De resten van de bemanningsleden worden woensdagochtend met alle militaire eer begraven op het Britse Ereveld van de Algemene begraafplaats in het Noord–Hollandse Bergen. Daarvoor vindt in de rooms–katholieke Petrus en Pauluskerk in Bergen nog een kerkdienst plaats. ’s Middags gaan de nabestaanden en genodigden naar een plek met zicht op de wraklocatie in Berkhout, waar een monument ter nagedachtenis van de bemanningsleden wordt onthuld.
De stoffelijke resten van de bemanningsleden werden vorig jaar aangetroffen bij een grootscheepse bergingsoperatie in de gemeente Koggenland. Hierbij werden voor de tweede keer in de Nederlandse geschiedenis twee wrakken meegenomen in één berging. In Ursem werd een Amerikaanse B–24H Liberator–bommenwerper geborgen, die op 29 juni 1944 neerstortte. De bemanningsleden van deze bommenwerper hadden het vliegtuig per parachute verlaten.

Ook werd in een weiland in Berkhout een blindganger onschadelijk gemaakt. In Berkhout werd een Britse Hampden MK1 geborgen, die in de nacht van 8 november 1941 door een Duitse nachtjager tijdens een missie in Bocholt werd geraakt. Bij dit vliegtuig hielden bergers rekening met de aanwezigheid van stoffelijke resten.

Twee bemanningsleden van het Britse vliegtuig, de piloten Christoffer Sanders en James D’Arcy, zijn in 1941 in Bergen begraven. De andere twee, de boordschutters Stanley Mullenger en de Ier John Kehoe, stonden in Engeland formeel nog altijd als vermist te boek. Aangenomen werd dat hun stoffelijke resten zich nog in of in de buurt van het vliegtuigwrak bevonden. Uit onderzoek van de gevonden stoffelijke resten kwam dit jaar duidelijkheid over hun lot.