De lange arm van de geschiedenis
Overdragen van waarden en normen vindt hij te zwaar uitgedrukt. Wél moeten auteurs van jeugdboeken zich bewust zijn van het effect dat ze hebben op jonge kinderen, stelt Theo Engelen. „Ik probeer jonge mensen te laten zien dat er meer is dan plat commercieel vermaak.”
Prof. dr. Theo Engelen is vader van vier kinderen en woont in Cuijk. In het dagelijks leven is hij hoogleraar Historische Demografie aan de Radboud Universiteit van Nijmegen.Met het schrijven van jeugdboeken begon hij toen zijn zoon Thijs acht jaar werd, in 1992. Het was een verhaal bij wijze van verjaardagscadeautje. „Ik heb altijd al wel verhalen verteld”, blikt Theo Engelen terug, „maar ik dacht dat ik nooit in staat zou zijn ze op te schrijven. Dat verwijt ik nog altijd m’n vroegere leraar op de middelbare school. Toen ik een keer een verhaal geschreven had, zei hij: och, ik geloof niet dat dit jouw sterke punt is.”
Zijn vrouw stimuleert hem echter de verhalen op te schrijven die hij aan de kinderen vertelt. Intussen heeft Engelen diverse titels op zijn naam staan.
De Tweede Wereldoorlog neemt een bijzondere plaats in zijn oeuvre in. ”Schimmen uit het verleden” (1993) gaat over Sander de Vries, die in 1980 te maken krijgt met de „lange arm van de geschiedenis”: in het nieuwe huis waar hij komt te wonen, blijkt zijn vader ooit ondergedoken te hebben gezeten.
Op een ander boek van Engelen, ”De Indische vlieger” (1999), prijkt een Nederlandse militair op de omslag. Aan zijn voeten zitten Indonesische jongetjes, die trots aan de militair hun vlieger laten zien. „Die soldaat is mijn eigen vader”, legt Engelen uit. „Hij heeft in de oorlog ondergedoken gezeten, en vocht later drie jaar in Nederlands-Indië. Mijn vader is een beetje het prototype van de zwijgzame, na-oorlogse generatie. Veel vertelde hij niet over zijn verleden. Bij ons thuis stond een houten doos met foto’s uit die tijd. Daarin zat ik wel eens te snuffelen. Toen ik later geschiedenis ging studeren, wist ik beter de weg te vinden naar wat zich allemaal precies had afgespeeld. Met mijn vader heb ik over deze periode nooit echt gesproken. Hij was al lang dood, toen mijn eerste jeugdboeken verschenen.”
Historische feiten
Als professioneel historicus is Engelen in staat zijn jeugdboeken een eigen gezicht te geven. „Ik stel hoge eisen aan de betrouwbaarheid van de informatie die ik geef. Gaat het over de politionele acties, zoals in ”De Indische vlieger”, dan zorg ik ervoor dat de historische feiten juist zijn. In mijn jongste boek komt de Februaristaking aan de orde. Je zorgt er dan voor dat alle informatie klopt. Ik zie wel eens boeken die in het verleden spelen, waarvan ik denk: hoe durf je dat op te schrijven? Dan valt de vasten bijvoorbeeld in september, of piekert een dochter van een achttiende-eeuwse landarbeider erover om te gaan kuren in Zwitserland. Terwijl het kuren pas in de negentiende eeuw is opgekomen, en landarbeiders doorgaans niet verder kwamen dan de kerktoren van het volgende dorp.”
Als je een verhaal in het verleden plaatst, moet je daarvoor een goede reden hebben, zegt Engelen dan ook. „Een auteur mag de Tweede Wereldoorlog niet louter als achtergrondje bij een spannend verhaal gebruiken. Dan misbruik je in wezen het leed van miljoenen slachtoffers. Voor mij bieden oorlog, verzet en vervolging de mogelijkheid om keuzes van mensen te beschrijven. Keuzes die genomen moesten worden in extreme omstandigheden. Een voorbeeld daarvan is Sukardi uit ”De Indische vlieger”, die bevriend raakt met Ton Winkels, een Nederlandse militair. Sukardi komt klem te zitten tussen twee partijen. Voor zijn broer heult hij met de bezetter; voor veel soldaten is hij een potentiële terrorist. Als hij tot keuzes wordt gedwongen, blijkt persoonlijke vriendschap het zwaarst te tellen.”
Racistisch
Het gaat Engelen om het beschrijven van dit soort keuzes. Van een ”overdragen” van waarden en normen wil hij niet spreken. „Overdragen wil zeggen dat je zelf weet hoe alles in elkaar steekt. Dat gaat mij een heel eind te ver. Wél vind ik dat auteurs zich bewust moeten zijn van het effect dat ze hebben op jonge kinderen. Je kunt wel zeggen: dit is kunst, ik ben niet verantwoordelijk voor de gevolgen. Maar dat type vrijblijvendheid is mij vreemd. Het gaat in mijn jeugdboeken over goed en kwaad, over keuzes maken. Niet dat ik zeg: Je moet déze keuze maken. Maar ik laat zien welke keuzes mogelijk zijn.”
Met zijn boeken beweegt Engelen zich binnen het kader van „algemene, humanistische waarden.” „Als je verder gaat verbijzonderen, kom je op een punt dat je anderen je mening oplegt. Neem iets als drugs: je zult mij geen stickie zien roken. Maar als anderen dat nu doen?” Relativerend: „Hier ligt trouwens wel een verschil tussen mijn houding als vader en als auteur van jeugdboeken. Bij mijn eigen kinderen laat ik mijn opvattingen duidelijker doorschemeren, ten opzichte van hen heb je een andere verantwoordelijkheid. Ten opzichte van de kinderen die mijn boeken lezen, vind ik dat ik terughoudender moet zijn.”
Seksualiteit
Engelen is zich bewust van het feit dat christelijke lezers moeite zullen hebben met boeken als ”Droomvrouw vermist” (2002), dat gaat over twee jonge mensen die te maken krijgen met de heftigheid van seksuele gevoelens, en niet precies weten hoe ze die een plaats moeten geven in hun leven. Engelen: „Mijn ervaring is dat veel jonge mensen overvallen worden door de eerste seksuele gevoelens, en zich niet realiseren dat deze algemeen van aard zijn. Ik laat zien dat de jongen en het meisje naar elkaar toegroeien, en bij elkaar veel meer vinden dan platte vermaakseks. In het expliciet beschrijven van bepaalde scenes ga ik niet heel ver, maar ik ontloop het ook niet.”
Ook om het beschrijven van geweld of van grof taalgebruik kun je niet altijd heen, meent Engelen. „Er zijn gewoon situaties dat mensen een krachtterm gebruiken. En geweld, het is een afschuwelijk kwaad, maar het komt gewoon voor. Door het te beschrijven, heroïseer je het nog niet.”
Volgens de Nijmeegse hoogleraar zijn kinderen de laatste twintig jaar te veel aan hun lot overgelaten als het over waarden en normen gaat. „Twintig jaar geleden was het allemaal te strak, toen kregen kinderen de levensbeschouwing met de levertraan mee. Tegenwoordig wordt alle moraal helemaal weggerelativeerd. Daar ben ik het ook niet mee eens. Jeugdliteratuur heeft een duidelijke, pedagogische functie als het gaat over de bewustwording van waarden. Laat jonge mensen zien dat er meer is dan plat commercieel vermaak, dat er dingen zijn die de moeite waard zijn.”
”De Indische vlieger”, blz. 7.
Er was geen oorzaak voor de plotselinge stilte. Ze kwam zo onverwacht dat iedereen verrast was. Een akelig gevoel van onwerkelijkheid kroop langs Sukardi’s rug omhoog. Nog maar een moment tevoren had een kakofonie van geluiden de lucht gevuld. De wanhoop van het groepje opgejaagde blanda’s was groot. Enkele vrouwen huilden van ellende en smeekten de omstanders om hulp. Kinderen raakten verloren in het gedrang en riepen angstig om hun moeder. Boven alles uit klonk het gehuil van een paar baby’s. De vijf overvallers schreeuwden elkaar aanwijzingen toe. Hun uniformen konden niet verhullen dat ze zenuwachtig waren. De aanvoerder was een broodmagere jonge man met vurige ogen. Hij deed zijn best de situatie te beheersen, maar eigenlijk geloofde hij zelf niet in zijn gezag.
(…)
”Wie van jullie heeft hier de leiding?” De vrouwenstem klonk boos en verwijtend.
Met een ruk keek Sukardi op. Het was mevrouw van der Vliet. Ze had een stap vooruit gezet en keek onderzoekend rond.
Theo Engelen
Leeftijd: 57 jaar
Woonplaats: Cuijk
Functie: Hoogleraar historische demografie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Belangrijkste titels:
-”Schimmen uit het verleden” (1993)
-”De riddergrot” (1995)
-”Moordzaak” (1996)
-”Schoolstrijd” (1997)
-”De Indische vlieger” (1999)
-”Droomvrouw vermist” (2002)
-”Marlow” (2004)
De boeken verschenen bij uitgeverij Sjaloom.
Genre: Vooral historische jeugdboeken, bedoeld voor de leeftijdsgroep van twaalf jaar en ouder. De titels van Theo Engelen hebben bijna allemaal met geschiedenis te maken. Engelen wil laten zien dat geschiedenis van belang is voor het heden, en dat dingen niet vergeten mogen worden. Daarnaast schrijft Engelen detectives, zoals ”Moordzaak” en ”Droomvrouw vermist”. Het boek ”Schoolstrijd” gaat over pesten op school.