De mobiele telefoon van Rene van der Lee (37) staat deze middag niet stil. „Je zult weten dat je die prijs hebt gewonnen”, zegt een van zijn medewerkers in de kas aan de Groendalsweg in Bleiswijk.Sunrise Pepper Growers bestaat uit vijf teeltbedrijven die gezamenlijk een maatschap vormen. Geen enkel ander bedrijf in Nederland levert zo veel verschillende soorten paprika’s, maar liefst 32. Van verschillende soorten snackpaprika’s tot jumbo’s en gezondheidspaprika’s.

Deze en meer soorten zijn in diverse kleuren verkrijgbaar en worden het jaar rond geteeld. Hiermee speelt Sunrise Peppers Growers volgens de Greenery „naadloos in op de vele wensen van de consument.”

Samen hebben de vijf partners 33 hectare paprika’s, waarvan 3 hectare speciale variëteiten. Deze staan op het bedrijf van Van der Lee in Bleiswijk. De benodigde elektriciteit wordt door de teler zelf opgewekt. Wat er overblijft verkoopt Van der Lee aan het openbare net.

Paprika’s zijn er eigenlijk in alle kleuren van de regenboog. Vooral de kleine maten, de zogenaamde specialty’s, doen het goed, aldus Van der Lee. „Ik zie hier goede mogelijkheden in. De snackpaprika is geen vervanging van, maar een nieuw segment erbij. Maar voordat je zover bent, moet alles kloppen: van het jaar rond telen tot verpakken.”

Ook qua verpakking zijn de specialty’s interessant. Kent de consument alleen de losse paprika in rood, geel en groen, die soms bij elkaar als ”stoplicht” zijn verpakt, de telersvereniging presenteerde al de Sunrise Mix, de Soletto Mix en de 6 kleurenmix.

Sunrise Pepper Growers levert zijn producten vooral aan de Engelse supermarkten. „Engelsen zijn bereid ervoor te betalen. De speciale varianten zijn een stuk duurder. We gaan nog uitbreiden naar andere rassen en willen met de specialty’s een positie in de markt veroveren.”

Naast de Engelsen zijn ook inwoners van Zwitserland, Duitsland en de Scandinavische landen liefhebbers van de paprika. „Nederland blijft erg achter.”

Als het aan Van der Lee en de zijnen ligt komt daar verandering in. „Gezond en snel zijn de modewoorden. We spelen daarop in met minipaprika’s in een zakje. Die kun je als snack eten. Kinderen pakken zo’n paprikaatje er even bij. Hij is bovendien zoet.”

In de Bleiswijkse kas wordt het jaar rond geoogst. Bij een constante temperatuur van 28 graden wil de paprikaplant wel groeien. In de kas van Van der Lee staan 60.000 planten. Aan iedere plant zitten drie witte touwtjes, die tot het glazen dak reiken. „Over een paar weken is het hier net een jungle.”

De planten staan op steenwol en krijgen via een slangetje individueel water en voeding. Iedere paprika aan de plant begint groen en krijgt later in het groeiproces zijn kleur. Een teler kan daar geen invloed op uitoefenen. „Het is een natuurlijk proces, waarbij je gewoon geduld moet hebben.”

Van der Lee probeert volledig biologisch te werken. Uit witte zakjes komen binnen enkele weken vliegen die insecten moeten doden. Gif gebruikt hij niet. „Er is in een kas niks mooiers dan biologisch evenwicht.”

Voor in de kas staan rijen groene paprika’s. Buitenlandse medewerkers zijn bezig om de uitlopers van de planten om de witte touwtjes te wikkelen. „Zo helpen we ze naar boven.” Achter in de immense kas staan de witte en de paarse paprika’s.

En een soort dat de naam Inferno draagt. Ze worden per twee verpakt in zakjes voor de grote Engelse supermarktketen Sainsbury’s. Opdruk: „Crunchy green peppers with a suprisingly fiery kick.” Ofwel: paprika’s met een verrassend vurige kick.

Van der Lee geeft zijn bezoeker een zakje mee. „Thuis openmaken en voorzichtig opeten.”