Bush ziet al-Qaida achter aanslag op Bali
De Amerikaanse president George Bush heeft maandag gezegd dat de aanslag van zaterdag op een discotheek op het Indonesische Bali het werk was van al-Qaida. Dezelfde beschuldiging werd eerder op de dag geuit door de Indonesische minister van defensie Matori Abdul Djalil.
Djalil is de eerste hoge Indonesische regeringsfunctionaris die een verband legt tussen het terreurnetwerk van Osama bin Laden en de aanslag op de Sari Club in Kuta, die zaterdagavond aan meer dan 180 mensen het leven kostte.
Volgens Bush is de aanslag op Bali onderdeel van een „aanvalspatroon” waar ook de recente aanvallen op Amerikaanse militairen in Koeweit en de aanslag op de Franse olietanker ”Limburg” toe behoren.
„We hebben deze week een les geleerd, namelijk dat de wereld geen veilige plek is zolang de leden van al-Qaida vrij rondlopen. De strijd tegen het internationale terrorisme is nog lang niet gestreden en moet met de inzet van alle middelen worden voortgezet”, aldus de Amerikaanse president maandag tijdens een persconferentie op het Witte Huis.
De VN-Veiligheidsraad veroordeelde maandag de aanslag. De Veiligheidsraad riep alle landen op om te helpen de daders van de aanslag te berechten. Tijdens een speciale vergadering riep de Veiligheidsraad op om Indonesië te helpen „de uitvoerders, bedenkers en financiers van de terroristische aanslagen” voor de rechter te brengen. Volgens de raad zijn dergelijke aanslagen „een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid.”
De verantwoordelijkheid voor de aanslag is niet opgeëist, maar de verdenking ging onmiddellijk uit naar Jemaah Islamiah, die aan al-Qaida is gelieerd en streeft naar de stichting van een islamitisch rijk dat Maleisië, Indonesië en de Filipijnen omvat. Volgens de Amerikaanse ambassadeur Ralph Boyce is het nog te vroeg om de aanslagen aan al-Qaida toe te schrijven, maar is wel zeker dat het netwerk in Indonesië actief is.
De Duitse krant Bild meldde dinsdag dat drie vermoedelijke daders van de bomaanslag zijn gearresteerd. Bild zei zich te baseren op „bronnen binnen de inlichtingendienst.” Onduidelijk is echter waar de arrestaties zouden hebben plaatsvonden.
De leider van Jemaah Islamiah, Abu Bakar Bashir, ontkent iedere betrokkenheid. „Alle beschuldigingen tegen mij zijn ongegrond. Ik daag ze uit om met bewijzen te komen”, zei Bashir maandag tegen het persbureau Associated Press. „Ik vermoed dat de Verenigde Staten en hun bondgenoten de aanslagen hebben gepleegd om de aantijgingen dat Indonesië een basis is voor terroristen hard te maken.”
Volgens een aantal analisten is het ook goed mogelijk dat het Indonesische leger betrokken is bij de aanslag op Bali. Het leger zou op deze manier de noodzaak willen onderstrepen voor het verhogen van de militaire uitgaven.
Indonesië heeft inmiddels de veiligheidsvoorschriften verscherpt rond grote industriële complexen van buitenlandse bedrijven, zoals raffinaderijen en gasinstallaties. Volgens minister van veiligheid Bambang Susilo Yudoyono zijn er aanwijzingen dat terroristen plannen hebben voor een aanslag op een dergelijk doelwit.
Van 39 slachtoffers is de identiteit inmiddels bekend, meldden de plaatselijke autoriteiten. Het gaat om onder meer vijftien Australiërs, acht Britten, vijf Singaporanen, zes Indonesiërs en een Nederlander. Het totale aantal slachtoffers bedraagt volgens de overheid 181, volgens ziekenhuismedewerkers 188.
Diverse experts wijzen erop dat het helemaal niet zeker is dat al-Qaida met de aanslag te maken heeft. „Het probleem is dat al-Qaida alleen symbolen van de macht van de Verenigde Staten aanvalt”, zegt Salim Said, een prominente Indonesische commentator. „Dat is hier duidelijk niet het geval.”
Het merendeel van de slachtoffers waren Australische toeristen en sommige deskundigen wijzen erop dat de aanslag specifiek tegen hen gericht zou kunnen zijn. Een vredesmacht van de Verenigde Naties onder Australische leiding trok in 1999 Oost-Timor binnen, tot woede van grote delen van het leger en de regering van Indonesië.
Veel Indonesische nationalisten zijn nog altijd woedend, zei Richard Baker van het East-West Center van de universiteit van Hawaii. „Als iemand in Indonesië wraak wil nemen op Australië, zijn elementen binnen het leger een logischer object van verdenking dan radicale moslims.” Alleen het leger beschikt bovendien over explosieven met een kracht als de bom die zaterdagavond op Bali ontplofte, aldus Baker.
Eerst ontplofte zaterdag een kleine bom. Korte tijd later en 30 meter verderop volgde een enorme explosie, veroorzaakt door een bom in een Toyota Kijang, een soort jeep. Australische politieagenten zijn op Bali aangekomen om Indonesië bij te staan in het onderzoek. Groot-Brittannië en Duitsland sturen ook onderzoekers.