Minister somber over missie naar Darfur
Minister Van Middelkoop (Defensie) heeft er een hard hoofd in om Nederlandse troepen naar de Sudanese regio Darfur te sturen.
Het kabinet loopt tegen tal van zaken aan die het lastig maken om mee te doen aan de gecombineerde missie van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties. Zijn vertrouwen erin is niet groter geworden de afgelopen tijd.Dat zegt de bewindsman in een interview in de Volkskrant van zaterdag. Het kabinet denkt al maanden na over het sturen van een militair hospitaal naar Darfur. „Ik ben zeer gemotiveerd begonnen aan de discussie binnen het kabinet, ik mag wel zeggen: met compassie. De motivatie is niet verdwenen, maar wel gevolgd door frustratie. Het wordt nog een lastige afweging. Mijn vertrouwen in het avontuur is er niet groter op geworden”, aldus Van Middelkoop.
Al eerder liet zijn collega Verhagen (Buitenlandse Zaken) zich kritisch uit over een Nederlandse deelname. Vooral de beveiliging is een heikel punt. Nederland kreeg tot nu toe als enig westers land toestemming van Sudan om naar Darfur te komen. Volgens Van Middelkoop betekent dit dat Nederland dan voor zijn eigen militaire bescherming moet zorgen, waardoor het aantal manschappen zal verdubbelen.
Bovendien gaat Nederland bij militaire missies altijd uit van deelname van een of meer andere sterke partners, meestal westerse landen. Troepen van de Afrikaanse Unie zijn al langer in Darfur actief, maar zij zijn met enkele duizenden te zwak om goed op te kunnen treden in de gewelddadige regio. Daar wordt de bevolking belaagd door milities van rebellen en van het leger.
Nederland doet sinds kort wel mee aan de Europese missie in Tsjaad, met zestig mariniers (Eufor). Ook vaart een Nederlandse fregat voor de kust van Somalië om VN-voedseltransporten te beschermen. Hoewel dit op verzoek van de VN gebeurt, is er een bilaterale afspraak tussen Nederland en Somalië.