Ongeveer 130.000 kinderen van 10 en 11 jaar oud gaan zich af en toe te buiten aan stelen, muren bekladden, verbaal of fysiek geweld en brandstichting. In deze groep ontwikkelen zich volgens de VU-onderzoekers tieners die later het criminele pad opgaan en tot misdrijven komen.De onderzoekers hebben een analyse gemaakt van politiegegevens en diverse zelfrapportage-onderzoeken naar 12-minners. Ook werden kinderen steekproefsgewijs ondervraagd over hun gedrag. Over hun bevindingen verschijnt binnenkort een boek waaruit vanmorgen in Amsterdam enkele feiten werden gepresenteerd op het congres ”Misdadigers van morgen?” Zij werden overhandigd aan minister Hirsch Ballin van Justitie.

Uit het onderzoek blijkt dat het vooral gaat om 11-jarigen en in mindere mate om 10-jarigen. Volgens prof. dr. P. van der Laan, hoogleraar jeugdcriminologie, zijn er aanwijzingen „dat kinderen die op jonge leeftijd crimineel gedrag vertonen, de criminele adolescenten van later zijn.”

Dierenmishandeling is volgens Van der Laan een bekende vorm van crimineel gedrag onder kinderen. Zo voetbalde een 9-jarig jongetje eind februari met kuikentjes. Een vriendje in de buurt keek toe. Ook takelde hij een biggetje zo erg toe dat het dier moest worden afgemaakt.

Criminele handelingen van kinderen onder de 12 jaar worden juridisch niet als wetsovertredingen gezien. De onderzoekers wijzen erop dat de 12-minners meestal niet verantwoordelijk worden gehouden. Systematische registratie van hun gedrag vindt niet plaats. Volgens de onderzoekers is die registratie wel nodig. Zij bepleiten een adequate aanpak van het probleem om te voorkomen dat de kinderen in criminele circuits terechtkomen.

Kinderen die regelmatig kattenkwaad uithalen en geweld toepassen, blijken een twee tot drie keer zo grote kans te hebben als leeftijdgenootjes om zich te ontwikkelen tot stelselmatige delinquenten. De onderzoekers waarschuwen dat kinderen die een patroon ontwikkelen van ernstige criminaliteit, het risico lopen in een negatieve spiraal terecht te komen.

Volgens Van der Laan is meer onderzoek naar het gedrag van 12-minners nodig. Hij pleit in het AD van donderdag voor meer betrouwbare cijfers die mogelijkheden bieden op „doortastende, preventieve begeleiding die is toegesneden op het gezin.”