Vijf ministers waren er donderdag bij het debat over gelaatsbedekkende kleding. Minister Klink van Volksgezondheid had er ’s ochtends zelfs nog een werkbezoek naar Tilburg voor moeten afzeggen. Hij zou een lezing houden aan de universiteit. Maar de Tweede Kamercommissie wilde dat hij aanwezig was. En ja, dan kan een bewindsman moeilijk weigeren.Het zegt iets over het belang dat Kamer en kabinet hechten aan de boerka en nikab. Het gaat eigenlijk om een zeldzaamheid in Nederland. Zo’n 100 tot 150 vrouwen dragen een gezichtsbedekkende sluier. Maar het is wel een verschijnsel met een hoog symbolisch gehalte: de boerka roept maatschappelijke onrust op.

Het kabinet ziet zich gesteld voor een gevoel van onbehagen en onveiligheid onder een deel van de bevolking. En daarom heeft de regering voorgesteld om de boerka in bepaalde sectoren te verbieden. Zo mogen rijksambtenaren geen boerka dragen. Op scholen komt er een verbod. Het kabinet praat nog met de vervoersbedrijven over de vraag of een verbod wenselijk is in treinen en trams.

Een Kamermeerderheid steunt het besluit om geen algemeen straatverbod voor boerkadraagsters in te voeren. Dat zou in strijd met de grondwettelijke vrijheid van godsdienst zijn. ChristenUnie-Kamerlid Anker: „Vrouwen kiezen meestal uit religieuze motieven voor een boerka of nikab. Het zou hun in hun diepste religieuze gevoel kunnen raken als ze zich niet op straat mogen begeven.”

Alleen de PVV en de VVD keren zich tegen de pragmatische benadering van het kabinet. De VVD heeft, met een beroep op de openbare orde en veiligheid, een initiatiefwetsvoorstel ingediend om alle gezichtsbedekkende kleding te verbieden, dus naast de boerka ook de integraalhelm. De PVV heeft een wetsvoorstel gemaakt om enkel de boerka op straat te verbieden.

PVV-Kamerlid Fritsma vindt de boerka een „symbool van vrouwenonderdrukking.” „Vrouwen met gezichtsbedekking wijzen onze westerse waarden af. Daarnaast belemmert de boerka de integratie en emancipatie. En bovendien is er een veiligheidsrisico. Boerkadraagsters zijn onherkenbaar.”

Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken verdedigde donderdag de „nuchtere lijn” van de regering. „Wij vinden de boerka niet gewenst. Maar het is belangrijk om te beseffen dat het aantal van honderd boerka’s geen last legt op de Nederlandse samenleving.”

En ook minister Vogelaar van Integratie wil de zaak „vooral in proporties” zien: „Er zijn honderd vrouwen met een boerka in Nederland. Honderd vrouwen op vijf ministers, wij hebben dus elk twintig vrouwen onder onze hoede.” Dat zou voldoende moeten zijn, wilde ze maar zeggen.