Huilen om je ouders
Wat doe je als je vader en moeder uit elkaar gaan? Over die vraag had Marloes (14) nooit nagedacht. Niet nodig, vond ze, want haar ouders hielden van elkaar. Tot haar vader zich vreemd begon te gedragen. „Hij deed kortaf, hij kwam minder thuis en we gingen nooit meer samen weg als gezin.”
Nu Marloes terugkijkt, waren er meer tekenen van het jarenlange overspel van haar vader. Zo zag ze haar vader een keer hand in hand lopen met een andere vrouw. Erger nog: die vrouw was een goede kennis van de familie.Destijds had Marloes niet door dat het hand in hand lopen menens was. Ze vertrouwde de vrouw, ze vertrouwde haar vader. Die twee samen, dat moest gekkigheid zijn; een grapje.
Een aantal maanden gaat daarom vrij zorgeloos voorbij. Ook Marloes’ moeder geeft haar man het voordeel van de twijfel. Tot ze op een dag, onzeker geworden door zijn gedrag, hem rechtstreeks naar zijn overspel vraagt. Hij antwoordt ontwijkend. „Ik bel die vrouw op en ik vraag haar of er iets tussen jullie is”, dreigt haar moeder na het eten. Haar vader probeert er een stokje voor te steken. „Er is niets aan de hand”, sust hij. Stiekem belt haar moeder toch naar de vrouw. Marloes en haar zus zitten boven. „Op een gegeven moment kwam mijn zus naar mij toe. „Het gaat niet goed hoor”, zei ze tegen me. „Ze gaan uit elkaar.”” Beneden horen ze beide ouders huilen. „Het was zo’n herrie, we wisten dat het mis was”, zegt Marloes.
Met z’n tweeën gaan ze de trap af, naar beneden. Daar wordt alle twijfel weggenomen. Haar vader heeft een relatie met de vrouw. Al jaren. „Ik wist niet wat ik hoorde”, zegt Marloes, met een strak gezicht. „Het was alsof ik een klap in mijn gezicht kreeg.” Ze vat de daaropvolgende dagen samen met twee woorden: huilen en denken.
Twijfel
Er breekt een tijd van zenuwslopende twijfel aan. Van de anders zo vrolijke, spontane Marloes blijft weinig over. Zo weinig, dat er mensen op school vragen wat er toch met haar aan de hand is. Zo weinig, dat ze er slechte cijfers door haalt. „Ik kon me niet concentreren op mijn schoolwerk”, zegt ze. „Mijn hoofd zat vol met andere dingen. Ik moest heel de tijd denken aan thuis en of pa nou wel of niet weg zou gaan.”
„Ik blijf bij jullie hoor, ik kan jullie niet missen”, zegt haar vader regelmatig. Een paar weken later klinkt het dan weer vol twijfel: „Nee, het gaat niet, ik ga weg.” Zo gaat er driekwart jaar voorbij voor hij uiteindelijk de knoop doorhakt. Voor Marloes een periode waarin ze hem beurtelings smeekt te blijven dan wel toch eindelijk de knoop door te hakken. „Ik heb gebeden of hij wilde blijven. Maar op een gegeven moment maakte het niet meer uit wát hij zou kiezen, als hij maar koos. Zodat we eindelijk rust zouden krijgen.”
Haar vader plant een datum waarop hij weggaat. Écht definitief weggaat. Vlak voor de datum bedenkt hij zich. Hij blijft. Twee maanden later pakt hij totaal onverwachts alsnog zijn biezen. „Hij ging op de bank zitten. ’s Avonds zou hij weg zijn, zei hij. Zomaar. Onverwachts. Ik ben naar vrienden gegaan. Ik heb niemand iets laten merken. Gelukkig heb ik hem niet weg zien gaan. Dat zou te veel pijn doen, denk ik.”
Opluchting
Marloes heeft gemengde gevoelens bij het vertrek van haar vader. Aan de ene kant is er grote opluchting, omdat hij eindelijk een beslissing heeft genomen. Aan de andere kant is er veel pijn omdat hij niet voor zijn gezin heeft gekozen. „Wij zijn zijn kinderen, zijn vlees en bloed. En dan kiest hij toch voor die vrouw. Hij stuurde mij vlak daarvoor nog een sms’je dat hij ons echt niet kon missen en dat we een gezellige tijd gingen maken. Ik zei hem later dat hij dat niet echt heeft gemeend. Nu ontkent hij dat hij ooit zo’n sms’je heeft gestuurd. Maar ik heb het nog hier, in mijn telefoon zitten.” Verontwaardigd en ook wat verslagen klopt ze op haar zak, waar haar mobiel in zit.
Het is nu een paar maanden na de scheiding, maar Marloes heeft niet minder verdriet van de scheiding. Ze praat er met bijna niemand over. Haar klasgenoten begrijpen niet waarom ze zo weinig lacht. En zij begrijpt haar klasgenoten niet meer. „Soms denk ik: wat valt hier nou te lachen?”
Een goede vriendin om mee te praten heeft Marloes niet. Ze vindt het moeilijk iemand in vertrouwen te nemen om alles mee te delen. „Mijn vader heeft ons jarenlang bedrogen. Nu denk ik ook bij anderen wel eens: je zegt dit nou wel, maar laat maar eens zien of je het meent.”
Tien geboden
Marloes is zich er sterk van bewust dat echtscheiding tegen de tien geboden ingaat. „Ik heb hem geschreven dat wat hij deed niet mocht. Daar heeft hij nauwelijks op gereageerd. Eén keer zei hij: „Er mag zo veel niet; je mag ook niet vloeken.””
Ze vraagt zich regelmatig af waarom God het heeft laten gebeuren dat haar ouders scheidden. Toch ziet ze ook een andere kant, een goede kant. „Misschien was dit wel Gods bedoeling om ons zo duidelijk te maken dat Hij er altijd voor ons is, ook als het heel moeilijk is.”
Moeilijk is het, en blijft het, geeft ze toe. De scheiding laat hoor nooit los. Ze heeft op dit moment weinig contact met haar vader, al wil ze hem niet uit het oog verliezen. „Maar hij beschuldigt mijn moeder van allemaal dingen die gewoon niet waar zijn. Dan denk ik: doe normaal. Hij snapt ons niet. Hij snapt niet waarom wij liever niet op de verjaardag van zijn vriendin komen. Hij snapt niet dat wij dat moeilijk vinden. Hij zegt: „Het is gebeurd en je moet er mee leren leven.” Maar dat kan nog niet.”
Ze neemt het haar vader erg kwalijk dat hij blijkbaar zonder enige reden voor een andere vrouw heeft gekozen. Ze neemt het haar vader nog meer kwalijk dat hij zo vol onbegrip reageert. „We hebben het financieel moeilijk. De auto is de deur uit. Uitjes hebben we eigenlijk niet meer. We moeten opletten wat we kopen. Maar mijn vader zegt: „Je moeder moet gewoon gaan werken.” Dat moet ze straks ook, maar nu is ze daar nog niet aan toe. Hij heeft makkelijk praten; hij is weggegaan.”
Ze vindt het soms erg moeilijk om nog van haar vader te houden. Ze haat hem niet, zegt ze, maar is wel boos op hem. En op zijn vriendin. „Zij heeft hem van ons afgepakt. Hij is erdoor veranderd; zijn karakter, zijn houding. Soms is het moeilijk om hem te vergeven. Als hij nou maar eens stopte met zeuren, met beschuldigen, met zich met ons te bemoeien. Als hij nou maar eens probeerde ons te begrijpen en ons in onze waarde laat. Wij bemoeien ons toch ook niet met hem en zijn vriendin?”
Marloes heet in werkelijkheid anders.
Dit is het tweede deel in een serie artikelen over echtscheiding.
Scheiding niet schuld van kind
Als ouders gaan scheiden is dat heel moeilijk en verwarrend voor hun kinderen. In het dit voorjaar verschenen boek ”Mijn ouders zijn gescheiden” vertellen jongeren hoe ze hiermee zijn omgegaan. Wat moet je doen als je ouders uit elkaar gaan? Een paar tips van de auteurs:
Blijf er niet alleen mee rondlopen. Neem iemand buiten jullie gezin in vertrouwen.
Denk vooral niet dat het jouw schuld is dat je ouders uit elkaar gaan. Integendeel: mede voor de kinderen proberen ouders vaak zo lang mogelijk voor hun huwelijk te vechten.
Als je ouders je vragen bij wie je wilt wonen, is het vaak heel moeilijk om te kiezen. Je wilt niemand kwetsen. Wat je wel kunt doen is bijvoorbeeld samen de voor en nadelen van elk besluit bespreken, zodat ze weten hoe jij hebt gekozen.
Wees niet de hulpverlener van je vader of moeder. Het is heel moeilijk om dat te zeggen als ze in tranen naar je toe komen, maar als jij je ouders op die manier wilt helpen, krijg je daar vroeg of laat zelf problemen mee. Je kunt geen moeder van je moeder zijn en geen vader van je vader.
Je vraagt je misschien af: Hoe kan God dit toelaten? En waarom laat Hij juist mij dit overkomen? Spreek daar met anderen, bijvoorbeeld je predikant of jeugdouderling over. Vraag hun voor je te bidden, zeker wanneer je dat zelf moeilijk vindt. Je hoeft je er niet voor te schamen, het komt vaak voor dat mensen niet zelf kunnen bidden wanneer ze zo’n groot verdriet hebben.
Voor meer tips: ”Mijn ouders zijn gescheiden”, door Maria Stoorvogel en drs. Anne Westerduin de Jong; uitg. Kok, Kampen, 2008; 96 blz.; € 9,90.