Cultuur & boeken

Vrijplaats van het woord

Amsterdam mag zich een jaar lang boekenhoofdstad van de wereld noemen. Unesco heeft de Nederlandse grachtengordel uitgeroepen tot Wereldboekenstad van 2008. Woensdag neemt Amsterdam het stokje over van de Colombiaanse hoofdstad Bogota. „Eigenlijk is Amsterdam altijd al de boekenstad van de wereld geweest”, zegt directeur Lidy klein Gunnewiek van de Stichting Amsterdam Wereldboekenstad.

23 April 2008 13:35Gewijzigd op 14 November 2020 05:46

Unesco, de culturele tak van de Verenigde Naties, wijst sinds 2001 elk jaar een stad aan als boekenstad van het jaar. De wisseling van de wacht heeft altijd plaats op 23 april, World Book and Copyright Day. In 2006 dongen behalve Amsterdam Bangkok, Havana, Beiroet, Rabat, Dublin en Sao Paulo naar de titel Wereldboekenstad 2008. Het werd Amsterdam. „Het was de tweede poging”, vertelt Lidy klein Gunnewiek in het zenuwcentrum van haar organisatie in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. „Toen Antwerpen in 2004 Wereldboekenstad werd, bedachten mensen uit de Nederlandse boekenwereld dat Amsterdam ook best een gooi naar die titel kon doen. We hebben meegedaan voor het jaar 2007, maar toen werd Bogota gekozen. Daarna hebben we het ”bidbook” waarmee Amsterdam zich kandidaat had gesteld aangepast en een nieuwe poging gedaan.”Waarom Amsterdam?

„Amsterdam heeft een eeuwenoude traditie op het gebied van het boek. Hier werden boeken uitgegeven die in andere landen verboden waren. Vooral in de gouden eeuw stond Amsterdam bekend als een vrijplaats van het boekenvak. De stad heeft altijd zijn poorten geopend voor schrijvers die op de vlucht waren voor onderdrukking. Een traditie die ervoor gezorgd heeft dat de stad altijd bruiste van schrijvers, drukkers, boekhandels, uitgevers en antiquariaten. Eigenlijk is Amsterdam altijd al de boekenstad van de wereld geweest. Amsterdam beschikt dan ook over talloze bijzondere boekencollecties en bibliotheken, bijvoorbeeld die van het Rijksmuseum. Er zijn maar weinig mensen die van het bestaan afweten, maar daar komt dit jaar verandering in.”

Wat is er in de presentatie richting Unesco veranderd?

„Unesco heeft vooral voor Amsterdam gekozen vanwege het gevarieerde en internationale karakter van ons programma. Het brede draagvlak dat er voor de geplande activiteiten is, speelde mee; alle takken van het boekenvak zijn erbij betrokken. Maar ook het feit dat wij in ons programma de nadruk hebben gelegd op de vrijheid van meningsuiting heeft een grote rol gespeeld. Bewust hebben we als thema ”Open book, open mind” gekozen. Dat heeft onze kansen sterk vergroot.”

En toen werd Theo van Gogh, voorvechter van de vrijheid van meningsuiting, in Amsterdam vermoord… Heeft dit de kandidatuur erg geschaad?

„Integendeel. Die trieste gebeurtenis onderstreepte juist hoe relevant ons thema is. Met de opkomst van de radicale islam is de discussie over vrijheid van uiting alleen maar actueler geworden. Aan die discussie willen we dit jaar graag een bijdrage leveren, zodat we kunnen laten zien dat Amsterdam het imago van vrijhaven van het woord nog voluit waardig is.

We beginnen deze week bijvoorbeeld met het Internationaal Literatuurfestival Amsterdam, waarop schrijvers als David Grossman en Abdelkader Benali zullen spreken over de verdediging van het vrije woord. En niet voor niets is de filosoof Spinoza een van de iconen van Amsterdam Wereldboekenstad. Je zou hem de eerste vrijdenker van ons land kunnen noemen.”

Hoe verhoudt het promoten van de vrijheid van meningsuiting zich tot het leggen van verbindingen, het bouwen van bruggen en het aangaan van de dialoog, zoals dat is verwoord in de doelstellingen van de stichting?

„Amsterdam Wereldboekenstad wil de dialoog aangaan en aanjagen rond de vrijheid van uiting. Daarbij komen nadrukkelijk ook de grenzen van deze vrijheid in beeld. In september komt er een symposium over allerlei nieuwe vormen van censuur. In toenemende mate zie je ook in de landen van het ’vrije Westen’ dat de ongestoorde verspreiding van denkbeelden en geschriften wordt bedreigd door censuurachtige verschijnselen als zelfcensuur, marktcensuur en verzwijging. Deze verschijnselen zou je als neocensuur kunnen aanduiden. Waar liggen de grenzen? Daarover willen we het debat aangaan. Dit thema hebben we heel bewust op de agenda gezet.”

Wat moet Amsterdam Wereldboekenstad op 23 april 2009, wanneer Beiroet het stokje overneemt, hebben opgeleverd?

„Een van de belangrijkste doelstellingen is dat we het plezier van het lezen benadrukken. Lezen verrijkt je, er gaat letterlijk een wereld voor je open als je in een boek duikt. Tegelijk is het van groot belang dat mensen kunnen lezen en schrijven. Om een mening te kunnen uiten en verwoorden moet je die op papier kunnen zetten. Dat is de reden waarom we ook Anne Frank als icoon van Amsterdam Wereldboekenstad hebben gekozen. Met haar dagboek liet ze zien dat zij als onderduiker toch haar gevoelens kon verwoorden. En wat zij toen schreef, wordt nu nog altijd wereldwijd gelezen. Je zou bijna kunnen zeggen dat het kunnen lezen en schrijven de basis van de democratie vormt. Als je bedenkt dat er in Nederland zo’n 1,5 miljoen laaggeletterden rondlopen, dan is er op dat gebied nog veel werk te doen.”

Hoe denkt u die laaggeletterdheid concreet terug te kunnen dringen?

„Vorige week hebben we daarover in Parijs met Unesco en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over gesproken. Met het formele onderwijs is de problematiek internationaal niet op te lossen, maar er zijn wel allerlei andere mogelijkheden. Het Indiase bedrijf Tata heeft bijvoorbeeld een softwareprogramma gemaakt dat klanken verbindt met lettertekens. Mensen kunnen er in een week tijd de krant mee leren lezen. Dergelijke vindingen kun je heel goed inzetten voor alfabetiseringsprojecten.

Natuurlijk kunnen we in 2008 het probleem wereldwijd niet oplossen. We willen het wel graag op de agenda zetten en onder de aandacht brengen. Gelukkig is het bestrijden van laaggeletterdheid ook een van de prioriteiten van Unesco. Bij de keus van volgende boekensteden zal dit punt zeker worden meegenomen, zodat er continuïteit is in de activiteiten die worden ontwikkeld.

In eigen land brengen we in de serie Leeslicht in samenwerking met de Stichting Lezen & Schrijven een drietal eenvoudige boekjes uit over de iconen van Amsterdam Wereldboekenstad: Spinoza, Anne Frank en Annie M. G. Schmidt.”

Spinoza voor laaggeletterden…?

„Waarom niet? We gaan zijn werk niet hertalen of zo. We geven een samenvatting van zijn ideeën in Jip-en-Janneketaal en laten zien waarom die nu nog altijd belangrijk zijn.”

Voor meer informatie: amsterdamwereldboekenstad.nl.


Drie iconen van Amsterdam Wereldboekenstad

  • Baruch de Spinoza (Amsterdam, 1632 Den Haag, 1677). Beroemdste Nederlandse filosoof, tevens lenzenslijper. Zoon van Portugees Joodse immigranten. Leerde Nederlands, Portugees, Spaans, Hebreeuws en schreef later in het Latijn. Kwam in 1656 in conflict met de Amsterdamse Joodse gemeenschap, vermoedelijk vooral omdat hij zich uiterlijk niet wilde schikken naar de strenge vereisten en voorschriften. Samen met René Descartes en Gottfried Leibniz behoorde Spinoza tot de rationalisten, die het verstand beschouwden als ultieme bron van kennis en inzicht. Hoewel de Republiek in vergelijking met omringende landen tolerant was, moest Spinoza toch voorzichtig zijn. Veel werk publiceerde hij niet, of onder een schuilnaam. Zijn hoofdwerk, de ”Ethica”, werd pas na zijn dood uitgegeven.

  • Anne Frank (Frankfurt am Main, 1929 Bergen Belsen, 1945). Jodinnetje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar ouders, haar zus Margot en vier andere mensen ondergedoken zat in een achterhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam. Begon als onderduikster aan een dagboek waarmee ze na de oorlog wereldwijde bekendheid kreeg. Wilde, als ze weer vrij was, schrijfster worden. Twee jaar lang wisten de Franks zich voor de Duitsers te verbergen; toen werden ze verraden en opgepakt. Anne stierf in 1945, vijftien jaar oud, in het Duitse concentratiekamp Bergen Belsen. Ook haar zus overleed daar. Hun moeder kwam om in Auschwitz. Vader Otto Frank overleefde het kamp in Polen en keerde naar Amsterdam.

  • Annie M. G. Schmidt (Kapelle, 1911 Amsterdam, 1995). Dochter van een predikant in het Zeeuwse Kapelle. Ontwikkelde zich tot dichter en schrijver van liedjes, boeken, toneelstukken, musicals en dergelijke. Bedacht als kinderboekenschrijfster komisch tegendraadse figuren als Pluk van de Petteflet, Jip en Janneke (in beeld gebracht door Fiep Westendorp), Minoes, Dikkertje Dap en tientallen andere mensen en beesten die zich in het hoofd van generaties lezertjes hebben genesteld. Kreeg in 1987 de Constantijn Huygensprijs voor haar gehele oeuvre. Een jaar later ontving ze de prestigieuze Hans Christian Andersenprijs, de belangrijkste internationale prijs op het gebied van kinderboeken. Haar geboortedag, 20 mei, is uitgeroepen tot Annie M. G. Schmidtdag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer