„Je moet hier nog steeds sociaal zijn”

Van het oorspronkelijke kibboetsleven, waarbij mensen elkaars geld, goed en zelfs kleren deelden, is niet veel meer terug te vinden. „Het ideologische socialisme verandert meer en meer richting een kapitalistisch model.” Toch valt er tijdens een (vakantie)verblijf op een van de vele kibboetsen die Israël rijk is heel wat sfeer van toen op te snuiven. „Sociaal moet je hier nog steeds zijn.”

14 March 2008 10:37Gewijzigd op 14 November 2020 05:38
Een niet onbelangrijk deel van de inkomsten van kibboets Ma’agan komt uit het vakantiedorp: meer dan honderd appartementen, een flink aantal kamers en congresvoorzieningen. Toeristen kunnen zich in de kibboets vermaken in het zwembad, met rondleidingen en
Een niet onbelangrijk deel van de inkomsten van kibboets Ma’agan komt uit het vakantiedorp: meer dan honderd appartementen, een flink aantal kamers en congresvoorzieningen. Toeristen kunnen zich in de kibboets vermaken in het zwembad, met rondleidingen en

Neem kibboets Ma’agan, aan de zuidkant van het Meer van Galilea. Tussen de eenvoudige huizen waar de 300 vaste bewoners onderdak vinden, staan op verschillende plaatsen oude landbouwwerktuigen. Op veranda’s gebruiksvoorwerpen uit vroeger dagen, zoals een handnaaimachine en een antiek radiotoestel. Elders een stapel afgedankte koelkasten van recenter datum. Weggooien kan altijd nog.Tweede generatie
Eli Kedem (59 jaar) is van de zogenaamde tweede generatie kibboetsniks en werd in Ma’agan geboren. Hij is getrouwd met een Nederlandse vrouw, uit Haarlem. Zij werd geboren op Balikpapan (Borneo), kwam in 1958 naar Nederland en ontmoette Kedem in Israël in 1974, waar ze werkzaam was als kibboetsvrijwilligster. „Van haar heb ik de taal een beetje geleerd. Onze dochter woont hier. Twee jongens leven buiten de kibboets.”

Waarmee direct is gezegd dat het kibboetsleven voor jongere Israëli’s geen vanzelfsprekendheid is. „De jeugd wil een eigen huis, een eigen auto, een eigen inkomen. Van het oude, zeer ideologische socialisme is niet veel meer over.”

De eerste kibboetsen -een Hebreeuws woord voor collectieve landbouwnederzetting- werden aan het begin van de vorige eeuw opgericht, tijdens het Britse mandaat over Palestina. Vandaag de dag telt Israël nog zo’n 250 kibboetsen, waarvan er 70 tot 80 als echt socialistisch -„in de goede zin van het woord”, aldus Kedem- te boek staan. Ongeveer 100.000 mensen dragen de naam kibboetsnik, een klein percentage dus van de bijna 6,5 miljoen inwoners die het land telt.

Ma’agan -gesticht in juli 1949- gaat in verschillende opzichten met de tijd mee. Kedem: „Er is nog steeds gemeenschappelijk bezit, zoals de huizen. Maar we kennen ondertussen wel salarissen. En voor diensten als de wasserij en de kleuterschool moeten onze leden betalen.” Over woningen als particulier eigendom denkt de gemeenschap overigens na.

Proeftijd van een jaar
Dat nadenken gebeurt door de leden van de kibboets, 120 in getal. Die kiezen elke twee jaar een soort dagelijks bestuur. „Mensen van dat kleine comité kunnen voor één periode worden herkozen, maar dan wel met een hoger aantal stemmen dan de helft plus één”, legt Kedem uit. Ieder lid komt in principe in aanmerking voor elke denkbare post. In de praktijk belanden de mensen op die plaatsen waar ze de juiste vaardigheden voor bezitten.

Nieuwe leden zijn welkom, maar krijgen voordat ze die status bereiken een proeftijd van een jaar. „Die periode is er voor beide partijen. Kunnen wij aan hen wennen, en zij aan ons? En hoe reageren de kinderen?” Assimilatie is het sleutelwoord. „We vormen een hechte groep, elk lid moet vooral sociaal zijn. Daaraan doen we geen concessies.”

Kedem leidt bezoekers graag rond over het terrein. Voordeuren zwaaien open om het echte kibboetsgevoel te kunnen beleven. In het „kinderhuis” zijn twee onderwijzeressen aan de slag met een groepje jonge kinderen. „Vanaf 7 jaar gaan ze buiten de kibboets naar school.”

Het grut krijgt in Ma’agan geen orthodoxe opvoeding, „maar we maken ze wel bekend met de Joodse gebruiken.” Een klein meisje zwaait met een goudkleurige negenarmige kandelaar (de chanoekia), een jochie probeert iets dergelijks met grote halen op een wit vel papier te kwasten.

Een paar deuren verderop hebben ouderenactiviteiten plaats. Deze Israëli’s kunnen nagenoeg zonder uitzondering als immigranten worden aangemerkt. „Zij komen uit onder meer Hongarije, Roemenië en Transsylvanië.” Een aantal bejaarde vrouwen doet lichte inpakwerkzaamheden: plastic vorken verdwijnen in plastic zakjes. Een oude veteraan met een doorleefd gezicht buigt zich onverstoorbaar over zijn weefwerkstuk. „Het is belangrijk voor hen om bezig te zijn”, vertelt Kedem.

Krokodillenpark
Een niet onbelangrijk deel van de kibboetsinkomsten in Ma’agan komt uit het vakantiedorp: meer dan honderd appartementen, een flink aantal kamers en congresvoorzieningen. Toeristen kunnen zich in de kibboets vermaken in het zwembad, met rondleidingen en in een dierentuintje.

Buiten de poorten glinstert het Meer van Galilea. Nazareth, Kana, Kapernaüm en meer Bijbelse plaatsen liggen op een berijdbare afstand van het dorp. Wie wil griezelen, kan terecht in het krokodillenpark van Hamat Gader, pal naast het zwembad met z’n warmwaterbronnen. Niet te kieskeurig zijn waar het de geur betreft: zwavel stinkt namelijk…

Ma’agan bezit verder 600 melkkoeien -ze grazen met name in de Golanheuvels-, een legkippenfarm en boomgaarden met bananen, grapefruits, dadels en avocado’s. De opbrengsten vloeien in de kibboetskas.

Over het kibboetsterrein toert een auto van het Israëlische leger. De beveiligingsbeambte die erin zit, is bewapend. Over de zeventien -deels ondergrondse- bunkers waarover Ma’agan beschikt, doet Kedem niet geheimzinnig. Ze zijn een onderdeel van het dagelijkse leven in Israël. In de jaren zestig lag de nederzetting bijvoorbeeld regelmatig onder vuur van Syrische kanonnen.

Kedem toont het Holocaustmonument van de kibboets: een kunstwerk van tien granieten zuilen, met daarop de namen van omgebrachte familieleden van Ma’agankibboetsniks. „Elk jaar is er een herdenking op de Holocaustdag. Het is belangrijk dat onze jeugd weet wat er is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog.”

www.goisrael.nl, www.elal.nl en www.maagan.com.


„Wij verkopen nooit bezittingen”
Kibboets Shefayim ligt zo’n 25 kilometer ten noorden van Tel Aviv. Het waterpark is de meest in het oog springende attractie. „We kunnen 5000 bezoekers per dag hebben.”

De oma van Nurit Simone geldt als een van de oprichters van de kibboets. „Ze kwam in 1927 uit Polen deze kant op. Na een landbouwkundige opleiding ging ze hier aan de slag.”

Simone is een van de 900 bewoners, waaronder 300 volwassenen. Zij werken lang niet allemaal meer in de kibboets. „Er zitten hier nog verschillende generaties van één familie, maar meestal zeggen de kinderen het gemeenschappelijke leven na hun dienstplicht vaarwel.”

Shefayim heeft een eigen plasticfabriek, waar verpakkingsmateriaal voor de voedingsindustrie wordt gemaakt. Andere inkomsten komen uit het kibboetshotel en het conferentiecentrum. Hoewel de grond in deze ”vlakte van Sharon” zeer vruchtbaar is en het klimaat subtropisch, kent de kibboets nog maar op kleine schaal landbouw in de vorm van avocado- en citrusteelt. Het gebied verstedelijkt en het is om die reden aantrekkelijk om grond en gebouwen duur te verpachten. „Wij verkopen nooit bezittingen.”

Het waterpark heeft wel wat weg van het Nederlandse Tikibad in Wassenaar. Hoge glijbanen, een heus golfslagbad en andere attracties op het 14 hectare grote park trekken jaarlijks duizenden gasten.


„Soms ben ik wat sentimenteel”

De eerste uitstraling van Ramat Rachel is die van luxehotel. Toch is dit een kibboets met een bloedige en vooral gedenkwaardige historie.

In 1926 stichtte een klein groepje Joodse pioniers Ramat Rachel, aan de zuidkant van Jeruzalem. De naam werd niet zomaar gekozen: vanuit de kibboets is er zicht op het graf van Rachel. Bethlehem is vanaf de hoge heuvel goed te zien.

Aanvallen van Arabieren, en vooral de strijd tegen Jordaanse en Egyptische troepen tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in 1948 zetten Ramat Rachel op een bijzondere manier op de kaart. Dertien kibboetsniks en veertig Israëlische soldaten laten hier het leven in laatstgenoemde oorlog. De nederzetting wordt totaal verwoest, maar wordt weer opgebouwd. In 1967 is het opnieuw raak als de Jordaniërs de kibboets bombarderen.

Hillel Fine is 61 jaar en marketingmanager van Ramat Rachels hotel. Op 29-jarige leeftijd besluit hij deel te nemen aan het kibboetsleven. „Hier wonen 320 mensen, van wie er 180 hier zijn geboren. Vijf van hen zijn ouder dan 85; zij werken nog elke dag”, aldus de kwieke zestiger. „In een kibboets werkt iedereen voor het voordeel van de kibboets. Je hoeft niet van iedereen te houden om het toch goed te hebben.”

Fine is trots op het hotel met moderne voorzieningen als een fitnesszaal en een -in de winter- overdekt zwembad. „Na een dagje Jeruzalemindrukken kom je hier terug in een perfecte Israëlische sfeer.”

Die sfeer ontstaat volgens hem vooral door de vrijheden die de kibboets biedt. „Wil je studeren? Wij zorgen ervoor. Wil je werken? Het kan allemaal.” En na enige nadenken: „Soms ben ik wat sentimenteel. Dan wens ik dat alles wordt zoals het was toen ik hier kwam. Jonge mensen geven de oudere garde niet altijd het respect dat ze verdienen. Op veel punten boerden we vooruit, op sommige achteruit.”

www.ramatrachel.co.il.

„Ervaring van je leven”
Vakanties op een kibboets zijn aantrekkelijk. Een langere periode als vrijwilliger ook. „Het is de ervaring van je leven.”

Reisorganisatie Oppenheim Travel in Amsterdam verzorgt tickets voor mensen die een tijdje als ”volunteer” (vrijwilliger) aan de slag willen in een Israëlische kibboets. „We regelen ook de aanmelding bij het Kibbutz Program Center”, vertelt medewerker Arjan ’t Hoen.

De belangstelling voor deze vorm van vrijwilligerswerk trekt duidelijk aan, merken ze bij Oppenheim Travel. „Het gaat in het algemeen om een paar honderd jonge mensen per jaar, dames en heren. Vaak zijn ze net klaar met hun opleiding.”

De reden om een periode op deze manier de handen uit de mouwen te steken, is een combinatie van avontuur en idealisme, denkt ’t Hoen. „Vaak hebben die jongeren er iets over gehoord van hun ouders, of van kennissen die het ook deden.”

Werken in een kibboets kan voor minimaal twee maanden en maximaal een halfjaar. Het werk bestaat doorgaans uit bezigheden op het land, in de keuken of in een kibboetsfabriekje. „Daar staan kost en inwoning en een beetje zakgeld tegenover.” Een ticket kost -afhankelijk van het seizoen- tussen de 400 en de 600 euro. Het inschrijfgeld bedraagt tegen de 50 euro.

’Gewone’ vakantieverblijven in een kibboetshotel zijn doorgaans niet zo duur als in een meersterrenhotel, maar ook weer niet heel goedkoop. De bezoekersfaciliteiten zijn prima voor elkaar; ook de kibboetsen kennen een systeem van een oplopend aantal sterren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer