Gentechgewassen in trek
Na enkele jaren van relatieve stilte heeft het bedrijfsleven vorig jaar een recordaantal vergunningen aangevraagd voor de import en teelt van genetisch gemodificeerde gewassen.
Dat meldt de Commissie Genetische Modificatie (Cogem) in het jaarverslag 2007, dat dinsdag werd gepubliceerd.Het wetenschappelijke adviesorgaan van de Nederlandse overheid heeft vorig jaar 24 aanvragen afgehandeld, tegen vier in 2006. De Europese Commissie besluit in uiterste instantie of een vergunning wordt afgegeven of niet.
Cogem stelt dat de oorzaak van de „explosieve groei” van het aantal aanvragen ligt in het groeiende areaal van genetisch gemodificeerde gewassen buiten Europa. Bedrijven willen graag genetisch aangepaste soja, mais en andere producten importeren, bijvoorbeeld als veevoer.
Tegelijkertijd zijn ondernemers voorzichtig met de gentechgewasimport. Als normale landbouwproducten zijn gemengd met gemodificeerde producten, ontstaat het risico dat de partij wordt vernietigd of teruggestuurd op last van de autoriteiten. Dat gebeurt als bij controle blijkt dat het betreffende gemodificeerde product niet is goedgekeurd voor de Europese Unie.
In voorkomende gevallen draaien de betrokken partijen op voor de vaak hoge kosten. De afgelopen jaren hebben zich verschillende van dergelijke incidenten voorgedaan, weet Cogem, dat nog een keer wijst op het belang van vergunningen voor genetisch gemodificeerde gewassen.
De import en teelt van gentechgewassen geldt als omstreden. Onder de Europese lidstaten bevinden zich felle voor- en tegenstanders. De tegenstanders krijgen steun van milieuorganisaties.
Zo stelt Greenpeace al langer dat gentechvoedsel slecht is voor het milieu en dat de gevolgen onvoorspelbaar zijn. „Nederland lijkt nu al de proeftuin voor gentechgewassen van Europa te worden. Er wordt in Nederland volop geëxperimenteerd met gentechgewassen”, aldus Greenpeace eind vorige maand in een reactie op een debat over genetisch aangepast voedsel in het Europees parlement.