De les van de bobolink
Ook zo genoten van het debat in de Tweede Kamer over de film van Wilders? Ik wel. Vooral die ene, steeds weer terugkerende vraag aan de PVV-leider was vermakelijk: „Dus u hebt niets tegen moslims, maar wel als er te veel van zijn?” En Geert bleef het maar roepen: ik heb niets tegen moslims maar het is de islam, hun ideologie die ik bedreigend vind.
Maar er zat natuurlijk ook een serieus thema in dat debat, en dat vraagt wél meer aandacht omdat het zo herkenbaar is voor ons orthodox-gereformeerde christenen. Dat thema is deze vraag: Waarmee weten wij ons nu het meest verbonden, en waarop zijn wij nu het sterkst betrokken: op personen of op structuren, op concrete mensen of op abstracte berekeningen? Sommigen zullen dat een valse tegenstelling vinden, maar dat is niet zo. In feite sluimert in dit soort dilemma’s altijd nog het oude thema van de ideologie en de utopie die ook eisten dat het individu en de persoon werden opgeofferd aan het hogere doel. Wat mij betreft is het antwoord duidelijk: orthodox-gereformeerde christenen hebben grote moeite die twee bij elkaar te houden. Dat wil zeggen: op grond van het christelijk gebod van naastenliefde je voluit solidair verklaren met mensen - ook als zij een ander geloof belijden, en tegelijk je zorgen houden over demografische trends onder religieuze minderheden. Ik moet zeggen dat ik dat publieke gemits en gemaar van politici uit onze kring op dit punt helemaal niets vind. Er gaat immers zo’n slecht getuigenis van uit, omdat het op zijn minst suggereert dat orthodoxe christenen statistieken vóór mensen laten gaan. En dat de moslimse naast in de eerste plaats een nummer is. Ik zou zeggen: bespreek die statistieken in de binnenkamers van de Haagse departementen, maar praat in het openbaar vanuit het hart van het Evangelie.Overigens is het natuurlijk geen nieuw manco dat hier opduikt. Wij, orthodoxe christenen staan nou niet bekend om onze warme belangstelling voor de medemens en de naaste. Die zien we vaak liever gaan dan komen. Hij zou onze zorgvuldig in evenwicht gebrachte levenstijl, met zijn vele ’do’s’ en ’do not’s’ eens in gevaar brengen.
Helaas is de praktijk anders: op tal van terreinen moeten de personen het bij ons afleggen tegen onze belangen, structuren en perspectieven. Het merkwaardige is nu dat op het terrein van ontwikkelingshulp en zorg voor het milieu de prioriteiten juist anders liggen. Dan focussen we wél volledig op de naaste, op het individu - het succes van het kindersponsorprogramma van Woord en Daad bewijst het. Maar die belangstelling gaat wel ten koste van aandacht voor al die minder tot zielenpieten terug te brengen onderwerpen, maar die toch ook onder het kopje ”hulp aan de armen” horen: opkomen voor sociale gerechtigheid in ruimere zin, je als consument druk maken om eerlijke prijzen voor arme boeren, concreet je inzetten in eigen werk- en leefwereld voor een beter milieu en behoud van natuur hier en ver weg.
Het is voor velen onder ons allemaal links gebazel en ideologische geitenwollensokkenpraat. Op deze terreinen moeten de structuren en de statistieken -al zijn die nog zo alarmerend- het afleggen tegen de naaste, de mens van vlees en bloed - tastbaar en vooral aaibaar. En -zo zou je eraan toe kunnen voegen- moet het Oude Testament met zijn vele voorschriften op het terrein van milieu en sociale gerechtigheid het afleggen tegen het Nieuwe Testament. Het zal nog wel even duren voordat dit manco in de orthodox-gereformeerde levensbeschouwing is gecorrigeerd. Terwijl juist deze tijd vraagt om een grootschaliger aanpak van milieu- en armoedeproblemen.
Wat in de tussentijd te doen? Het voorbeeld van de Canadese hoogleraar Bridget Stutchbury volgen, die deze week in een opinieartikel Amerikaanse consumenten ertoe opriep geen met gif bespoten fruit en groente uit Latijns-Amerika te kopen. Ze deed dat door er een hoogst aaibaar thema aan te koppelen: de massale sterfte van een van Amerika’s populairste vogeltjes, de bobolink. Deze vogel overwintert in Zuid-Amerika en valt daar ten prooi aan dodelijke pesticiden. Onder de titel ”Did your shoppinglist kill a songbird?” wreef ze het de man en vrouw achter het boodschappenkarretje in dat zíj maken dat het in hun tuinen stil wordt.
Zolang onze wereld- en natuurbeschouwing lijdt aan een ernstige blikvernauwing, zit er niets anders op ook zulke huis-tuin-en-keukenthema’s te koppelen aan de grote vraagstukken.
Reageren aan scribent?
buza@refdag.nl.