Ilan Pappe voert jihad tegen Israël
Met zijn antizionisme en uiterst eenzijdige benadering van het Israëlisch-Palestijnse conflict voert Ilan Pappe een heilige oorlog tegen Israël, stelt mevr. G. A. van der Spek-Begemann . Ze schrijft naar aanleiding van de verschijning van de Nederlandse vertaling van ”The ethnic cleansing of Palestine” van de hoogleraar aan de universiteit van Haifa.
Bij het verschijnen van ”De etnische zuivering van Palestina” van Ilan Pappe (Kok Kampen) wordt het tijd om het streven van deze auteur nog eens onder de loep te nemen. Van Joodse zijde is hij reeds zwaar bekritiseerd, onder anderen door Benny Morris, in dit geval een toch onverdachte criticus.Morris is namelijk zelf een van de zogenoemde ”nieuwe historici”, tot wie ook Pappe wordt gerekend. Deze mensen zijn eind jaren tachtig haast onafhankelijk van elkaar gaan kijken naar de onderkant van het Israëlische gelijk. Dat heeft namelijk onmiskenbare schaduwzijden. De vraag naar oorzaak en gevolg is hier echter ook voor Arabieren en Palestijnen van cruciaal belang. Het antwoord op die vraag geeft namelijk beter inzicht in het optreden van hun leiders. Deze vraag en de vraag naar de diepere wortels van het conflict slaat Pappe over.
Pappe heeft niets tegen jodendom als religie, maar alles tegen het zionistische karakter van een etnisch Israël. Het zionisme is echter het legitieme streven van het Joodse volk naar een nationaal tehuis in het land van herkomst. Dat geldt niet alleen voor gelovige maar ook voor seculiere Joden, terwijl slechts splintergroepen hiertegen protest aantekenen.
Het loutere bestaan van een Joodse staat, verwezenlijkt doel van het zionisme, zou volgens Pappe al onrecht op zichzelf zijn. Voor hem is zionisme het tegenovergestelde van gerechtigheid en een kwestie van racisme. Termen als ”kolonialisme” en ”apartheid” gebruikt hij dan ook even moeiteloos. De titel van zijn boek is hiermee geheel in stijl. Het is maar wat je onder Palestina verstaat.
Selectief
In een lezing vorig jaar in Amsterdam zei Pappe openlijk: „Feiten doen er niet toe.” Merkwaardig voor iemand die ons wil vertellen hoe het allemaal is gegaan. „Zo is het gebeurd”, zegt Pappe van zijn boek, en tegelijk gelooft hij niet dat er zoiets als historische waarheid bestaat.
Hij hanteert een vorm van beschrijven die tegenwoordig ook door veel journalisten (uit gemakzucht?) wordt gebruikt: verhalen van mensen noteren. De journalist lijkt dan niet meer op de hoogte te hoeven zijn van de geschiedenis. Het hoeft geen betoog dat een schrijver hierbij zeer selectief te werk kan gaan. In het geval Pappe komt daar nog bij dat verhalen van de andere kant niet worden opgevraagd. Hij verwerkt van die kant alleen gegevens die in zijn politieke straatje te pas komen.
Voor de vele onjuistheden, overdrijvingen en verdraaiingen kan ik beter verwijzen naar het artikel van Benny Morris in maart 2004 in ”New Republic” over een eerder boek van Pappe. Volgens Morris is er soms sprake van „complete verzinsels” bij veel van wat Pappe zijn lezers wil verkopen.
Morris is zelf inmiddels zover dat hij stelt dat je in veel gevallen precies het tegenovergestelde moet denken van wat Pappe beweert. Zo beweert Pappe dat kritische stemmen in Israël het zwijgen wordt opgelegd, terwijl hij zelf hoogleraar is aan de universiteit van Haifa. De censuur in de Palestijnse gebieden verzwijgt hij daarentegen.
Hadrianus
Behalve met zijn antizionisme moeten we ook we rekening houden met zijn marxisme, dat het altijd opneemt voor (hier ook de militaire) en economische underdog. Ook in de marxistische bevrijdingstheologie wordt de arme per definitie onschuldig verklaard en de machthebbende per definitie veroordeeld. Wie had het over recht en gerechtigheid?
De naam Palestina heeft het gebied te danken aan keizer Hadrianus, die met deze naam de Joden bewust wilde treffen door de herinnering aan de Bijbelse aartsvijand van Israël, de Filistijnen. Als er één volk kan spreken van bezetting en verdreven worden, is dat het Joodse volk. Babyloniërs, Assyriërs, Grieken, Romeinen, Turken zijn gekomen en weer gegaan. De in 1964 zelf gecreëerde nationaliteit van de (Arabische) Palestijnen is een politiek product dat pas in de 20e eeuw op de markt kwam.
Vanwege zijn idee-fixe dat Palestina (waartoe ook het huidige Jordanië behoorde) aan de Palestijnse Arabieren behoort, wil Pappe ook niet horen van een verdeling. Een tweestatenoplossing wil hij niet. Palestina moet één multinationale staat worden met een getolereerde Joodse gemeenschap.
Wie blind is heeft natuurlijk geen oog voor de gevolgen van een dergelijke ’oplossing’, maar wie pretendeert niet blind te zijn en toch daarvoor pleit, die is bezig met een heilige oorlog tegen Israël.
De auteur is lid van de werkgroep Vanuit Jeruzalem.