Shell ontwikkelt biobenzine van plantensuiker
Shell werkt samen met het Amerikaanse bedrijf Energy Systems aan een benzine waaraan rechtstreeks plantensuikers kunnen worden toegevoegd. De nieuwe biobrandstof kan mogelijk in hoge mengverhoudingen in standaard benzinemotoren worden toegepast, meldde het energieconcern woensdag.
Momenteel worden suikers omgezet in ethanol en vervolgens toegepast als brandstof voor benzine-auto’s. Nadeel is dat de productie grondstoffen vereist die ook in de voedselketen worden gebruikt, zoals graan, maïs of suikerriet.De biobrandstof op basis van plantensuikers kan volgens Shell ook uit alternatieven worden gehaald die niet voor voedselproductie bestemd zijn, zoals maïshalmen, vingergras, stro of suikerrietpulp.
Bovendien kan wel tot 50 procent worden bijgemengd zonder de auto te hoeven aanpassen, aldus Graeme Sweeney, hoofd biobrandstoffen bij Shell in een toelichting. Ethanol is momenteel tot maximaal ongeveer 20 procent bij te mengen zonder de noodzaak van een nieuw motorontwerp.
Wanneer de nieuwe biobenzine op de markt te verkrijgen is, wilde Shell niet zeggen. „De komende twee jaar zijn voor testen in het laboratorium, daarna volgt de demonstratiefase waarna productie in hoge hoeveelheden kan plaatsvinden", aldus Sweeney.
Shell is naar eigen zeggen leidend in de wereld met het bijmengen van biobrandstoffen. De Europese Unie wil de uitstoot van kooldioxide (CO2) in 2020 ten opzichte van 1990 met 20 procent verminderen. Biobrandstoffen helpen mee om de uitstoot van CO2 door het wegverkeer te verminderen.
Momenteel bestaat brandstof aan de pompen in de EU-lidstaten voor ongeveer 2 procent uit biobrandstoffen. De EU streeft naar 10 procent biobrandstof in 2020.