie van oud en nieuw is karakteristiek voor uw land. Enerzijds koestert u met zorg een eeuwenoude cultuur, anderzijds staat u volledig open voor de moderne tijd. Respect voor het verleden gaat hand in hand met belangstelling voor de toekomst.”
De koningin roemt in het bijzonder het doorzettingsvermogen van de Esten. Het land kent „een lange en veelbewogen geschiedenis die ook voor Estland niet zonder tragiek is geweest. Vreemde en vaak wrede overheersers hebben uw volk onderworpen en uw cultuur bedreigd. Maar u heeft deze beproevingen glorierijk doorstaan”, aldus de koningin.
Zij wijst op de eeuwenoude handelsrelaties tussen Nederland en Estland met hun Hanzesteden. „Al in de late middeleeuwen ontstond een levendige handel in het kader van de befaamde Hanze die de Lage Landen verbond met steden van de Oostzee. Later, toen ons land een zelfstandige mogendheid was geworden, werden deze banden zelfs zo belangrijk dat onze grote zeventiende-eeuwse staatsman Johan de Witt sprak over de ”moedernegotie”.”
Het staatsbanket staat in dat opzicht op historische grond aangericht: in het Huis van de Broederschap van de zwarthoofden. In de late middeleeuwen kwam hier een gilde van jonge ongetrouwde buitenlandse kooplieden bijeen. Het schilderachtige pand is vrijwel het enig overgebleven renaissancegebouw in Tallinn en heeft sinds 1597 een Hollandse renaissancegevel met gevelstenen met daarop ”Godt ist myn hulf” - God is mijn hulp.
Het hotel waar de koningin met haar gevolg slaapt, is ook zo’n fraai monument. Het chique hotel De Drie Zussen is gevestigd in drie oude koopmanshuizen in het centrum. En opnieuw is er een link met Nederland, want de huizen waren in 1372 eigendom van de Hollandse kooplieden Richard en Johannes Ryke. De panden zijn in 2003 gerenoveerd naar een ontwerp van de in Finland wonende Nederlandse architect Martinus Schuurman.
In de tafelrede prijst de vorstin -gekleed in een lichtblauwe avondjurk- verder de vreedzame manier waarop de Esten toewerkten naar vrijheid en onafhankelijkheid. Esten zijn doorzetters, zegt de koningin tegen president Thomaas Hendrik Ilves. „Uw volk heeft grote offers moeten brengen en daarbij een bewonderenswaardige volharding getoond. De resultaten zijn thans overduidelijk.”
De president wijst in zijn rede op de positieve invloed van de Nederlanders op zijn samenleving. En die invloed gaat ver, want alle Esten spreken een paar woorden Nederlands, grapt Ilves. Estse woorden als kroonlühter (kandelaar), kammerkoor, raad, münt, en klooster zijn rechtstreeks uit Nederland geïmporteerd. De president dankt koningin Beatrix voor de hulp vanuit Nederland na het uitroepen van de onafhankelijkheid in 1991.
De glazen worden geheven. „Dat onze samenwerking nog verder mag opbloeien”, toast de president richting koningin Beatrix. De volksliederen klinken.
Dan wordt de maaltijd geserveerd. Een anderhalf uur later vertrekt de koningin weer. Dag één is goed verlopen.