Economie

Vissers moeten meer opgeviste bommen gaan melden

Nederlandse vissers moeten de onontplofte vliegtuigbommen en mijnen die zij onbedoeld in hun visnetten krijgen, weer vaker gaan melden. Defensie kan ze dan ruimen. Vermoed wordt dat de vissers ze weer overboord gooien zonder de locatie door te geven. Het aantal meldingen neemt, na een forse opleving in 2005, gestaag af.

ANP
8 April 2008 19:42Gewijzigd op 14 November 2020 05:43

Precies drie jaar geleden, op 6 april 2005, ontplofte een Amerikaanse vliegtuigbom aan boord van een schip uit Ouddorp. De 500–ponder ging af toen die met een klap op het dek neerkwam. Drie vissers kwamen om. De schrik zat er flink in onder de vierhonderd Nederlandse vissers. Zij lieten visnetten voortaan zachter op het dek neerkomen en gaven het door als zij ook een bom hadden opgehaald.Meldden vissers voor het ongeval jaarlijks veertig explosieven; dat aantal steeg in dat jaar naar 333. In 2006 was het met 193 al een stuk lager en in 2007 daalde het verder naar 138. Het eerste kwartaal van dit jaar zijn er 27 meldingen binnen. Defensie wijt de teruggang aan een verminderd besef bij de vissers van het gevaar van de explosieven.

De teruggang betekent volgens Defensie niet dat er bijna geen bommen meer in de Noordzee liggen. Er zijn in de vorige eeuw naar schatting tussen de 10.000 en 300.000 bommen in de ondiepe zee gedumpt.

Het overgrote deel zijn vliegtuigbommen, die de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog dropten als zij van een onvervulde missie terugkeerden naar Engeland. Omdat de piloten niet met op scherp staande bommen mochten landen, dumpten zij ze gemakshalve boven zee. Ongeveer 10 procent zijn zeemijnen, waarvan 27 types bestaan. Meestal zijn ze van Duitse makelij, soms nog uit de Eerste Wereldoorlog.

Hoeveel explosieven er al zijn geruimd, is niet bekend, maar Defensie verwacht dat de komende generaties nog genoeg werk hebben. Een dankbare taak dus voor de ruim veertigkoppige bemanning van de mijnenjager Hr Ms Schiedam, een van de tien mijnenjagers die de Nederlandse marine nog bezit. De mijnenvegers, die met een ander systeem werken, zijn al jaren geleden wegbezuinigd. Defensie onderzoekt momenteel of er weer veegcapaciteit terug kan komen, aldus commandant Sjoerd Feenstra.

De Schiedam maakt nu twee weken deel uit van de NAVO–operatie Beneficial Cooperation, waarbij het met andere landen samen aan het ruimen is op de Noordzee. Op een stralende dinsdag trekt het schip erop uit om 30 kilometer voor de kust van Scheveningen een 500–ponder onschadelijk te maken, eenzelfde type dat de Ouddorpse vissers het leven kostte.

Duikers van de Schiedam hebben de bom een dag eerder al vastgemaakt aan een lijn om die een eindje te verplaatsen, omdat er dichtbij een gasleiding lag. Een kleine gele onbemande onderzeeboot met een camera in de neus, brengt ruim honderd explosieven naar de bom. Op minder dan een meter afstand moet deze lading de 250 kilo springstof in de bom tot ontploffing laten komen. Andere keren bevestigen duikers zelf 18 kilo explosieven op de gevonden bom.

Hoewel het voor de bemanning dagelijkse kost is, is de ontploffing ook voor hen altijd nog een spannend moment. Op een afstand van 400 meter begint de aftelling op de volle brug van het schip. Na tien tellen volgt een harde klap en een schok lijkt het schip te doen kraken. Tegelijk golft een flinke watermassa boven het oranje ballonnetje in de verte omhoog. De BC684 op 27 meter diepte, gemeld door visser Ebenhaezer, is niet meer waarneembaar, zo is daarna op de sonar te zien.

De Schiedam kan door naar de volgende klus: drie bommen in het midden van de Noordzee. Vissers hebben ze naar boven gehaald en weer teruggegooid. Defensie ziet het liefst dat ze er een sonarreflector aan bevestigen. Mijnenjagers kunnen ze dan later makkelijk terugvinden. „Maar de vissers moeten dat wel willen en durven natuurlijk", zegt commandant Feenstra.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer