Oppositie zegt vertrouwen in Huizinga op
Een groot deel van de oppositie heeft gisteren het vertrouwen opgezegd in staatssecretaris Huizinga van Verkeer wegens de aanhoudende problemen met de OV-chipkaart. Dankzij de steun van coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie en oppositiepartijen D66 en SGP blijft Huizinga echter stevig in het zadel zitten.
GroenLinks-Kamerlid Duyvendak diende gisteren in het spoeddebat over de OV-chipkaart een motie van wantrouwen in tegen Huizinga. Hij verwijt de staatssecretaris dat ze „geen enkele politieke verantwoordelijkheid neemt” om tot een oplossing te komen voor de problemen met de OV-chipkaart. De chip in de kaart is gekraakt, waardoor de pas niet meer veilig is. Soortgelijke kritiek kreeg Huizinga van SP, VVD en PVV. Die partijen (met GroenLinks goed voor 62 van de 150 Kamerzetels) steunen de motie van wantrouwen.De oppositiepartijen D66 en SGP uitten gisteren ook kritiek op Huizinga. „De staatssecretaris schuift alle cruciale vragen van zich af”, zei SGP-Kamerlid Van der Staaij. Desondanks steunen de twee partijen de motie van wantrouwen niet. „Die is prematuur en overdreven”, aldus Van der Staaij. Ook D66-Kamerlid Van der Ham vindt de motie „veel te ver gaan.”
De coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie staan onverkort achter Huizinga. „Dit debat ademt de sfeer van: „Barbertje moet hangen.” Daar doen wij niet aan mee”, aldus PvdA’er Roefs. CDA-Kamerlid Mastwijk vindt dat „we ons niet gek moeten laten maken.” De staatssecretaris moet de tijd nemen om tot oplossingen te komen voor de problemen met de ov-kaart, meent hij. De chipkaart wordt volgens ChristenUnie-Kamerlid Cramer misschien „een paar jaartjes later” dan 2009 ingevoerd.
Huizinga stelde gisteren dat ze „alles heeft gedaan wat ik de Kamer eerder heb toegezegd.” Ze waarschuwde voor overhaast conclusies trekken en besluiten nemen en pleitte ervoor eerst de tijd te nemen voor een goede risicoanalyse. Van de motie van wantrouwen ligt ze niet wakker. „Jammer. Ik heb mijn best gedaan om de Kamer ervan te overtuigen dat ik er bovenop zit en tot het uiterste ga om ervoor te zorgen dat er een veilige en betrouwbare OV-chipkaart komt.”
Huizinga wees er nog op dat niet zij, maar de openbaarvervoerbedrijven en lokale overheden verantwoordelijk zijn voor de invoering van een goede OV-chipkaart. De staatssecretaris neemt de strippenkaart pas uit de handel als er een veilige ov-pas is.
Onderzoek door een Britse universiteit wees begin deze week uit dat de chip in de ov-kaart niet veilig is. Huizinga vindt daarom dat er „absoluut” een nieuwe chip moet komen die niet te kraken is. Daardoor kan de OV-chipkaart waarschijnlijk niet meer per 1 januari volgend jaar worden ingevoerd.