Politiek

Verbod op godslastering op termijn weg

DEN HAAG (ANP) – Het verbod op godslastering kan uit het Wetboek van Strafrecht worden geschrapt, alleen de vraag is wanneer. Dat is de conclusie van een overleg in de Tweede Kamer donderdag. Tijdens het debat kwam nog een ontsnappingsroute naar voren: Verbreding van het verbod naar andere levensbeschouwingen, ook voor niet-godsdienstigen.

13 March 2008 15:09Gewijzigd op 14 November 2020 05:37
DEN HAAG (ANP) – Het verbod op godslastering kan uit het Wetboek van Strafrecht worden geschrapt, alleen de vraag is wanneer. Dat is de conclusie van een overleg in de Tweede Kamer donderdag. Tijdens het debat kwam nog een ontsnappingsroute naar voren: Ve
DEN HAAG (ANP) – Het verbod op godslastering kan uit het Wetboek van Strafrecht worden geschrapt, alleen de vraag is wanneer. Dat is de conclusie van een overleg in de Tweede Kamer donderdag. Tijdens het debat kwam nog een ontsnappingsroute naar voren: Ve

Minister Hirsch Ballin (Justitie) zal onderzoeken of het veelbesproken wetsartikel 147 breder kan worden gebruikt. „Maar we moeten geen bepalingen overboord kieperen voordat we daar een beeld van hebben”, zei de bewindsman. Het kabinet heeft in oktober besloten het verbod te handhaven.Een Kamermeerderheid van PvdA, SP, VVD, GroenLinks en D66 wil af van artikel 147. De coalitiefractie PvdA spreekt echter nog geen steun uit voor een SP-voorstel om het kabinet te verzoeken de bepaling per direct te schrappen. PvdA–Kamerlid Heerts vindt dat de ministers zelf moeten uitmaken op welk moment het verbod op godslastering verdwijnt. Dit verschil in gevoel van urgentie lijkt de Kamermeerderheid te verdelen.

De regeringspartijen CDA en ChristenUnie verzetten zich fel tegen afschaffing van artikel 147. Zij weten zich gesteund door de SGP. „Het artikel is overbodig, zo wordt vaak geredeneerd, omdat belediging al strafbaar is”, aldus CDA-Kamerlid Van Haersma Buma. „Maar dat is onjuist. Het punt is dat het beledigen van God niet onder een ander wetsartikel valt”. Het CDA proeft uit de pleidooien voor afschaffing van het verbod op godslastering een gebrek aan begrip voor gelovigen.

Een Kamermeerderheid vindt echter dat gelovigen voldoende beschermd worden door andere wetten tegen belediging. „Voor de wet is iedereen gelijk”, zei SP-Kamerlid De Wit. „God hoort niet thuis in het recht en de politiek”.

Het verbod op godslastering is in 1932 ingevoerd door de grootvader van huidig minister Donner in reactie op een antireligieuze campagne van de communisten. Het wetsartikel werd voor het laatst gebruikt in 1968 tijdens een proces tegen auteur Reve, die beschreef hoe hij geslachtsgemeenschap zou hebben met God in de hoedanigheid van een ezel. De Hoge Raad vond dat geen laster. „Het is feitelijk dus een dode letter geworden”, constateerde PvdA’er Heerts.

Minister Hirsch Ballin houdt desondanks vast aan het wetsartikel omdat belediging van een geloof mensen diep kan raken en frustreren, of het nu gaat om christenen, moslims of joden. „De samenleving moet beschermd worden tegen uitspraken die afbreuk doen aan hetgeen mensen ten diepste beweegt”.
Het kabinet stuurt de Tweede Kamer binnen enkele weken een brief over de kwestie. Daarna wordt het debat voortgezet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer