Berlusconi niet zeker van de overwinning
Alle opiniepeilingen wijzen Berlusconi aan als winnaar van de komende, landelijke verkiezingen. Maar zelf lijkt hij niet zeker van zijn zaak.
Zelden was de Italiaanse verkiezingscampagne zo tam als dit jaar. Tot een paar dagen geleden althans. Dinsdag meende Silvio Berlusconi dat alle officieren van justitie in Italië zich aan een periodiek psychiatrisch onderzoek zouden moeten onderwerpen om hun „mentale gezondheid” te controleren.Een dag later noemde Berlusconi de maffioso Vittorio Mangano een held. Mangano, die in 2000 in gevangenschap overleed, was de verbindingsman tussen Berlusconi en de Siciliaanse maffia. Mangano werd voor zijn arrestatie door Berlusconi’s naaste medewerker Marcello Dell’Utri aangesteld in de luxueuze villa van Berlusconi. Wegens de wederzijdse steun aan maffiazaken werden Mangano en Dell’Utri veroordeeld tot gevangenisstraf, Berlusconi bleef buiten schot.
Woensdag steunde Berlusconi Dell’Utri’s oproep in de Corriere della Sera dat de geschiedenisboeken op school moeten worden herschreven. Het Italiaanse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, veelal van communistische zijde, zou er ten onrechte een te grote plaats innemen. Ook vond Berlusconi dat de Italiaanse president, de voormalig communist Napolitano, zou moeten aftreden als hij de verkiezingen wint.
De laatste opiniepeilingen van 28 maart -waarna het verbod op publicatie inging om kiezers niet te beïnvloeden- gaven zonder uitzondering aan dat Berlusconi maandag een ruime overwinning gaat behalen. Zelfs de poll van het linkse dagblad La Repubblica, openlijk tegenstander van Berlusconi, gaf eind maart Het Volk van de Vrijheid, de beweging van Berlusconi, een voorsprong van ruim 6 procent.
Maar door een gecompliceerde kieswetgeving die leidt tot fragmentatie, kan ook de winnaar er niet zeker van zijn dat hij een kalme regeringsperiode tegemoet gaat. Vooral de Senaat, wier leden deels via een districtenstelsel worden gekozen, kan een kritische bezetting krijgen. Het kiessysteem, nota bene door de vorige regering-Berlusconi op de valreep ingevoerd om Prodi, die op voorsprong stond, een stok tussen de wielen te steken, was een van de oorzaken van de voortdurende crisissituatie en uiteindelijke val van de laatste regering onder leiding van Prodi.
Berlusconi heeft deze week de oude registers weer opengetrokken en een litanie van aanvallen geopend op zijn tegenstanders, die hij nog altijd „communisten” noemt. Hij hoopt daarmee de zwevende kiezer over de streep te trekken. Berlusconi zei donderdag in La Stampa dat hij streeft naar een meerderheid van twintig senatoren. Maar het is onwaarschijnlijk dat hij dat gaat halen.
Ook Walter Veltroni, de tegenstander van Berlusconi, krijgt aanval na aanval te verwerken. Hij wordt „Stalin” genoemd, en „een Obama van de tweede categorie.” Dat verwijst naar Veltroni’s verleden als lid van de in 1992 opgeheven communistische partij. Veltroni is de leider van de nog maar een halfjaar oude Democratische Partij. Hij is een moderne politicus die zich bij zijn verkiezingscampagne heeft laten inspireren door de Amerikaanse presidentskandidaat Obama, inclusief (een afgeleide van) diens slogan ”I Can” (Veltroniaans voor ”We kunnen het doen”). Veltroni zegt net als Obama het land te willen verenigen.
Want ook in Italië bestaat er een diepe kloof. De waterscheiding in Italië is grofweg tussen de aanhangers van Berlusconi en de rest. Veltroni heeft gepoogd die kloof te dichten door, met een vrij liberaal programma, zich te presenteren als de gematigde kandidaat voor iedereen. Hij heeft geprobeerd zich verre te houden van het moddergooien en een halt toe te roepen aan de zich telkens opschuivende verbale tolerantiegrens. Silvio Berlusconi en zijn coalitiepartner Umberto Bossi, die een week geleden zijn stemmers opriep de wapens te grijpen, kunnen al jaren roepen wat ze willen, zonder dat Italianen zich opwinden. Veltroni vindt dat de tolerantiegrens is bereikt. Maar niet al zijn landgenoten zijn het kennelijk met hem eens.